| |
Opdracht |
- uitleggen dat de aardkorst bestaat uit bewegende platen; waaronder continentale en oceanische platen.
- benoemen welke krachten van binnenuit (zoals warmte in de aarde) ervoor zorgen dat de platen bewegen.
- beschrijven hoe de platen bewegen: met de begrippen divergentie (uit elkaar), convergentie (naar elkaar toe) en transforme beweging(langs elkaar).
- aangeven bij welke plaatbeweging oceanen, gebergte en vulkanen kunnen ontstaan.
|
Plaattektoniek |
- omschrijven hoe een aardbeving ontstaat.
- de begrippen epicentrum, hypocentrum en de schaal van Richter omschrijven.
- aangeven bij welke plaatbewegingen aardbevingen kunnen ontstaan en waar op aarde aardbevingen voorkomen.
|
Aardbevingen |
- beschrijven bij welke plaatbewegingen vulkanen ontstaan.
- aangeven waar op aarde vulkanen voorkomen.
- omschrijven wat een vulkaan is. Ik gebruik de begrippen: krater, magma en lava.
|
Vulkanen |