Stap 6 - Oplossingen werkloosheid

Iedereen heeft de maken met de gevolgen van werkloosheid.

- de werkloze zelf; zowel een social als een financieel gevolg
- de overheid; een financieel gevolg
- de werkende; een financieel gevolg

46. Iedereen heeft dus te maken met de gevolgen van werkloosheid
a. Bedenk twee financiele gevolgen voor de overheid
b. Welk financiele gevolg hebben de werkenden?     

Bestrijding werkloosheid
Bestudeer uit de Kennisbank alleen pagina 1 van het volgende onderdeel:

KB: Werkloosheid bestrijden

47. Maak de volgende opdracht.

De overheid kan werkloosheid bestrijden door de belasting te verlagen.
Hoe dat kan, kun je uitleggen in zes stappen. Hieronder staan die stappen.
Ze staan alleen nog niet in de juiste volgorde. Wat is de juiste volgorde?

  1. De overheid verlaagt de belasting.
  2. er worden extra goederen gekocht,
  3. die extra goederen moeten gemaakt worden
  4. daardoor hebben gezinnen meer te besteden,
  5. meer werk voor de bedrijven,
  6. werkloosheid neemt af.

Juiste volgorde: 1   -   .....   -   .....   -   .....   -   .....   -   6

Bestrijden werkloosheid

 

In de Kennisbank heb je kunnen lezen dat de overheid de werkloosheid kan bestrijden door door meer geld uit te geven.

48. De overheid geeft bijvoorbeeld geld uit aan het aanleggen van wegen.
Waarom is het goed voor de werkgelegenheid als de overheid meer geld uitgeeft aan het aanleggen van meer wegen?

49. De overheid heeft invloed op het aantal mensen dat in het onderwijs werkt.
Hoe kan de overheid er voor zorgen dat er meer mensen in het onderwijs gaan werken? Bedenk twee manieren.
50. Geef nog twee voorbeelden van overheidsuitgaven die goed zijn voor de werkgelegenheid.
51. Wat is het nadeel als de uitgaven van de overheid omhoog gaan?

Langer naar school - regionale verschillen
Maak de volgende twee opgaven.

52. De overheid kan de werkloosheid bestrijden door jongeren te stimuleren langer naar school te gaan.

a. Als jongeren langer naar school gaan heeft dat invloed op het aanbod van arbeid. Leg uit hoe.
b. Leg uit dat als jongeren langer naar school gaan dat kan helpen bij de bestrijding van de werkloosheid.


53. De werkloosheid is niet in het hele land even hoog.
Tussen regio's kunnen grote verschillen zijn.
In Groningen bijvoorbeeld is de werkloosheid bijvoorbeeld veel hoger dan in Zuid-Holland.
De overheid kan de werkloosheid in Groningen bestrijden door bedrijven te stimuleren zich in Groningen te vestigen.

Hoe kan de overheid bedrijven stimuleren zich in Groningen te vestigen?

Meer export

54. De overheid kan de conjuncturele werkloosheid bestrijden door bedrijven die producten exporteren subsidie te geven.
Hoe dat gaat kun je uitleggen in zes stappen. Hieronder zie je die stappen.
Ze staan alleen nog niet in de juiste volgorde. Wat is de juiste volgorde?

  1. De overheid geeft een bedrijf een exportsubsidie.
  2. Er worden meer producten geëxporteerd.
  3. Het bedrijf kan de prijs van zijn product verlagen.
  4. De vraag naar werknemers in het bedrijf neemt toe.
  5. De concurrentiepositie verbetert.
  6. De conjuncturele werkloosheid neemt af.

De juiste volgorde is: 1   -   .....   -   .....   -   .....   -   .....   -   6

Bijscholing en omscholing
Bestudeer nu in de Kennisbank de informatie over bijscholing en omscholing.

KB: Bijscholing en omscholing

55. Heb je in de volgende gevallen te maken met omscholen of met bijscholen?

a. Werner is tien jaar geleden zonder diploma gaan werken. Nu is het werkloos geworden. Hij laat zich inschrijven bij het Werkbedrijf van het UWV.
Het Werkbedrijf van het UWV adviseert Werner om zich te laten omscholen/bijscholen.
b. Nienke heeft voor fysiotherapeute gestudeerd. Helaas is ze al vier jaar werkloos. Hoe langer ze werkloos is, hoe moeilijker het wordt om een baan te vinden.
Het Werkbedrijf van het UWV adviseert Nienke om zich te laten omscholen/bijscholen.

