Intro en probleemstelling

Een verzuilde samenleving

De samenleving en de politiek waren vóór de Tweede Wereldoorlog sterk verzuild.
In de politiek was samenwerking tussen bijvoorbeeld socialisten en katholieken ondenkbaar.
Het leven van mensen speelde zich hoofdzakelijk af binnen de eigen kring, binnen de eigen zuil. Open staan voor andersdenkenden was daardoor moeilijk.
Katholieke kinderen gingen naar een katholieke school en kinderen uit een socialistisch milieu gingen naar een openbare school.
De verschillende omroepen maakten programma’s die helemaal afgestemd waren op het publiek van de eigen zuil. Luisteren naar programma’s van een andere zuil was niet gewenst en zelfs taboe.

Probleemstelling

De ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog leken iets te veranderen aan de manier waarop men naast elkaar leefde. Toen de bevrijding naderde, hoopten veel mensen dat het na de oorlog allemaal anders zou worden.

Ontzuiling
De ‘doorbraakgedachte’ was populair. Dit hield in dat veel mensen in de politiek bereid waren om de scheidingswanden tussen de zuilen af te breken. Vooral in de nieuw opgerichte Partij van de Arbeid leefde deze gedachte. Deze opvolger van de vooroorlogse SDAP wilde ook open staan voor niet-socialisten.

In hoeverre veranderde de Nederlandse samenleving en politiek na WO II?
In hoeverre was het een voortzetting van de vooroorlogse samenleving?

Eindproduct
Je schrijft een column voor een tijdschrift over Geschiedenis.
Daarin formuleer je een antwoord op de vraag:
'Was de Nederlandse samenleving na WO II een voortzetting van de vooroorlogse situatie?'