Veel patiënten krijgen in het ziekenhuis zuurstoftherapie. Zuurstoftherapie is het inademen van extra zuurstof langs neus en/of mond. Meestal zijn hiervoor aansluitingen voorzien boven het bed van een patiënt. Toch zal je in een aantal gevallen nog met zuurstofcilinders moeten werken bv. bij transport van patiënten. Het is dus belangrijk om berekeningen foutloos te kunnen uitvoeren.
https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcR4gvAYSKPWhVpqoYTRLK63CQZam8zibmsk7IycKb8C-qtDQVUOgw + https://encrypted-tbn1.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcT8X3_b4_PxAwUfHFPfu7TMjEcpE294LNwky2g9xkF-nYWGe6IIjw
Op de zuurstoffles zit een manometer die de druk van de samengeperste zuurstof weergeeft. De eenheid op de manometer kan gegeven zijn in atmosfeer of in bar.
De druk van de lucht om ons heen is 1 bar of 1 atmosfeer.
Als je 5 liter lucht of een ander gas samenperst tot 1 liter, dan is de druk van dat samengeperste gas 5 bar.
Bij zuurstoftherapie is het van belang om de beschikbare zuurstof in de cilinder te kunnen berekenen en de resterende tijd van de beschikbare zuurstof in de cilinder te kunnen bepalen.
O2 Beschikbaar = Inhoud van de cilinder x druk manometer |
Bijvoorbeeld een cilinder van 40 liter bedraagt 120 bar = 40 liter x 120 bar = 4800 liter beschikbare zuurstof.
Resterende tijd = Inhoud van de cilinder x druk manometer |
Bijvoorbeeld de druk van de zuurstof in de cilinder van 40 liter bedraagt 120 bar. De toe te dienen zuurstof is 4 liter/min.
40 liter x 120 bar = 20 uur resterende tijd
60 min x 4 liter/min
Voorbeeld:
Een dame ligt op de verloskamer en krijgt tijdens haar bevalling 2 liter zuurstof per minuut. Je hebt een cilinder van 10 liter met 130 bar ter beschikking. De bevalling duurt nog 2,5 uur nadat de zuurstoftherapie is gestart.
Hoeveel zuurstof zit er in de cilinder?
Oplossing: 10 liter x 130 bar = 1300 liter zuurstof
In onderstaande video krijg je meer uitleg over de berekeningen bij zuurstoftoedieningen.