Eén van de onderdelen van een plant is de bloem.
De bloem bevat de voortplantingsorganen van een plant.
Bekijk niet het filmpje
Waarom zijn bloemen kleurig en geurig?
In deze opdracht bestudeer je de bouw en functie van de bloem en de manieren waarop zaadplanten zich kunnen voortplanten.
Veel plezier met dit mooie orgaan van de plant.
Vooraf
Vooraf
Na deze opdracht kan ik:
de verschillende onderdelen van de bloem benoemen.
de functie van bloemen beschrijven.
Aan de slag A
Stap 1 Bloemen
Bloem
Bestudeer uit de Kennisbank Bouw zaadplanten de volgende onderdelen:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Practicum Bloem
In dit practicum onderzoek je de bloemen van een witte dovenetel.
Je plakt een bloem, enkele meeldraden en de stamper op het werkblad.
Daarna benoem je de onderdelen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bekijk ook onderstaand filmpje.
Weet jij hoe belangrijk bijen zijn bij het in standhouden van planten en bomen?
Ben je al nieuwsgierig? Kijk dan maar gauw.
Hieronder staat een link naar een website.
Hier vind je veel informatie over zaadplanten.
Door op de verschillende onderwerpen te klikken krijg je duidelijke informatie.
Maak nu de opdracht.
De vragen gaan over de pagina's van de kennisbank die je hebt gelezen.
Kruisbestuiving en zelfbestuiving
Het bestuiven van planten kan op verschillende manieren.
Insecten en de wind spelen daarbij een rol.
Planten kunnen op verschillende manier bestoven worden.
Hieronder zie je een afbeelding over bestuiving.
Bekijk de afbeelding goed en lees de tekst die eronder staat.
Maak nu de oefening.
De vragen gaan over de verschillende soorten bestuiving.
Stap 3
Practicum Stuifmeelkorrels
Tijdens dit practicum ga je stuifmeel van insectenbloemen en stuifmeel van windbloemen onder de microscoop bekijken.
Van beide soorten stuifmeel maak je een biologische tekening. Ook vergelijk je beide soorten met elkaar.
Lees nu eerst van de kennisbank Voortplanting bij zaadplanten het onderdeel
Klaar?
Vergelijk jouw tekeningen met de tekeningen van een klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde overeenkomsten/verschillen tussen beide soorten stuifmeel gevonden?
Stap 4
Eigen onderzoek - deel 5
Tijd voor het volgende onderdeel van je eigen onderzoek.
Jullie gaan aan de slag met deel 5.
Courgettes worden in Nederland in kassen geteeld.
Ze kunnen namelijk niet goed tegen de kou.
Hoe wordt de courgette bestoven als er niet voldoende insecten zijn?
Dat leer je in onderstaande video. Ook zie je hoe een courgette groeit.
Kan jullie plant zich ongeslachtelijk voortplanten?
Zo ja, omschrijf dat zo nauwkeurig mogelijk.
Sla het antwoord op bij de andere antwoorden.
Succes.
Extra: lvoorl
Extra: lvoorl
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder staan video's die goed passen bij dit thema.
Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot.
Begrippenlijst
Bloemetjes - 1
Stamper
Vrouwelijk geslachtsorgaan in een bloem, bestaande uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.
Stempel
Bovenste deel van de stamper; hierop komen stuifmeelkorrels terecht bij bestuiving.
Stijl
Stuk van de stamper tussen de stempel en het vruchtbeginsel.
Vruchtbeginsel
Onderste deel van de stamper dat eicellen (vrouwelijke geslachtscellen van de plant) bevat. Uit het vruchtbeginsel kan na bevruchting een vrucht ontstaan.
Zaadbeginsel
Deel van het vruchtbeginsel, waarin zich een eicel bevindt die kan worden bevrucht. Uit het zaadbeginsel kan na bevruchting een zaad ontstaan.
Meeldraad
Mannelijk geslachtsorgaan in een bloem dat stuifmeelkorrels (mannelijke geslachtscellen van de plant) bevat.
Helmknop
De helmknop is onderdeel van de meeldraad en bestaat uit enkele helmhokjes.
Helmdraad
De helmdraad is onderdeel van de meeldraad en draagt een helmknop.
Stuifmeelkorrels
Mannelijke voortplantingscellen van zaadplanten.
Vrucht
Deel van een plant dat ontstaat uit het vruchtbeginsel en één of meerdere zaden bevat. Speelt vaak een belangrijke rol bij de zaadverspreiding.
Ongeslachtelijke voortplanting
Voortplanting waarbij geen bevruchting plaatsvindt: uit (een deel van) één organisme ontstaat een nieuw organisme. De nakomelingen zijn genetisch hetzelfde als het ouderorganisme. Bijvoorbeeld: bollen, knollen, stekken, uitlopers, wortelstokken. Ander vormen: voortplanting door deling (bij bacteriën en eencellige planten en dieren) en maagdelijke voortplanting (vrouwtjes van bepaalde diersoorten kunnen nakomelingen krijgen zonder dat hier mannetjes aan te pas komen, bijvoorbeeld bladluizen).
Eénhuizig
Eenhuizige planten hebben eenslachtige bloemen waarbij de mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant zitten.
Tweehuizig
Tweehuizige planten zijn planten waarbij mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende plaatsen/planten voorkomen; tweehuizige planten zijn dus mannelijk OF vrouwelijk.
Kiem
Deel van een plant dat een embryo (kiem) bevat en kan uitgroeien tot een nieuwe plant. Een zaad is ontstaan uit een zaadbeginsel na versmelting van de eicel en een stuifmeelkorrel. Zaad bevat reservevoedsel voor de kieming en de eerste groei van het kiemplantje, voordat de fotosynthese op gang komt.
