Menu
Zwakke werkwoorden
haben, sein, werden
Modale werkwoorden
Sterke werkwoorden
Naamvallen (alle) na ontleding
Naamvallen na voorzetsels
Bijvoeglijke naamwoorden
  • Zoeken in arrangement
    bèta
  • Colofon
  • Opties
    Gebruik
    • Download als PDF
    • Alle download opties
    • Kopieer arrangement
    Weergave
    • Menu links
    • Geen menu
    • Menu onder voor digibord
  • wikiwijs-logo
    • Over Wikiwijs
    • Wikiwijs Updates
    • Disclaimer
    • Privacy
    • Cookies
    Wikiwijs is een dienst van

Database Grammatica oefeningen

Database Grammatica oefeningen

Zwakke werkwoorden

Oefening: 1. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

Oefening: 1. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

0 %

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in.

Algemene informatie
Titel
1. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
Aantal vragen
Maximaal te behalen punten
Punten nodig om te slagen
Naam
Start

Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende


hotspot-image
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Reset antwoord
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende

Uitleg

Vorige Controleer Einde Volgende

Vorige Controleer Einde Volgende

Goed zo!

Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je antwoorden bekijken door terug te gaan naar de vragen.

Vorige Start opnieuw
  • Vraag

Oefening:1. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

Oefening: 2. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

Oefening: 2. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

0 %

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in.

Algemene informatie
Titel
2. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
Aantal vragen
Maximaal te behalen punten
Punten nodig om te slagen
Naam
Start

Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende


hotspot-image
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Reset antwoord
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende

Uitleg

Vorige Controleer Einde Volgende

Vorige Controleer Einde Volgende

Goed zo!

Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je antwoorden bekijken door terug te gaan naar de vragen.

Vorige Start opnieuw
  • Vraag

Oefening:2. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

Oefening: 3. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

Oefening: 3. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

0 %

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Algemene informatie
Titel
3. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
Aantal vragen
Maximaal te behalen punten
Punten nodig om te slagen
Naam
Start

Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende


hotspot-image
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Reset antwoord
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende

Uitleg

Vorige Controleer Einde Volgende

Vorige Controleer Einde Volgende

Goed zo!

Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je antwoorden bekijken door terug te gaan naar de vragen.

Vorige Start opnieuw
  • Vraag

Oefening:3. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

Oefening: 4. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

Oefening: 4. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

0 %

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Algemene informatie
Titel
4. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
Aantal vragen
Maximaal te behalen punten
Punten nodig om te slagen
Naam
Start

Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende


hotspot-image
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Reset antwoord
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende

Uitleg

Vorige Controleer Einde Volgende

Vorige Controleer Einde Volgende

Goed zo!

Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je antwoorden bekijken door terug te gaan naar de vragen.

Vorige Start opnieuw
  • Vraag

Oefening:4. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

Oefening: 5. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.

Oefening: 5. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.

0 %

Vul de juiste vorm in van het werkwoord dat voor de zin staat.

Algemene informatie
Titel
5. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.
Aantal vragen
Maximaal te behalen punten
Punten nodig om te slagen
Naam
Start

Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende


hotspot-image
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Reset antwoord
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende

Uitleg

Vorige Controleer Einde Volgende

Vorige Controleer Einde Volgende

Goed zo!

Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je antwoorden bekijken door terug te gaan naar de vragen.

Vorige Start opnieuw
  • Vraag

Oefening:5. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.

Oefening: 6. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.

Oefening: 6. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.

0 %

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de verleden tijd (o.v.t.) in.

Algemene informatie
Titel
6. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.
Aantal vragen
Maximaal te behalen punten
Punten nodig om te slagen
Naam
Start

Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende


hotspot-image
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende
Reset antwoord
Vorige Controleer Einde Volgende
Vorige Controleer Einde Volgende

Uitleg

Vorige Controleer Einde Volgende

Vorige Controleer Einde Volgende

Goed zo!

Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je antwoorden bekijken door terug te gaan naar de vragen.

Vorige Start opnieuw
  • Vraag

Oefening:6. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.

Colofon

Het arrangement Database Grammatica oefeningen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
Karin Prins
Laatst gewijzigd
2017-07-11 15:05:44
Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Database Grammatica oefeningen
nl
Karin Prins
Karin Prins
2017-07-11 15:05:44
leerling/student

Downloaden

Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

  • pdf
  • json
  • IMSCP package

Metadata

  • Metadata overzicht (Excel)

LTI

Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

Arrangement

Oefeningen en toetsen

1. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

2. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

3. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

4. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

5. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.

6. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.

1. haben, sein en werden in tegenwoordige tijd

2. haben, sein, werden in tegenwoordige tijd +volt. dw

3. haben, sein, werden in verleden tijd en volt. dw

4. Zou-vormen van haben en sein (Konjunktiv II)

3. Modale werkwoorden in verleden tijd en volt. dw.

4. Modale werkwoorden in verleden tijd en volt. dw.

5. Zou-vormen van hulpwerkwoorden (Konjunktiv II)

6. Zou-vormen van hulpwerkwoorden (Konjunktiv II)

1. sterke werkwoorden met een 'e' in de stam (teg.tijd)

