omschrijven wat het broeikaseffect is. Ik gebruik daarbij de begrippen: atmosfeer, temperatuur en CO2.
benoemen welke gevolgen het broeikaseffect heeft.
omschrijven wat de ecologische voetafdruk is.
benoemen welke factoren (minimaal drie) invloed hebben op de grootte van iemands ecologische voetafdruk.
omschrijven wat het verschil in voetafdruk is tussen mensen in het rijke westen en mensen in ontwikkelingslanden en dit verklaren.
omschrijven wat natuurlijke grondstoffen zijn en uitleggen waarom we ze meer gaan gebruiken.
omschrijven wat het winnen van grondstoffen doet met het milieu.
benoemen welke vier soorten milieuvervuiling er zijn: luchtvervuiling, watervervuiling, bodemvervuiling en geluidsoverlast.
herkennen wat het verschil is tussen vervuiling, uitputting en aantasting van het milieu.
herkennen wat duurzaam betekent.
uitleggen wat het verschil is tussen natuurlijke en niet-natuurlijke hulpbronnen.
benoemen welke drie voorbeelden van duurzame energiebronnen er zijn.
omschrijven wat biomassa is.
benoemen welk effect de groeiende bevolking heeft op het milieu.
Hoe ging het?
Tijd
Had je voldoende tijd om alle opdrachten te maken met de poster als eindopdracht?
Inhoud
In dit thema kwamen milieu, bevolkingsgroei, ecologische voetafdruk en duurzaamheid volop aan de orde.
Kun je een voorbeeld geven van wat je kunt doen om de ecologische voetafdruk te verkleinen?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Vond je het leuk om een poster te maken samen met je klasgenoot?
Mocht je de poster uiteindelijk ophangen op school? Kreeg jullie er positieve reacties op?