Al bij de Tachtigers Herman Gorter en Frederik van Eeden zien we op een gegeven moment in hun leven belangstelling voor het opkomend socialisme. Over die opkomende arbeidersbeweging schreef Gorter bijvoorbeeld het volgende gedicht.
Van uit de Arbeiders komt schitterend het licht. Zooals uit de neevlen van den vroegen morgen opstijgt de zon, zoo stijgt uit de Arbeiders het licht der menschen, aller menschen, op. Nieuwe krachten gaan open, nieuwe deugden, nieuwe gevoelens, er overheerscht één: Moed, om de gansche aarde te omvatten met eene Eenheid: Aller, aller menschen. Daarom storten de Arbeiders zich in den gelen, den kopergloeienden strijd, den bliksemenden strijd, zooals de bliksems zich storten in de donkere wolkneevlen. En in dien gloeienden strijd heerscht één licht, de Liefde, de witgloeiende brandende Liefde voor de aarde, het heelal, en de natuur, en de menschheid, voor alle, alle menschen. |
Ook in het werk van Henriëtte Roland Holst zien we een voorkeur voor het socialisme terug.
Een andere schrijver die zich sterk verbonden voelde met de arbeidersklasse is Herman Heijermans.
![]() |
Henriëtte Roland Holst |
![]() |
Herman Heijermans |