de student kan verschillende besturingssystemen en browsers noemen en de verschillen ertussen aangeven en is in staat om te motiveren waarom hij of zij een bepaalde browser gebruikt.
de student leert plekken kennen waar software veilig kan worden gedownload
de student maakt kennis met besturingssystemen en systeemkenmerken van laptops en met antivirusprogramma's.
de student kan aantonen te kunnen achterhalen of de browser die hij of zij gebruikt nog actueel is.
de student kan aantonen een aantal basisvaardigheden te beheersen en toont dit aan door middel van screencastfilmpjes en handleidingen met screenshots.