Lees de probleemstelling van deze opdracht nog eens door.
Past de probleemstelling goed bij de opdracht?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Zorg dat je het kenmerkende aspect bij deze opdracht kunt noemen.
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond een studiebelasting van 3 à 4 SLU uur.
Ben je die tijd ongeveer met de opdracht bezig geweest?
Eindopdracht
Welk eindproduct hebben jullie gemaakt? Ben je tevreden over het resultaat? Hoe verliep de samenwerking? Hebben jullie je aan de afspraken kunnen houden of moesten jullie halverwege de koers wijzigen? Zo ja, hoe kwam het dan dat jullie planning toch anders liep?
Afsluiting
Heb je de examenvragen gemaakt?
Was je goed voorbereid op deze vragen?