De Grieken en Romeinen hebben zeer herkenbare vormen ontwikkeld. Theatermakers, schrijvers en componisten van nu baseren hun kunst nog vaak op de klassieke literatuur. Ook beeldend kunstenaars gebruiken bijvoorbeeld nog steeds de klassieke afbeeldingen van het menselijk lichaam. En architecten baseren de vorm van hun gebouwen vaak op de vormen van de klassieke bouwkunst.
Veel kunstenaars van nu spreken dezelfde 'vormentaal' als de Grieken en Romeinen. Daarover gaat deze opdracht.
Ondergang Romeinse Rijk
Na de ondergang van het Romeinse Rijk, in 476 n.Chr., was er lange tijd geen belangstelling meer voor de klassieke vormentaal. In de Middeleeuwen stond het geloof centraal. De opdrachtgever voor kunstenaars was vaak de katholieke kerk. In de Middeleeuwse kunst zie je daarom veel religieuze voorstellingen.
Renaissance
Na de Middeleeuwen begon de Renaissance en kwam de mens meer centraal te staan. Het wereldbeeld veranderde door nieuwe inzichten vanuit de wetenschap. De klassieke vormentaal werd herontdekt. In de architectuur en de kunst wordt sinds de Renaissance teruggegrepen op de klassieke vormentaal. Als kunstenaars gebruikmaken van klassieke voorbeelden spreek je van ‘classicisme’.
Klassieke vormentaal
Kopiëren is geen kunst: kunstenaars nemen natuurlijk een vorm van een voorganger niet klakkeloos over. Je vindt de klassieke vormentaal dus op allerlei manieren terug. In deze opdracht onderzoek je welke vormen kenmerkend zijn voor de klassieke vormentaal en hoe die er tegenwoordig uitzien.
Presentatie
Jullie maken een presentatie. Daarin laat je met beeldmateriaal zien hoe klassieke vormentaal terugkomt in gebouwen en kunstuitingen van nu.