Wat is dementie?
Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer. Daarnaast komen vasculaire dementie, frontotemporale dementie en lewy body dementie veel voor.
Bij dementie gaan zenuwcellen in de hersenen kapot. Soms gaan niet de zenuwcellen zelf kapot, maar de verbindingen tussen de cellen. Het is ook mogelijk da de cellen en de verbindingen het niet meer doen. Door deze afname van cellen functioneren de hersenen steeds minder goed. Bij sommige mensen verloopt de achteruitgang heel snel, anderen kunnen nog jarenlang een redelijk gewoon leven leiden. Uiteindelijk raakt iemand door de gevolgen van dementie erg verzwakt. De patiënt sterft dan door een ziekte of infectie of doordat hij niet meer kan slikken.
De verschijnselen.
Vergeetachtigheid
Wanneer iemand nieuwe informatie vergeet, kan dit een teken zijn van dementie. Ook kan iemand belangrijke data of gebeurtenissen vergeten. Of hij kan dezelfde vraag steeds opnieuw stellen.
Problemen met dagelijkse handelingen
Gewone dingen gaan steeds moeilijker bijvoorbeeld geldzaken regelen, hobby's uitoefenen, dingen plannen of in de juiste volgorde taken uitvoeren.
Vergissingen met tijd en plaats
Iemand met (beginnende) dementie heeft minder besef van tijd en raakt vaker de weg kwijt. De persoon vergeet soms waar hij is en hoe hij daar is gekomen.
Taalproblemen
Een kenmerk is dat het moeilijker wordt om een gesprek te volgen. De persoon kan midden in een gesprek stoppen met praten en vergeten hoe hij verder moet. Of hij herhaalt wat hij daarvoor al zei. Ook kan iemand met dementie namen en eenvoudige woorden vergeten.
Kwijtraken van spullen
Iemand met dementie kan spullen op vreemde plekken leggen. Hij raakt zijn spullen kwijt en kan niet meer achterhalen waar hij ze gelaten heeft.
Slecht beoordelingsvermogen
Het kan voor de patiënt lastig zijn om de situatie in te schatten en keuzes te maken. Hij kan aanbiedingen slecht beoordelen en grote sommen geld uitgeven.
Terugtrekken uit sociale activiteiten
Iemand kan problemen hebben met sociale activiteiten, zoals zijn hobby's, sport en gesprekken. Hij trekt zich vaker terug en onderneemt minder dan voorheen. Ook kan hij urenlang voor de televisie zitten en veel langer slapen dan gewoonlijk.
Veranderingen in gedrag en karakter
Het komt voor dat iemand met dementie ander gedrag gaat vertonen. Hij kan verward, achterdochtig, depressief of angstif worden. Hij kan soms dingen doen die hij anders nooit deed.
Onrust
Een van de symptomen van dementie is onrust. Het lijkt erop alsof de patiënt steeds iets zoekt, moet opruimen of iets anders moet doen. De patiënt heeft de behoefte om te lopen en krijgt vaak slaapproblemen.
Verschillende stadia
Voorfase
Cliënt heeft meestal nog geen klachten, maar de vage symptomen worden vaak achteraf herkent.
Lichte dementie
Diagnose is gesteld en de hulpbehoefte neemt toe. Geheugenproblemen vallen steeds meer op en cliënt herkent de problemen zelf ook.
Matige dementie
In deze fase zijn er redenen voor opname: Cliënt zijn hulpbehoefte is groot en kan niet langer thuis verzorgd worden. Ook is er een gevaar voor eigen veiligheid en die van naasten.
Terminale fase
Clienten worden minder mobiel en liggen langdurig op bed. Kans op onstekingen en infecties neemt toe.