Leerdoel 8

Je beheerst de paragraaf, wanneer je

uit de gegevens kunt afleiden of een allel geslachtsgebonden overerft.

 

Dit leerdoel wordt behandeld in P7.3.  Opgave 2 en 6 uit P6.3 gaan over dit leerdoel.

Regels voor X-chromosomale overerving bij stamboomonderzoek.

Als een kenmerk op het X-chromosoom ligt dan moet

  1. Dominante vader  dominante dochters hebben
  2. Recessieve moeder recessieve zoons hebben.

Oefenopgave 11 Stamboomonderzoek

Als een kenmerk op het X-chromosoom ligt, dan moet een dominante vader (XAY) dominant dochters hebben (XAX?).

En een recessieve moeder (XaXa) recessieve zonen.

Leg uit waarom   de omgekeerde regels niet ohoeven te gaan:

1. Recesieve vader krijgt altijd recessieve dochters.

2. Dominante moeder krijgt dominante zoons.

Oefenopgave12   Ziekte van Huttington

De ziekte van Huttington (hersenaandoening die zich na 40e openbaart) erft dominant over.

Kan deze ziekte X-chromosomaal overerven?

Hoe groot is de kans dat een zoon van 4 x 5 deze ziekte geeft?

Hoe groot is die kans voor een dochter?