Aan het eind van dit thema kan ik:
| Opdracht | |
| omschrijven wat in een bevolkingspiramide wordt weergegeven en aangeven waarom de bevolkingspiramide in rijke landen er anders uitziet. | Bevolking(sgroei) |
| het begrip bevolkingsdichtheid omschrijven. | Bevolking(sgroei) Spreiding bevolking |
| het begrip bevolkingsspreiding omschrijven. | Spreiding bevolking |
| uitleggen waarom klimaat en landschap invloed hebben op de bevolkingsdichtheid in een gebied. | Spreiding bevolking |
| de begrippen geboortecijfer en sterftecijfer omschrijven en aangeven wanneer er sprake is van een geboorteoverschot of van een sterfteoverschot. | Bevolking(sgroei) |
| de begrippen immigratie en emigratie omschrijven en uitleggen wat deze te maken hebben met bevolkingsgroei (migratiesaldo). | Bevolking(sgroei) |
| economische, politieke en persoonlijke redenen om te emigreren omschrijven. | Emigratie en immigratie |
| twee vestigingsfactoren noemen om naar Nederland te emigreren. | Emigratie en immigratie |
| twee vertrekfactoren noemen om Nederland te verlaten. | Emigratie en immigratie |
| drie groepen immigranten noemen die in de loop van de tijd naar Nederland zijn gekomen. | Emigratie en immigratie |