Bijwoorden die een verband leggen

immers toch, want Ik doe het echt; ik heb het immers beloofd.
bovendien ook nog, daarbij Dat boek is erg leerzaam; bovendien is het goed geschreven.
echter maar Dit boek bevat veel informatie; het is echter moeilijk te lezen.
daarentegen maar, echter Mijn moeder is een Nederlandse, mijn vader daarentegen komt uit Vietnam.
trouwens daarkomt nog bij Ik snap trouwens niet waarom hij dat niet doet.
uiteraard natuurlijk Ik heb mijn examen in één keer gehaald en ben daar uiteraard erg trots op.