Opgaven

1H10.2 Opgaven ..............................................................................................................................................

Toets geschiedenis

 

Een klas heeft een toets geschiedenis gemaakt. In de tabel zie je resultaten.

       

  1. Maak het beelddiagram en het staafdiagram op je werkblad verder af.


        

  1. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas?
  2. Hoeveel leerlingen hebber er een onvoldoende?

 

Inkomsten

 

Aan een groep jongeren is gevraagd hoe zij aan hun geld komen.

De antwoorden staan in de tabel.

      

 

  1. Kun je uit de tabel opmaken aan hoeveel jongeren de vraag is gesteld?
    Leg je antwoord uit!
  2. Naast de tabel zie je een begin van een beelddiagram.
    Maak op je werkblad het beelddiagram af.

 

Vervoer

 

In een klas zitten 32 leerlingen.
Sommige leerlingen komen lopen naar school, sommigen met de bus, anderen met de fiets of met de brommer.

Maak in het beelddiagram op je werkblad zelf een verdeling en maak vervolgens bij de verdeling een staafdiagram.


      

 

Jaarinkomen

 

In het beelddiagram zie je voor een aantal landen het gemiddelde jaarinkomen per inwoner in euro’s.

      

  1. Hoeveel is het gemiddeld jaarinkomen per inwoner in Nederland?
  2. Hoeveel is het gemiddeld jaarinkomen per inwoner in Indonesië?
  3. Het gemiddeld jaarinkomen per inwoner in China is € 7000,-.
    Geef dit inkomen aan in het beelddiagram op je werkblad.

 

  Te laat...

 

2 Opgaven ......

Dag van de week

Ma

Di

Woe

Do

Vrij

Aantal telaatkomers

12

24

04

16

20

.............................................................................

Hierboven zie je een overzicht dat de concierge maakt van het aantal leerlingen dat te laat gekomen is.

  1. Op welke dag komen de meeste leerlingen te laat?
  2. Op welke dag komen de minste leerlingen te laat?
  3. Hoeveel leerlingen komen er in totaal deze week te laat?
  4. Hoeveel procent van de leerlingen kwam te laat op maandag. Noteer de berekening in je schrift.
  5. Maak een staafdiagram van het aantal leerlingen dat te laat komt op school.
    TEKEN MET POTLOOD. Benoem je assen en vergeet niet je diagram een titel te geven.

 

  Naar school

 

 

Bekijk het beelddiagram hieronder. Beantwoord daarna de vragen.

 

  1. Welk vervoersmiddel is het populairst?
  2. Hoeveel leerlingen worden met de auto gebracht.
  3. Wat is het verschil in aantal leerlingen tussen het vervoersmiddel met het hoogste aantal gebruikers en het vervoersmiddel met het laagste aantal gebruikers? Noteer je berekening.

................................................................

  Naar school

 

 

Hierboven zie je een histogram (staafjes tegen elkaar). In dit histogram staat de uitslag van de enquete over welk beroep je later zou willen uitvoeren.

  1. Welk beroep is het populairst? Hoeveel leerlingen zouden dit willen uitvoeren?
  2. Aan hoeveel leerlingen is de enquete uitgedeeld en ingevuld terug gekomen?
  3. Hoeveel procent van de leerlingen kiest iets anders? Schrijf je berekening op in je schrift.
  4. Hoeveel procent van de leerlingen wil graag leerkracht worden? Noteer de berekening in je schrift.
     
8     Infographic

 

Hierboven zie je een deel van een infographic. In dit staafdiagram zijn de antwoorden van 480 mensen verwerkt.

  1.  60% van de mensen gaat het liefst met het vliegtuig op vakantie. Bereken hoeveel mensen dit zijn. Noteer de berekening in je schrift.
  2. Bereken hoeveel mensen het liefst met de auto op vakantie gaat. Bereken hoeveel mensen dit zijn. Boteer de berekening in je schrift.