In de voorgaande periodes heb je inzicht gekregen in de bouw en functie van het menselijk lichaam. Je hebt onder meer kennis opgedaan in de verschillende orgaanstelsels en in diverse aandoeningen die op kunnen treden door storingen in de bouw en of functie van het menselijk lichaam.
Deze (basis)kennis heb je als doktersassistent nodig in het verlenen van goede zorg.
In deze periode richten we ons nog steeds op de verschillende orgaanstelsels, maar nu met een andere blik en nadruk, namelijk organen en donatie. Het opbouwen van kennis en meningsvorming staat in de komende periode centraal. En je gaat met klasgenoten een informatief vakblad maken over weefsel- en orgaandonatie, voor de doktersassistent in het werkveld.
In Nederland is er nog steeds een chronisch tekort aan orgaandonoren en komen er elk jaar mensen te overlijden, terwijl ze op de wachtlijst staan. Aandacht voor orgaandonatie is mede hierom, ook bij jongeren, van belang. In het jaar dat je achttien jaar wordt ontvang je een brief van de minister van VWS met de vraag of je na je dood organen of weefsels af wil staan voor transplantatie. Daarnaast kun je als doktersassistent in het werkveld te maken krijgen met patiënten die hiervoor in aanmerking komen of een nieuw orgaan hebben mogen ontvangen. En natuurlijk ook met nabestaanden, die in alle opzichten, hier ook nauw bij betrokken zijn.
In deze periode zal je kennis en inzicht krijgen in welke organen en weefsels getransplanteerd kunnen worden, hoe de donatie- en transplantatieprocedures werken en hoe donorregistratie in Nederland wettelijk geregeld is. Ook zal je ontdekken waarom het van belang is om je keuze vast te leggen en zal je samen met je medestudenten discussiëren over diverse ethische dilemma’s rondom donatie. Je bekwaamt je daarnaast verder in verschillende beroepscompetenties van het beroep doktersassistent