2. Sterke werkwoorden met een 'a' in de stam (teg.tijd)

3. Sterke werkwoorden teg. tijd.

1. Naamvallen met woorden uit de der-groep

2. Naamvallen met woorden uit de der-groep

3. Naamvallen na een woord uit de ein-groep

4. Naamvallen met woorden uit de ein-groep

5. Der- en Ein-groep door elkaar

6. Der- en Ein-groep door elkaar

1 Voorzetsels met 4e naamval

2. Voorzetsels met de 3e naamval

3. Voorzetsels met de 3e naamval

4. Voorzetsels met de 2e naamval

5. Voorzetsels met 2e, 3e en 4e naamval - door elkaar

6. Voorzetsels met 2e, 3e en 4e naamval - door elkaar.

7. Keuzevoorzetsels

8. Keuzevoorzetsels

9. Keuzevoorzetsels

10. Keuzevoorzetsels

1. Na een woord uit de der-groep

2. Na een woord uit de der-groep

3. Na een woord uit de ein-groep

4. Na een woord uit de ein-groep

5. Der- en Ein-groep door elkaar

6. Der- en Ein-groep door elkaar

IMSCC package

Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

  • IMSCC package

QTI

Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

Versie 2.1 (NL)

  • 1. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
  • 2. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
  • 3. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
  • 4. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
  • 5. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.
  • 6. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.
  • 1. haben, sein en werden in tegenwoordige tijd
  • 2. haben, sein, werden in tegenwoordige tijd +volt. dw
  • 3. haben, sein, werden in verleden tijd en volt. dw
  • 4. Zou-vormen van haben en sein (Konjunktiv II)
  • 3. Modale werkwoorden in verleden tijd en volt. dw.
  • 4. Modale werkwoorden in verleden tijd en volt. dw.
  • 5. Zou-vormen van hulpwerkwoorden (Konjunktiv II)
  • 6. Zou-vormen van hulpwerkwoorden (Konjunktiv II)
  • 1. sterke werkwoorden met een 'e' in de stam (teg.tijd)
  • 2. Sterke werkwoorden met een 'a' in de stam (teg.tijd)
  • 3. Sterke werkwoorden teg. tijd.
  • 1. Naamvallen met woorden uit de der-groep
  • 2. Naamvallen met woorden uit de der-groep
  • 3. Naamvallen na een woord uit de ein-groep
  • 4. Naamvallen met woorden uit de ein-groep
  • 5. Der- en Ein-groep door elkaar
  • 6. Der- en Ein-groep door elkaar
  • 1 Voorzetsels met 4e naamval
  • 2. Voorzetsels met de 3e naamval
  • 3. Voorzetsels met de 3e naamval
  • 4. Voorzetsels met de 2e naamval
  • 5. Voorzetsels met 2e, 3e en 4e naamval - door elkaar
  • 6. Voorzetsels met 2e, 3e en 4e naamval - door elkaar.
  • 7. Keuzevoorzetsels
  • 8. Keuzevoorzetsels
  • 9. Keuzevoorzetsels
  • 10. Keuzevoorzetsels
  • 1. Na een woord uit de der-groep
  • 2. Na een woord uit de der-groep
  • 3. Na een woord uit de ein-groep
  • 4. Na een woord uit de ein-groep
  • 5. Der- en Ein-groep door elkaar
  • 6. Der- en Ein-groep door elkaar

Versie 3.0 bèta

  • 1. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
  • 2. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
  • 3. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
  • 4. Zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
  • 5. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.
  • 6. Zwakke werkwoorden verleden tijd + volt.dw.
  • 1. haben, sein en werden in tegenwoordige tijd
  • 2. haben, sein, werden in tegenwoordige tijd +volt. dw
  • 3. haben, sein, werden in verleden tijd en volt. dw
  • 4. Zou-vormen van haben en sein (Konjunktiv II)
  • 3. Modale werkwoorden in verleden tijd en volt. dw.
  • 4. Modale werkwoorden in verleden tijd en volt. dw.
  • 5. Zou-vormen van hulpwerkwoorden (Konjunktiv II)
  • 6. Zou-vormen van hulpwerkwoorden (Konjunktiv II)
  • 1. sterke werkwoorden met een 'e' in de stam (teg.tijd)
  • 2. Sterke werkwoorden met een 'a' in de stam (teg.tijd)
  • 3. Sterke werkwoorden teg. tijd.
  • 1. Naamvallen met woorden uit de der-groep
  • 2. Naamvallen met woorden uit de der-groep
  • 3. Naamvallen na een woord uit de ein-groep
  • 4. Naamvallen met woorden uit de ein-groep
  • 5. Der- en Ein-groep door elkaar
  • 6. Der- en Ein-groep door elkaar
  • 1 Voorzetsels met 4e naamval
  • 2. Voorzetsels met de 3e naamval
  • 3. Voorzetsels met de 3e naamval
  • 4. Voorzetsels met de 2e naamval
  • 5. Voorzetsels met 2e, 3e en 4e naamval - door elkaar
  • 6. Voorzetsels met 2e, 3e en 4e naamval - door elkaar.
  • 7. Keuzevoorzetsels
  • 8. Keuzevoorzetsels
  • 9. Keuzevoorzetsels
  • 10. Keuzevoorzetsels
  • 1. Na een woord uit de der-groep
  • 2. Na een woord uit de der-groep
  • 3. Na een woord uit de ein-groep
  • 4. Na een woord uit de ein-groep
  • 5. Der- en Ein-groep door elkaar
  • 6. Der- en Ein-groep door elkaar

Voor developers

Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.

Sluiten