Kenmerkend voor het westerse cultuurgebied is het belang dat wordt gehecht aan democratie, aan vrijheid van meningsuiting, aan gelijkheid en aan individualisme.
Een ander kenmerk is dat de westerse cultuur is ingesteld op veranderingen, openstaat voor invloeden van buitenaf, en zich snel aanpast.
De westerse wereld is het dominantste cultuurgebied sinds de West-Europese landen een groot deel van de wereld hebben gekoloniseerd. Westerlingen hebben hun sporen op verschillende plekken achtergelaten, maar nemen van die plekken ook wat mee terug. Steeds meer mensen emigreren en nemen hun eigen cultuur mee: cultuurgebieden veranderen voortdurend en de grenzen tussen cultuurgebieden vervagen.
De invloed van het westerse cultuurgebied zie je ook als je kijkt naar de ligging van de belangrijke taalgebieden op aarde. Met name Engels, Spaans en Frans worden in grote delen van de wereld gesproken. Zie de kaart: Taalgebieden wereld.
In Nederland wonen veel mensen uit verschillende landen en cultuurgebieden. Er wonen nu bijna 3,3 miljoen mensen uit ongeveer 160 verschillende landen in Nederland. Dat is bijna 20% van de bevolking. Eén op elke 5 Nederlanders heeft zijn of haar wortels buiten Nederland.
Er is dus niet één Nederlandse identiteit. Dit komt niet alleen doordat mensen uit verschillende cultuurgebieden komen. Er zijn ook nog andere oorzaken voor.
Zo wordt 'de Limburgse identiteit' vaak gezien als een andere identiteit dan de lokale identiteit in de Achterhoek of in Groningen: je spreekt dan van een regionale identiteit. Tot een regionale identiteit behoren taal, economische activiteiten, feesten, religie en ook de streekproducten die specifiek voor de regio zijn.
De bescherming van streektalen en minderheidstalen en het in stand houden van culturele diversiteit zijn onderdeel van het beleid van de Europese Unie.
Een etniciteit is een sociaal-culturele identiteit die een bepaalde groep mensen verbindt. Een etnische minderheid is een benaming voor een duidelijk onderscheiden bevolkingsgroep die een minderheid vormt in het land waarin ze verblijft.
Een etnische minderheid kan een autochtone bevolkingsgroep zijn, die soms zelfs langer in het land woont dan de huidige meerderheid. Denk bijvoorbeeld aan de oorspronkelijke bewoners van Amerika (Indianen) of Australië (Aboriginals).
In Nederland wordt met de term etnische minderheid doorgaans verwezen naar recente immigranten, zoals de Surinamers, Molukkers, Marokkanen, Turken en Antillianen. De term etnische minderheid is dan in hoge mate gelijk aan de term allochtonen.
De WRR en het CBS schrappen vanaf november 2016 de woorden allochtoon en autochtoon. Zij zetten daarmee een nieuwe norm voor de overheid. De begrippen zijn niet meer precies genoeg en stigmatiserend. Vanaf nu wordt 'Nederlander met een migratie achtergrond' gebruikt.
Er zijn verschillende redenen waarom migranten naar Nederland komen. In 2009 waren de belangrijkste redenen voor migratie:
- arbeid (37%)
- gezinshereniging of gezinsvorming (32%)
- studie (13%)
- asiel (9%)
- overig, bijvoorbeeld au pair (9%)
Het immigratiemotief hangt samen met het geboorteland van de migranten. Voor 80% van de migranten die in een EU-land zijn geboren, was arbeid de belangrijkste reden.
Gezinsmigratie was de voornaamste reden voor immigranten die geboren zijn in traditionele migratielanden als Turkije en Marokko.
Asielmigratie was de belangrijkste factor voor landen als Somalië en Irak. Studie was de belangrijkste reden voor Chinezen om naar Nederland te komen.