Beeld- en staafdiagram

1H10.S2 Samenvatting ...................................................................................................................

Gegevens kun je op verschillende manieren weergeven.
Voorbeelden zijn een tabel, een beelddiagram en een staafdiagram.

Een klas van 30 leerlingen heeft een toets wiskunde gemaakt.
Met de resultaten is een tabel, een beelddiagram en een staafdiagram gemaakt.

 

Aan 30 jongeren tussen de 12 en 14 jaar is gevraagd hoe zij aan geld komen.
De antwoorden zijn verwerkt in een tabel.

Tel het totaal aantal antwoorden in de tabel. Het aantal antwoorden is groter dan 30. Kan dat? Ja dat kan. Dat betekent dat een aantal jongeren op meer dan één manier aan geld komt.

Bij de tabel is een beelddiagram gemaakt.
Achter zakgeld staan 10 poppetjes getekend. Ieder poppetje stelt 2 jongeren voor.