Personeel uit het buitenland halen
56. Lees het onderstaande krantenartikel en beantwoord de vragen.

Enorm tekort aan technisch personeel: 63.000 vacatures

Grote technische bedrijven als ASML en Philips gaan actief in het buitenland personeel werven om de enorme tekorten aan technisch personeel in Nederland op te vangen. Dat schrijft NRC Handelsblad vandaag. Met name de hightech-industrie in Brabant wil een gezamenlijke strategie ontwikkelen om de internationale arbeidsmarkt te bewerken.

Het tekort aan technisch personeel op de Nederlandse arbeidsmarkt loopt volgend jaar op tot 63.000. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Maastricht in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken. Voor elk procent dat de economie groeit, komen daar nog eens jaarlijks 13.000 vacatures bij. Het Nederlandse bedrijfsleven loopt nu al voor miljoenen euro’s aan opdrachten mis omdat er te weinig personeel is om die uit te voeren.

"Voorlopig moeten we het hebben van het buitenland. Want er gaat een decennium overheen, voordat Nederlandse studenten de bèta-opleidingen in de elektrotechniek, de fysica of de software interessant genoeg vinden."

Bron: www.nrc.nl - 5 januari 2013

a. Zoek op wat voor soort producten ASML maakt?
b. Wat wordt bedoeld met hightech-industrie?
c. Zijn bedrijven als ASML en Philips kapitaalintensief of arbeidsintensief?
Leg je antwoord uit.
d. De opkomst van de hightech-industrie leidt tot een andere vraag naar personeel. Leg uit waarom.
e. Welke vorm van werkloosheid herken je de volgende beschrijving?

Frits Verjans heeft Nederlands gestudeerd. Hij kan geen baan vinden.
Frits denkt vaak: 'Had ik maar iets met computers gedaan.'
f. Welke oplossing zou het UWV Frits kunnen aanbieden?

Consumentenvertrouwen en koopbereidheid

 

Het consumentenvertrouwen is een getal dat informatie geeft over het vertrouwen en de verwachtingen van consumenten over de ontwikkelingen van de Nederlandse economie. Als het consumentenvertrouwen hoog is, denken de consumenten gunstig over de economie. Is het consumentenvertrouwen laag, dan denken consumenten negatief over het economische klimaat. Er is een relatie tussen het consumtenvertrouwen en de koopbereidheid van consumenten.

 

57. Beschrijf de relatie tussen het consumentenvertrouwen en de koopbereidheid.
58. Leg uit dat als het consumentenvertrouwen daalt, dat kan betekenen dat de conjuncturele werkloosheid toeneemt.

Ito en Marco bediscussiëren met elkaar de relatie tussen het consumentenvertrouwen en de groei van de economie. Volgens Ito zorgt een stijging van het consumentenvertrouwen voor economische groei.
Volgens Marco zorgt een groei van de economie juist voor een toename van het consumentenvertrouwen.

59. Wie heeft gelijk, Ito of Marco? Of hebben ze allebei gelijk? Leg je antwoord uit.

Loonmatiging
Bestudeer nu in de Kennisbank de informatie over loonmatiging.

KB: Loonmatiging

60. Maak de volgende opdracht.

Dat loonmatiging een goed middel is ter bestrijding van de werkloosheid kun je in een aantal stappen uitleggen. Hieronder staan die stappen.
Ze staan alleen nog niet in de juiste volgorde. Wat is de juiste volgorde?

  1. Loonmatiging,
  2. het wordt minder duur om mensen in dienst te nemen,
  3. lonkosten nemen niet of nauwelijks toe,
  4. aantal arbeidsplaatsen neemt toe,
  5. werkloosheid neemt af.

Juiste volgorde: 1   -   .....   -   .....   -   .....   -   5

Lonen omhoog of lonen omlaag?

Jorrick en Akkie zijn het niet met elkaar eens. Volgens Jorrick moeten de lonen omhoog om de werkloosheid te bestrijden. Akkie denkt dat de lonen juist omlaag moeten om de conjuncturele werkloosheid te bestrijden.

