Docentenhandleiding

Op welke eindtermen van de havo/vwo heeft het vakgericht onderzoek betrekking?

Subdomein A14: Systeemdenken Eindterm De kandidaat kan in contexten een onderscheid maken tussen verschillende organisatieniveaus, relaties binnen en tussen organisatieniveaus uitwerken en uiteenzetten hoe biologische eenheden op verschillende organisatieniveaus zichzelf in stand houden en ontwikkelen.

Subdomein A16: Contexten Eindterm De kandidaat kan de in domein A genoemde vaardigheden en de in domeinen B tot en met F genoemde concepten ten minste gebruiken in wetenschappelijke contexten, in beroepscontexten waarvoor een wetenschappelijke opleiding is vereist en in leefwereldcontexten.

Subdomein B1. Eiwitsynthese Eindterm De kandidaat kan met behulp van de concepten DNA en eiwitsynthese ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en voedselproductie verklaren op welke wijze zelfregulatie op moleculair niveau plaatsvindt.

Subdomein F1. Selectie Eindterm De kandidaat kan met behulp van de concepten DNA, mutatie, genetische variatie, recombinatie en populatie ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en voedselproductie verklaren op welke wijze variatie in populaties tot stand komt.

Subdomein E3. Reproductie van het organisme Eindterm De kandidaat kan met behulp van de concepten voortplanting en erfelijke eigenschap ten minste in contexten op het gebied van energie, gezondheid en voedselproductie verklaren op welke wijze eigenschappen worden overgedragen en benoemen op welke wijze de reproductie van eukaryoten en prokaryoten verloopt.

 

Welke meerwaarde heeft het voor de leerlingen ten opzichte van een les uit een reguliere lesmethode?

De meerwaarde van deze lessenserie is dat het via zelfsturing door middel van ICT over wordt gebracht. Leerlingen kunnen zelfstandig of in tweetallen met deze opdracht aan de slag. De tekst en filmpjes die gegeven worden zouden voldoende moeten zijn om de opdrachten te kunnen maken. Ook kunnen leerlingen de antwoorden die ze hebben gegeven zelf controleren. Het voordeel van een ICT-les is dat ze met behulp van internet zelfstandig onduidelijkheden op kunnen zoeken. De docent heeft in deze lessenserie een begeleidende rol en kan, naar eigen inschatting, ervoor kiezen om de stof docerend of via een onderwijs-leergesprek aan te bieden.

Een tweede meerwaarde van deze les is dat er een meerdere contexten worden aangeboden. Door middel van de context Alzheimer wordt de leerstof over transcriptie en translatie uitgelegd. Daarnaast bevat deze leerstof een zeer actuele context doordat de genetische modificatie techniek CRISPR een centrale rol speelt. Deze context is zeer relevant in de huidige moderne biotechnologie. Echter, in schoolboeken wordt deze informatie nog niet verwerkt.

 

Zijn er voorbeelden van jojo-denken en systeem-denken te zien?

In de les over Alzheimer gaan leerlingen expliciet met een opdracht aan de slag waarin ze zich op verschillende organisatieniveau´s verdiepen in de ziekte. Ook in de overige vragen wordt er steeds op verschillende organisatieniveaus vragen gesteld.

Meerdere systemen passeren in deze lessenserie de revu. Zo staan onderdelen van zelfregulatie, reproductie en evolutie centraal in deze lessenserie. Met name de verwerkingsvragen doen een beroep op het systeemdenken van de leerlingen.

 

Behoren de verwerkingsvragen tot de hogere taxonomie van Bloom?

De lessenserie bouwt zich op d.m.v. de taxonomie van Bloom. Daar waar de eerste les begrijpen en toepassen van de kennis over transcriptie en translatie centraal staat. Gaat les 2 over het verband leggen naar een nieuwe context (Alzheimer). In les 3 (CRISPR) staat analyseren ook centraal doordat er door middel van een concept-map verbanden en relaties moeten worden gemaakt over de genetische modificatie techniek. In les 4 gaan de leerlingen debateren, waarbij de motivatie en rechtvaardiging van besluiten omtrent genetische modificatie wordt bediscussieerd. In de taxonomie van Bloom zitten spreekt men dan over `Evalueren´. Evalueren en analyseren wordt gezien als hogere orde denken.

 

Doen de verwerkingsvragen een beroep op onderzoeksvaardigheden van de leerlingen?

Het voorbereiden op het debat geschied op zelfstandigheid waarbij leerlingen op hun onderzoeksvaardigheden worden aangesproken. Gedurende de rest van de lessenserie kunnen de leerlingen naar eigen inzicht zich verdiepen in het onderwerp. In principe is de tekst in combinatie met de filmpjes die worden aangeboden voldoende om tot een juist antwoord te komen.