Tweeslachtig
Plantensoort met mannelijke en vrouwelijke bloemen (voortplantingsorganen) op dezelfde plant.
Zaadplanten
Planten die zich voortplanten met behulp van zaden. Zaadplanten hebben wortels, stengels, vaatbundels en bladeren.
Naaktzadige planten
Zaadplanten waarbij de zaden onbedekt op de schub van een kegel liggen; bijvoorbeeld naaldbomen zoals een den (de dennenappel is een kegelvrucht).
Bedektzadige planten
Zaadplanten waarbij de zaden zich bedekt in een vrucht ontwikkelen, bijvoorbeeld appelbomen (de appel is een vrucht).
Eénslachtig
Plantensoort met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke bloemen (voortplantingsorganen). Er zijn dan aparte mannelijke en vrouwelijke planten.
Zaad
Bij (bloem)planten: bevruchte en gerijpte eicel, waaruit een nieuwe plant kan groeien. Ontwikkelt zich in het zaadbeginsel. Bij dieren (en mensen): mannelijke, onbevruchte voortplantingscel.
Geslachtelijke voortplanting
Voortplanting waarbij bevruchting (= versmelting van geslachtscellen) plaatsvindt. Bij planten smelt een eicel samen met een stuifmeelkorrel. Bij dieren (en mensen) smelt een eicel samen met een zaadcel.
Bloemetjes - 2
Zygote
Een zygote is wat ontstaat als een zaad- en eicel versmelten.
Verscheidenheid
Ook wel biodiversiteit genoemd; soortenrijkdom binnen een ecosysteem.
Klonen
(vorm van) Ongeslachtelijke voortplanting; de nakomelingen zijn genetisch hetzelfde als het ouderorganisme. Klonen kan zowel natuurlijk (bollen, knollen, stekken, uitlopers) als kunstmatig (bij planten: cel in petrischaal groeit uit tot plantenweefsel; bij dieren: kern van lichaamscel wordt ingebracht in eicel zonder kern en in draagmoeder geplaatst).
Stekken
Vorm van ongeslachtelijke voortplanting bij planten waarbij een stukje blad of stengel van een plant uitgroeit tot een nieuwe plant. Bijvoorbeeld: wilgentakken.
Voortplanting
Het proces waarbij organismen zorgen voor nakomelingen.
Voortplantingscellen
Geslachtscellen. Bij planten: stuifmeelkorrels (man) en eicellen (vrouw); Bij dieren en mensen: spermacellen/zaadcellen (man) en eicellen (vrouw).
Seizoensinvloed
De levenscyclus van veel planten is afhankelijk van de verschillende jaargetijden (seizoenen). Bijvoorbeeld: kieming van zaden en bloei van sommige planten kan alleen plaatsvinden bij bepaalde groeivoorwaarden (minimumtemperatuur, voldoende vocht en licht). Deze groeivoorwaarden doen zich niet in alle seizoenen voor.
Knol(len)
Vorm van ongeslachtelijke voortplanting bij planten. Bijvoorbeeld: aardappel.
Bol(len)
Vorm van ongeslachtelijke voortplanting bij planten. Bijvoorbeeld: ui.
Dierverspreiding
Zaadverspreiding door dieren. De zaden hebben dan haakjes waarmee ze in de vacht van dieren blijven hangen. Bijvoorbeeld: kleefkruid. Dieren als eekhoorns verstoppen zaden (bijvoorbeeld eikels) als voedselvoorraad in de grond. Uit de vergeten eikels kunnen bomen groeien. Sommige zaden hebben mierenbroodjes, die als voedsel voor mieren dienen. Mieren nemen deze mierenbroodjes mét zaden mee. Zie ook vruchtverspreiding.
Windbestuiving
Overbrengen van stuifmeel door de wind van een mannelijk voortplantingsorgaan (meeldraad) naar een vrouwelijk voortplantingsorgaan (stempel, onderdeel van de stamper).
Insectenbestuiving
Overbrengen van stuifmeel door insecten van een mannelijk voortplantingsorgaan (meeldraad) naar een vrouwelijk voortplantingsorgaan (stempel, onderdeel van de stamper).
Zaadverspreiding
Verspreiding van zaden over een groter gebied, met kans op een gunstigere standplaats om uit te groeien tot (kiem)plant. Kan op verschillende manieren: door wind (zie windverspreiding), water (zie waterverspreiding), dieren (zie dierverspreiding) of mensen (bijvoorbeeld in tuin- en akkerbouw, graszaad aan schoenen) of door de plant zelf (bijvoorbeeld springzaad).
Van vruchtbeginsel tot vrucht
Een vruchtbeginsel (deel van de stamper van een bloem) kan na bevruchting uitgroeien tot een vrucht.
Kroonblad
Binnenste, vaak fel gekleurde, bladeren van een bloem die meestal als functie het aantrekken van insecten hebben.
Kelkblad
Buitenste, meestal groen gekleurde, bladeren van een bloem die de bloemknop beschermen.
Bloem
Deel van de plant (orgaan) dat dient voor de geslachtelijke voortplanting van de plant.
Antwoorden Aan de slag
Aan de slag 3
Stap 3 Verspreiding van vruchten en zaden
A
A
A
A
links 1: C
links 2: D
links 3: A
links 4: C
rechts 1: E
rechts 2: B
rechts 3: C
rechts 4: D
Het arrangement Bloemetjes en bijtjes vmbo-b12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Gertjan Fok
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2025-01-12 13:39:34
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Bloem
Bloemetjes en bijtjes
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.