Aan het eind van het thema kan ik:
| Opdracht | |
| de begrippen cultuur en cultuurgebied omschrijven. |
|
| aangeven waarom culturen en cultuurgebieden veranderen. |
|
| het begrip regionale identiteit omschrijven met een voorbeeld uit je eigen omgeving. |
|
| het verschil herkennen tussen natuurlijke, kunstmatige en politieke grenzen. |
|
| omschrijven wat wordt bedoeld met een staat en een volk. |
|
| omschrijven waarom de Europese Unie is opgericht. |
|
| uitleggen wat wordt bedoeld met 'vrij verkeer van personen' en 'vrij verkeer van goederen'. |
|
| de vijf grootste en bekendste wereldgodsdiensten benoemen. |
|
| omschrijven hoe wereldgodsdiensten zich verspreiden, bijvoorbeeld door bekering en migratie. |
|