Stap 3 - Soorten werkloosheid - conjuncturele werkloosheid

Vraag naar stenen
22. In een steenfabriek werken 25 mensen. Iedere werknemer werkt 8 uur per dag en maakt gemiddeld 100 stenen per uur.

a. Hoeveel stenen kunnen er per dag in de steenfabriek worden gemaakt?

De vraag naar de stenen die worden gemaakt in de steenfabriek is de laatste tijd afgenomen. De steenfabriek kan per dag maar 16.000 stenen verkopen.

b. Met hoeveel mensen kan het bedrijf 16.000 stenen per dag maken?
c. Wat zal er gebeuren als het bedrijf niet meer dan 16.000 stenen per dag kan verkopen?

 

Conjuncturele werkloosheid
Er zijn verschillende oorzaken van werkloosheid. Je spreekt van conjuncturele werkloosheid als er te weinig vraag is naar (Nederlandse) producten.

Bestudeer uit de Kennisbank alleen de eerste bladzijde van het volgende onderdeel:

KB: Soorten werkloosheid - Conjuncturele werkloosheid

23. Als de vraag naar een product afneemt, stijgt de werkloosheid.
Hoe dat komt, kun je uitleggen in vijf stappen. Hieronder zie je die stappen.
Ze staan alleen nog niet in de juiste volgorde. Wat is de juiste volgorde?

  1. De consument koopt minder producten.
  2. Bedrijven maken minder producten.
  3. Bedrijven hebben minder mensen nodig.
  4. Bedrijven verkopen minder producten.
  5. Conjuncturele werkloosheid neemt toe.

De juiste volgorde is: 1   -   .....   -   .....   -   .....   -   5

Vraag naar producten
De vraag naar producten wordt uitgeoefend door:

gezinnen consumeren
bedrijven investeren
overheid overheidsbestedingen
buitenland     exporteren

 

24. Neem de volgende zinnen over en vul steeds het juiste woord uit de tabel in.

  1. Als een Nederlands bedrijf producten aan het buitenland verkooopt, noem je dat ........
  2. Als gezinnen producten kopen, noem je dat ........
  3. Als de overheid geld uitgeeft aan producten dan noem je dat .......
  4. Als een bedrijf producten koopt bij een ander bedrijf noem je dat ........

25. Leg uit waarom een afname van de export kan leiden tot (conjuncturele) werkloosheid in Nederland.
26. Leg uit waarom een afname van de overheidsbestedingen kan leiden tot (conjuncturele) werkloosheid in Nederland
.