Lees de probleemstelling van deze opdracht nog eens door.
Past de probleemstelling goed bij de opdracht?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Zorg dat je de kenmerkende aspecten (uit verschillende tijdvakken) bij deze opdracht kunt noemen.
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond een studiebelasting van 5 à 6 uur. Klopte dat een beetje? Welk onderdeel kostte je de meeste tijd?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Bij de eindopdracht heb je de keus gehad om samen of alleen te werken. Daarnaast had je een vrije keus in eindopdracht. Kun je voor jezelf je eigen keus verantwoorden? Sta je achteraf ook nog achter de keuzes die je in deze eindopdracht gemaakt hebt?
Afsluiting
Heb je de examenvragen gemaakt?
Was je goed voorbereid op deze vragen?