Hierboven zie je een overzicht dat de concierge maakt van het aantal leerlingen dat te laat gekomen is.
Op welke dag komen de meeste leerlingen te laat?
Op welke dag komen de minste leerlingen te laat?
Hoeveel leerlingen komen er in totaal deze week te laat?
Hoeveel procent van de leerlingen kwam te laat op maandag. Noteer de berekening in je schrift.
Maak een staafdiagram van het aantal leerlingen dat te laat komt op school.
TEKEN MET POTLOOD. Benoem je assen en vergeet niet je diagram een titel te geven.
6
Naar school
Bekijk het beelddiagram hieronder. Beantwoord daarna de vragen.
Welk vervoersmiddel is het populairst?
Hoeveel leerlingen worden met de auto gebracht.
Wat is het verschil in aantal leerlingen tussen het vervoersmiddel met het hoogste aantal gebruikers en het vervoersmiddel met het laagste aantal gebruikers? Noteer je berekening.
Hierboven zie je een histogram (staafjes tegen elkaar). In dit histogram staat de uitslag van de enquete over welk beroep je later zou willen uitvoeren.
Welk beroep is het populairst? Hoeveel leerlingen zouden dit willen uitvoeren?
Aan hoeveel leerlingen is de enquete uitgedeeld en ingevuld terug gekomen?
Hoeveel procent van de leerlingen kiest iets anders? Schrijf je berekening op in je schrift.
Hoeveel procent van de leerlingen wil graag leerkracht worden? Noteer de berekening in je schrift.
8
Infographic
Hierboven zie je een deel van een infographic. In dit staafdiagram zijn de antwoorden van 480 mensen verwerkt.
60% van de mensen gaat het liefst met het vliegtuig op vakantie. Bereken hoeveel mensen dit zijn. Noteer de berekening in je schrift.
Bereken hoeveel mensen het liefst met de auto op vakantie gaat. Bereken hoeveel mensen dit zijn. Boteer de berekening in je schrift.