61. Maak de redenering van Jorrick af door steeds het juiste woorden te kiezen.

  1. Lonen omhoog
  2. gezinnen gaan meer/minder consumeren
  3. vraag naar goederen stijgt/daalt
  4. bedrijven moeten meer/minder produceren
  5. conjuncturele werkloosheid neemt af.
     

62. Maak ook de redenering van Akkie kloppend.

  1. Lonen omlaag
  2. lagere/hogere kosten voor bedrijven
  3. prijzen van producten kunnen omhoog/omlaag
  4. vraag naar goederen vanuit buitenland stijgt/daalt
  5. conjuncturele werkloosheid neemt af.

63. Wat denk jij? Ben je het eens met Jorrick of juist met Akkie?

Arbeidstijdverkorting
Bestudeer nu in de Kennisbank de informatie over:

KB: Arbeidstijdverkorting

Maak de volgende opdracht.

64. In de kledingzaak van mevrouw Vervaak werken tien verkoopsters. Iedere verkoopster werkt 36 uur per week. Alle verkoopsters willen graag 30 uur per week gaan werken. Voor de vrijgekomen uren worden nieuwe verkoopsters aangenomen. De nieuwe verkoopsters gaan ook 30 uur per week werken.

a. Hoeveel uur werken alle verkoopsters samen?
b. Als de verkoopsters allemaal 30 uur per week gaan werken, hoeveel verkoopsters zijn er dan extra nodig.
c. Neem over en vul de juiste woorden in:
Door ...1... verandert de hoeveelheid werk niet, maar wordt het werk over ...2... mensen verdeeld.


65. In veel bedrijven is arbeidstijdverkorting doorgevoerd. Bedrijven waar nog 40 uur per wordt gewerkt, worden steeds zeldzamer.
Eén dag vrij in de twee weken of vier dagen van 9 uur werken, het komt allemaal voor.
Grote bedrijven hebben over het algemeen weinig organisatorische problemen met het herbezetten van de vrijgekomen uren.
Als 9 werknemers vier uur minder gaan werken, is er één extra werknemer nodig.
Kleine bedrijven hebben meer moeite met herbezetten. Door de arbeidstijdverkorting ontstaan kleine baantjes, waar soms moeilijk personeel voor te vinden is.

a. Wat zal worden bedoeld met het herbezetten van de vrijgekomen uren?
b. Waarom hebben grote bedrijven minder organisatorische problemen met het herbezetten van de vrijgekomen uren dan kleine bedrijven?
c. Bedenk een reden waarom arbeidstijdverkorting niet altijd tot extra arbeidsplaatsen hoeft te leiden.

d. Heeft arbeidstijdverkorting invloed op de werkgelegenheid in personen of de werkgelegenhied in arbeidsjaren?
Leg je antwoord uit.

Minimumloon

 

Lees in de kennisbank economie de pagina over het minimumloon

KB: Loonkosten en minimumloon
Sommige werkgevers pleiten voor het afschaffen van het minimumloon.
De afschaffing van het minimumloon zal, volgens hen, leiden tot een grotere vraag naar arbied.
Hoe dat gaat kun je uitleggen in zes stappen.
66. Hieronder zie je de deze stappen. Ze staan alleen nog niet in de goede volgorde. Wat is de juiste volgorde?

  1. Verlaging minimumloon,
  2. meer afzet door bedrijven,
  3. lagere kostprijs van producten,
  4. lagere loonkosten voor de werkgever,
  5. lagere verkoopprijs van producten,
  6. grotere vraag naar arbeid.

Goede volgorde:

1   >   .....   >   .....   >   .....   >   .....   >   6

67. De vakbonden zijn tegen de afschaffing van het minimumloon.
Waarom, denk je, zijn de vakbonden tegen de afschaffing van het minimumloon?
68. Toch zijn er ook vakbonden die akkord zijn gegaan met lagere lonen tijdens de CAO onderhandelingen. Het argument was dat een lager loon uiteindelijk beter is voor de werkgelegenheid. Leg dit uit.

69. Er zijn veel soorten werkloosheid. Elk met zijn eigen oorzaak en oplossing. Neem het schema hieronder over en vul hem in.

Soort werkloosheid Oorzaak (Mogelijke) oplossingen

conjuncturele werkloosheid
(vraagkant van de economie)

   
structurele werkloosheid
(aanbodkant van de economie)
   
kwalitatieve structurele
werkloosheid
   

frictiewerkloosheid

   
seizoenswerkloosheid    
regionale werkloosheid