dementie
Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen (een syndroom), waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer. Daarnaast komen vasculaire dementie, frontotemporale dementie en lewy body dementie veel voor.
de oorzaak
Bij dementie gaan de zenuwcellen in de hersenen kapot. Soms gaan niet de zenuwcellen zelf kapot, maar de verbindingen tussen de cellen. Het is ook mogelijk dat de cellen en de verbindingen het niet meer goed doen. Door deze afname van cellen functioneren de hersenen steeds minder goed. Bij sommige mensen verloopt de achteruitgang heel snel. Anderen kunnen nog jarenlang een redelijk gewoon leven leiden. Uiteindelijk raakt iemand door de gevolgen van dementie erg verzwakt. De persoon sterft dan door een ziekte of infectie (bijvoorbeeld longontsteking) of doordat hij niet meer kan slikken.
de symptomen
De eerste verschijnselen van dementie verschillen per persoon en per ziekte. Meestal geeft de partner of een familielid aan dat er iets niet in orde is. Vaak zijn er subtiele en terugkerende problemen, zoals geheugenklachten, gedragsproblemen en veranderingen in karakter. Hieronder geven wij uitleg bij de tien signalen die op alzheimer of een andere vorm van dementie kunnen wijzen. Deze symptomen kunnen ook een andere oorzaak hebben. Daarom is het verstandig om bij twijfel te overleggen met de huisarts.
Wanneer iemand nieuwe informatie vergeet, kan dit een teken zijn van dementie. Ook kan iemand belangrijke data of gebeurtenissen vergeten. Of hij kan dezelfde vraag steeds opnieuw stellen en afhankelijk zijn van spiekbriefjes of familie voor dingen die hij eerst zonder hulp kon onthouden.
Gewone dingen gaan steeds moeilijker. Bijvoorbeeld geldzaken regelen en hobby's uitoefenen. Ook wordt het lastiger om dingen te plannen of in de juiste volgorde uit te voeren. Zoals koffie zetten of een maaltijd bereiden.
Iemand met (beginnende) dementie heeft minder besef van tijd en raakt vaker de weg kwijt. De persoon vergeet soms waar hij is en hoe hij daar gekomen is.
Een kenmerk van dementie is dat het moeilijker wordt om een gesprek te volgen. De persoon kan midden in een gesprek stoppen met praten en vergeten hoe hij verder moet. Of hij herhaalt wat hij daarvoor al zei. Ook kan iemand met dementie namen en eenvoudige woorden vergeten. Praten gaat ook minder vloeiend.
Iemand met (beginnende) dementie kan spullen op vreemde plekken leggen. Bijvoorbeeld een portemonnee in de koelkast of een boek in de oven. Hij raakt spullen kwijt en kan niet meer achterhalen waar hij ze gelaten heeft.
Voor iemand met dementie kan het lastig zijn om situaties in te schatten en keuzes te maken. Hij kan aanbiedingen slecht beoordelen en grote sommen geld uitgeven. Bijvoorbeeld als hij teveel boodschappen koopt of spullen die hij niet nodig heeft.
Iemand kan problemen hebben met sociale activiteiten, zoals zijn hobby's, sport en gesprekken. Hij trekt zich vaker terug en onderneemt minder dan voorheen. Ook kan hij urenlang voor de televisie zitten en veel langer slapen dan gewoonlijk.
Het komt voor dat iemand met dementie ander gedrag gaat vertonen. Hij kan verward, achterdochtig, depressief of angstig worden. Zonder duidelijke aanleiding kan zijn stemming omslaan. Ook het karakter verandert. Hij kan soms dingen doen die hij anders nooit deed.
Een van de symptomen van dementie is onrust. Daardoor lijkt het alsof hij steeds iets zoekt, moet opruimen of iets anders moet doen. Door dit constante gevoel van onrust en de behoefte om te lopen, krijgt iemand vaak slaapproblemen.
De hersenen krijgen moeite om te verwerken wat iemand ziet. De persoon kan bijvoorbeeld afstanden minder goed inschatten.
het ziekte verloop
Dementie is een progressieve ziekte. De ziekte neemt steeds verder toe en beschadigt steeds meer hersencellen. Iemand met alzheimer of een andere vorm van dementie kan dingen steeds minder goed onthouden en begrijpen. Hij krijgt ook meer moeite met communiceren en redeneren. Hoe de ziekte zich precies ontwikkelt verschilt per persoon. Ook hoe iemand de ziekte ervaart is heel persoonlijk. We geven hier een globaal overzicht van de kenmerken van de vroege, midden en late dementiefases.
In de vroege fase van dementie ziet men heel kleine veranderingen in het gedrag of de capaciteiten van de persoon. Vaak valt het als eerste op dat de persoon recente gebeurtenissen vergeet. Iemand in de vroege fase van dementie kan:
In de middenfase worden de veranderingen duidelijker. De persoon heeft bijvoorbeeld meer hulp nodig bij dagelijkse bezigheden zoals eten, wassen en aankleden. Ook zal hij steeds meer vergeten, dingen gaan herhalen en moeite krijgen om mensen te herkennen. Iemand in de middenfase van dementie kan:
In dit stadium heeft de persoon nog meer hulp nodig. Geleidelijk wordt hij volledig afhankelijk van anderen. Het geheugenverlies is groot: de persoon kan bekende voorwerpen, mensen of plekken niet meer herkennen. Iemand in de late fase van dementie kan: