Hebban olla vogala...

Als we kijken naar de taal in deze periode is 1170 een belangrijk jaartal. Uit de tijd vóór dat jaar zijn geen geschreven literaire teksten bewaard gebleven.
We noemen deze tijd de Oudnederlandse periode. Wat we weten over de taal uit deze periode komt van onder andere aantekeningen in Latijnse geschriften.

De eerste literaire tekst is de zin: “Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?” en dateert uit de elfde eeuw en betekent zoiets als: “Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve ik en jij. Waar wachten we nog op?”.

Wetenschappelijke teksten werden in die tijd in het Latijn geschreven en pas na 1170 werden de eerste volksverhalen geschreven. We kennen wel sprookjes, sagen en dierenverhalen uit de periode van vóór 1170, maar die zijn mondeling overgeleverd (orale literatuur) en pas later opgeschreven.