Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van het thema kan ik:

  Opdracht
  • benoemen welk effect de groeiende bevolking heeft op het milieu.
Heel veel mensen
  • omschrijven wat natuurlijke grondstoffen zijn en uitleggen waarom we ze meer gaan gebruiken.
  • omschrijven wat het winnen van grondstoffen doet met het milieu.
  • noemen welke vier soorten milieuvervuiling er zijn: luchtvervuiling, watervervuiling, bodemvervuiling en geluidsoverlast.
  • herkennen wat het verschil is tussen vervuiling, uitputting en aantasting van het milieu.
Economie en milieu
  • omschrijven wat het broeikaseffect is. Ik gebruik daarbij de begrippen: atmosfeer, temperatuur en CO2.
  • benoemen welke gevolgen het broeikaseffect heeft.
Broeikaseffect
  • natuurlijke hulpbronnen herkennen (water, voedsel en energie) en je beschrijft maatregelen voor duurzaam gebruik.
Duurzaamheid
  • omschrijven wat de ecologische voetafdruk is.
  • benoemen welke factoren (minimaal drie) invloed hebben op de grootte van iemands ecologische voetafdruk.
  • omschrijven wat het verschil in voetafdruk is tussen mensen in het rijke westen en mensen in ontwikkelingslanden en dit verklaren.
Ecologische voetafdruk