Inleiding deel 1: Gebouwenbeheer

In deel 0, inleiding in de Facilitaire Dienstverlening van de lessenserie heb je kennis gemaakt met de termen Facilitaire Dienstverlening, Facilitair Management, het Facilitair bedrijf en diverse benamingen en ontwikkelingen binnen Nederland en Europa op het gebied van facilitair management. Dit hoofdstuk gaat over gebouwenbeheer.

Gebouwenbeheer of huisvesting wordt gerealiseerd om de organisatie te ondersteunen in het bereiken van haar doelstellingen.[1] De manier waarop het gebouw beheerd wordt, is afhankelijk van de visie van het bedrijf of instelling. De facilitaire dienst heeft de taak om deze visie te vertalen naar de juiste gebruikerseisen en wensen. Het beheren van een gebouw is dus servicegericht naar de organisatie.

Gebouwenbeheer is veel omvattend. Een facilitaire dienst houdt zich o.a. bezig met:

  1. Welke kosten heb ik ter beschikking voor het pand?
  2. Hoe wordt het pand technisch onderhouden?
  3. Langetermijnplanning onderhoud.
  4. Het verbruik van energie en water.
  5. Risicomanagement; het inventariseren en analyseren van de risico’s in en rondom het gebouw en hiervoor gepaste maatregelen nemen.

In de komende paragrafen komen de verschillende aspecten van gebouwbeheer aan de orde.

De doelen uit de kennisbasis GzW zijn:

De student kan:

de onderdelen van gebouwbeheer beschrijven, zoals de technische dienst, terreinonderhoud, beveiliging, sleutelbeheer, receptie en overige diensten.

 


[1] Polyfacilitair zakboekje, studenteneditie 2003, PBNA, drs A.de Zwart (alleen nog tweedehands verkrijgbaar)