5.2 Uitleg en opgaven

1. COLLECTIEF OF PARTICULIER
Bestudeer uit de Kennisbank economie de eerste pagina van het volgende onderdeel.

KB: Collectief of particulier?

Opgave 9

      a. Hieronder zie je acht bedrijven.
          Welke bedrijven behoren tot de particuliere sector en welke bedrijven tot de      
        collectieve sector?

1 boekenwinkel 4 provinciaal ziekenhuis     7 bouwbedrijf
2 vuilophaaldienst 5 verzekeringsbedrijf 8 RABO-bank
3 openbare bibliotheek     6 autoverhuurbedrijf

 

  1. Wat is het doel van een particulier bedrijf?
  2. Wie draait er op voor het verlies dat een bedrijf uit de collectieve sector maakt?
  3. Waar of niet waar?
    Ambtenaren werken in de particuliere sector?
  4. Waar of niet waar?
    In een land met een markteconomie is de collectieve sector heel klein.

2. INDIVIDUELE OF COLLECTIEVE OVERHEIDSPRODUCTEN
Bestudeer nu de tweede pagina van het volgende onderdeel.

KB: Collectief of particulier?

Opgave 10

  1. Hieronder zie je negen overheidsproducten.
    Welke producten zijn individuele overheidsproducten?
    Welke producten zijn collectieve overheidsproducten?
1 paspoort 4 leger 7 parkeerplaats
2 vuilophaaldienst     5 dijk 8 fietspad
3 museum 6 politie     9 straatverlichting


Een bibliotheek is een voorbeeld van een individueel product dat wordt geleverd door de overheid. Omdat de overheid geen winst hoeft te maken, kan de overheid het bedrag dat je voor het lenen van boeken betaalt laag houden.

  1. Waarom zal de overheid het bedrag dat je betaalt voor het lenen van boeken laag willen houden?
  2. Bedenk nog twee overheidsproducten die de overheid niet te duur wil aanbieden.

3. SUBSIDIE EN ACCIJNS
Bestudeer nu ook de derde pagina van het volgende onderdeel.

KB: Collectief of particulier?

Opgave 11
Dat de overheid door subsidie te geven het bezoek aan een museum kan stimuleren, kun je uitleggen in vier stappen. Hieronder zie je die vier stappen.
Ze staan alleen nog niet in de juiste volgorde.

  1. Het museum krijgt subsidie.
  2. De prijs van het toegangskaartje gaat omlaag.
  3. Het museum trekt meer bezoekers.
  4. Een deel van de kosten wordt betaald met subsidie.

De juiste volgorde is: 1 - ... - ... - ...

Opgave 12
Het roken van sigaretten is slecht voor de gezondheid.
De overheid heft accijns op sigaretten om het gebruik af te remmen.

  1. Wat wordt bedoeld met accijns?
  2. Leg in een aantal stappen uit hoe de overheid door accijns te heffen het roken van sigaretten kan proberen af te remmen.
  3. De overheid overweegt om de accijns op sigaretten met € 0,05 te verhogen.
    Wat denk je: zal hierdoor minder gerookt worden?

Een ander product waar accijns op zit is benzine. De prijs van één liter benzine is € 1,85. In dit bedrag zit € 0,32 BTW en € 1,06 aan accijns.

  1. Hoeveel bedragen de inkomsten van de overheid als een automobilist 30 liter benzine tankt?

4. PRIVATISEREN

Vroeger waren er mee bedrijven die direct tot de overheid behoorden dan nu. De spoorwegen, de post en energeibedrijven bijvoorbeeld waren staatsbedrijven, in handen van en betaald door de overheid. Men vond toen dat de taken van die bedrijven tot de overheidstaken behoorden. Inmiddels zijn veel van dergelijke bedrijven geprivatiseerd. Privatiseren betekent dat een staatsbedrijf wordt afgestoten door de overheid en in de particuliere sector komt.  In Nederland zijn bijvoorbeeld busmaatschappijen en energiebedrijven geprivatiseerd.
Een aantal jaar geleden waren veel partijen vóór het privatiseren van overheidsbedrijven. Nu wordt daar veel kritischer naar gekeken.

Opgave 13

  1. Noem 2 voordelen van privatiseren voor de consument
  2. Noem een argument waarom de overheid het onderwijs niet moet privatiseren