Stap 1

Import en export

Het kopen van producten in het buitenland noem je invoeren of importeren.
Het verkopen van producten aan het buitenland noem je uitvoeren of exporteren. Bekijk de afbeelding. Neem de zinnen over en vul 'exporteert' en 'importeert' in op de open plekken.

  1. Als Nederland goederen ...1..., gaan er een goederen van Nederland naar het buitenland en geld van het buitenland naar Nederland.
  2. Als Nederland goederen ...2..., gaan er goederen van het buitenland naar Nederland en geld van Nederland naar het buitenland.

Op vakantie
Veel Nederlanders gaan in de zomer en/of in de winter op vakantie naar het buitenland. Op vakantie gaan is eigenlijk ook een voorbeeld van handelen met het buitenland.

Joris en Karin zijn het niet met elkaar eens.
Volgens Joris is het op vakantie gaan een vorm van exporteren: je gaat toch naar het buitenland.
Karin denkt dat in het buitenland op vakantie gaan juist een vorm van importeren is: de Nederlanders kopen goederen en diensten in het buitenland.

Wie heeft er gelijk?

Import of export
Lees de volgende zinnen.
Geef per zin aan of er sprake is van import of van export.

  1. Een Nederlandse supermarktketen koopt sinaasappelen in Spanje.
  2. Een Nederlandse tuinder verkoopt drie ton tomaten aan een Duits bedrijf dat tomatenketchup maakt.
  3. Een Engelse toerist slaapt in een Amsterdams hotel.
  4. Een Nederlands bouwbedrijf krijgt een opdracht om een brug te bouwen in het Midden-Oosten
  5. Je gaat met je famillie een weekje skiƫn in Zwitserland
Controleer je antwoorden.