Stap 4. Bij deze laatste stap combineren we de vorige vier vaardigheden.
Je weet dat als we een vergelijking willen oplossen je alle x’en naar de linkerkant brengt van het = teken en de overige getallen naar de rechterkant van het = teken.
Bij kwadratische vergelijkingen moet je vervolgens een wortel trekken.
Het aantal oplossingen hangt af van het getal wat aan de rechterkant van het = teken staat.
Hieronder staat een voorbeeld:
X2 + 5 =9
X2 =4
x= √2 v x= - √2
Uitleg
Lukt het oplossen van de bovenstaande opgaven nog niet? bekijk dan bovenstaand filmpje voor uitleg.