★ Aan de slag 7

Verbindingswoorden
Vul een passend verbindingswoord in en geef ook aan welk verband het aangeeft.
Kies uit de volgende verbindingswoorden:
tenzij - te danken aan - dus - omdat - doordat - om te - mits - als - verder - hoewel - soortgelijke - wanneer

1
.......... je besluit die iPod te kopen kan je niet op vakantie.
verbindingswoord =
verband =

2
Zij werkte hard .......... kunnen overleven.
verbindingswoord =
verband =

3
De redactie zal nog één nummer uitbrengen, .......... er voldoende kopij binnenkomt.
verbindingswoord =
verband =

4
.......... de verdachte zichzelf tegensprak, raakte de rechter geïrriteerd.
verbindingswoord =
verband =

5
.......... het veld doorweekt was, trainde het Nederlands elftal rustig verder.
verbindingswoord =
verband =

6
.......... hij zoveel kritiek kreeg, legde hij zijn functie neer.
verbindingswoord =
verband =

7
Ik geniet van goede muziek .......... ben ik een filmliefhebber.
verbindingswoord =
verband =

8
Je hebt vijf onvoldoendes op je rapport. Je zult .......... harder moeten gaan werken.
verbindingswoord =
Verband =

9
Hij gebruikt wel vaker vreemde argumenten en .......... gebruikt hij nu ook weer.
verbindingswoord =
verband =

10
Die onvoldoendes heeft hij .......... zijn grenzeloze luiheid.
verbindingswoord =
verband =

11
.......... je je oor laat behandelen, moet je gelijk je neus recht laten zetten.
verbindingswoord =
verband =

12
Je mag meedoen .......... je van plan bent de boel weer te verzieken.
verbindingswoord =
verband =

 

Antwoordmodel