Leerdoelen

Aan het eind van het thema arbeidsmarkt moet je:
- weten wat een (collectieve) arbeidsovereenkomst is en hoe deze tot stand komt.
- het begrip arbeidsmarkt kennen en weten wanneer je spreekt van een ruime arbeidsmarkt en van een krappe arbeidsmarkt.
- weten wat de gevolgen zijn van een krappe en ruime arbeidsmarkt
- weten hoe de arbeidsmarkt is opgedeeld.
- weten dat de totale vraag naar arbeid de werkgelegenheid bepaalt.
- weten dat het totale aanbod van arbeid gelijk is aan de beroepsbevolking.
- weten dat je werk op verschillende manieren kunt indelen, bijvoorbeeld in geschoold en ongeschoold werk en in betaald en onbetaald werk.
- weten wat, als het gaat om werken, wordt bedoeld met de informele sector.
Aan het eind van het thema werkloosheid moet je:
- de begrippen werkgelegenheid en beroepsbevolking kunnen omschrijven.
- een definitie van werkloosheid kunnen geven en moet je met behulp van voorbeelden duidelijk kunnen maken dat niet iedereen die niet werkt werkloos is.
- weten hoe de vraag naar producten invloed heeft op de werkloosheid.
- weten hoe de overheid de vraag naar producten kan beïnvloeden.
- de verschillende soorten werkloosheid kunnen noemen en herkennen
- de oorzaken en oplossingen kunnen beschrijven van de verschillende soorten werkloosheid
- verschillende redenen kunnen noemen waardoor structurele werkloosheid kan ontstaan.
- voorbeelden van arbeidstijdverkorting kunnen beschrijven.
- weten wat wordt bedoeld met frictiewerkloosheid, seizoenswerkloosheid en kwalitatieve structurele werkloosheid.
- kunnen uitleggen dat bijscholing en omscholing en loonmatiging kunnen bijdragen aan het bestrijden van de werkloosheid.