Er zijn ontzettend veel beroepen. En er komen er dagelijks nog beroepen bij. Sterker nog, op dit moment word je opgeleid voor een beroep dat op dit moment nog niet eens bestaat......En zelfs binnen een beroep heb je nog te maken met verschillen.
De een geeft namelijk leiding, en de ander voert het uit. De beloningen die werknemers ontvangen verschillen ook nog al eens. Waarom verdien je meer als je bij een bank werkt dan wanneer je in een fabriek werkt? En krijg je wel altijd betaald? Of zijn er ook werkzaamheden (banen) waar je niet voor wordt betaald?
Welk beroep je ook hebt, werken is altijd aan regels verbonden. De drie belangrijkste wetten die voor de arbeidsmarkt gelden zijn:
1. De Arbowet; Dit staat voor arbeidsomstandigheden. In deze wet is onder anderen geregeld dat werk altijd veilig uitgevoerd moet worden en dat de werkgever hiervoor verantwoordelijk is. Een bouwvakker heeft bijvoorbeeld recht op schoenen met stalen neuzen en een helm. De werkgever moet hiervoor zorgen.
2. De arbeidstijdenwet. In deze wet is onder andere geregeld hoeveel uur per week en hoeveel uur per dag je mag werken. Scholieren mogen niet zo veel werken als ze willen. Schooltijd geldt ook als arbeidstijd.
3. Wet gelijke behandeling; deze wet bepaalt dat er geen onderscheid gemaakt mag worden op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat. Salarissen, doorstroommogelijkheden en/of de kans op een baan moeten dus voor iedereen gelijk zijn.
5. In de arbeidstijdenwet zijn speciale regels opgenomen voor jongeren. Zoek op het internet uit welke regels er voor jongeren gelden met betrekking tot de arbeidstijden.
Naast een verschil functie is er ook een verschil in aanstelling. Als je ergens net begint met werken dan krijg je vaak een tijdelijk contract (0,5 of 1 jaar). Als deze periode is afgelopen wordt er geëvalueerd en wordt er besproken of ze het contract voor zo´n zelfde periode verlengen, of dat ze het willen omzetten in een contract voor onbepaalde tijd. Er zit dan geen einddatum aan het contract. Je hebt dan een vast contract en bent in vaste dienst.
6.
a. Waarom krijg je meestal eerst een contract voor een bepaalde tijd?
b. Waarom is het belangrijk dat je een vast contract hebt?
Naast mensen die voor een bepaalde tijd een contract hebben zijn er ook veel mensen die invallen als het erg druk is, of anderen vervangen als ze ziek zijn. Dit noem je flexibele werknemers (flexwerkers). Zij hebben geen vaste arbeidsduur. Als de drukte voorbij is, of de zieken zijn weer beter dan houdt het voor de flexibele werknemer op. Onder flexwerkers vallen bijvoorbeeld de uitzendkracht, de oproepkracht en de invalkracht.
c. Flexibele arbeidskrachten zijn erg aantrekkelijk voor de werkgevers. Leg dit uit.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen betaalde en onbetaalde arbeid. Vrijwilligerswerk is een voorbeeld van onbetaalde arbeid.
7. Johan de Vries is geen voorstander van vrijwilligerswerk. Hij vindt het verkeerd dat er voor werk dat gedaan moet worden niet betaald wordt. Volgens Johan is het ook goed voor de inkomsten en de uitgaven van de overheid als vrijwilligerswerk betaald werk wordt.
Om zijn redenering duidelijk te maken heeft Johan twee schema's gemaakt:
vrijwilligerswerk betaald > ...... > ...... > minder uitgaven overheid
vrijwilligerswerk betaald > ...... > ...... > meer inkomsten overheid
Zoals je ziet zijn de schema's nog niet af. De volgende zinnen moeten nog worden ingevuld
Neem de twee schema's over en vul de zinnen op de juiste plaats in.
8. Welke arbeidsmotieven passen bij vrijwilligerswerk?