§5 Omtrek
Uitleg
1H01.5 Uitleg ................................................................................................
Bestudeer uit de Kennisbank wiskunde het onderdeel:
Omtrek
Bekijk eventueel ook het volgende filmpje: 
en/of dit filmpje (ook oppervlakte):
Voor het maken van sommige opgaven heb je de werkbladen nodig.
Opgaven
1H01.5 Opgaven ...............................................................................................................
Elk roosterhokje is 1 cm bij 1 cm.
Bekijk vierhoek ABCD hiernaast.
- De omtrek van deze vierhoek is in cm:
AB + BC + CD + DA = …… + …… + …… + …… = ……
- Zeshoek ABCDEF is op roosterpapier getekend.
De omtrek van deze zeshoek is:
AB + BC + CD + DE + EF + FA =
…… + …… + …… + …… + …… + …… = …… cm
- Je ziet hier een figuur die bestaat uit een
rechthoek en een een kwart cirkel. Elk roosterhokje is 1 cm bij 1 cm.
Schat de omtrek van de figuur.
Omtrek ≈ … cm
(denk aan je berekening!)
Een boer heeft een rechthoekig weiland van 120 m lang en 75 m breed.
Hij zet er prikkeldraad omheen, twee draden boven elkaar. Om de 5 m komt een paaltje.
- Hoe groot is de omtrek van dit weiland?
- Hoeveel m prikkeldraad heeft hij nodig?
- Hoeveel paaltjes heeft hij nodig?
Je ziet hier een driehoek en een rechthoek.
- Hebben beide figuren dezelfde omtrek?
- Zijn beide figuren even groot?
Je ziet hier zeshoek ABCDEF op een rooster. Elk roosterhokje is 1 cm bij 1 cm.
Schat de omtrek van deze zeshoek.
Omtrek ≈ … cm
Je ziet hier een figuur op een rooster.
Elk roosterhokje is 1 cm bij 1 cm.
Schat de omtrek van deze figuur.
Omtrek ≈ … cm
Bekijk de figuur hiernaast.
Bepaal de omtrek van zeshoek ABCDEF.
| 7 |
 |
Ster |
Hier zie je een zespuntige ster.
- Meet de lengte van lijnstuk AB.
- Bepaal de omtrek van deze ster.
| 8 |
|
|
Hier zie je vier figuren.
- Zet bij iedere zijde de lengte.
- Bepaal de omtrek van iedere figuur.
Teken twee verschillende rechthoeken met een omtrek van 12 cm.
| 10 |
 |
Sportveld |
Een voetbalveld bestaat uit krijtlijnen, een korfbalveld uit lint, sportvelden in de zaal worden vaak gemaakt van kunststoflijnen. Zoek de afmetingen van een sportveld op.
Bereken uit hoeveel meter lijnen het veld bestaat.
Schrijf je berekening(-en) op!
Uitwerkingen
1H01.5 Uitwerkingen ......................................................................................................
- De omtrek van deze vierhoek is:
AB + BC + CD + DA =
3 + 3 + 3 + 3 = 12
- De omtrek van deze zeshoek is:
AB + BC + CD + DE + EF + FA =
4 + 4 + 2 + 2 + 6 + 6 = 24 cm
- Omtrek ≈ 7 + 4 + 3 + 7 = 21 cm
- De omtrek van dit weiland is 120 + 75 + 120 + 75 = 390 m
- Hij heeft 390 x 2 = 780 m prikkeldraad nodig
- Hij heeft 390 : 5 = 78 paaltjes nodig
- Omtrek driehoek: 4 + 6 + 6 = 16
- Omtrek rechthoek: 3 + 5 + 3 + 5 = 16
- Ja, allebei een omtrek van 16
- Beide figuren zijn niet even groot
Omtrek ≈ 2 x 2 + 2,25 x 4 = 13 cm
Omtrek ≈ 3 + 3 + 5 = 11 cm
Omtrek= 4 + 4 + 2 + 2 + 6 + 6 = 24
- AB ≈ 1,4 cm
- Omtrek ≈ 1,4 x 12 =16,8 cm
Figuur I: Omtrek = 10 x 2 + 2 x 4 = 28
Figuur II: Omtrek ≈ 5,7 x 4 = 22,8
Figuur III: Omtrek ≈ 2 x 8,9 + 2 x 5,7 = 29,2
Figuur IV: Omtrek = 3 x 2 + 2 x 4 + 6 = 20
Bijvoorbeeld:
Bijvoorbeeld:
Test jezelf
1H01.5 Test jezelf .............................................................................................................
Je sluit de paragraaf Omtrek af met een toets.
Na het maken van de vragen krijg je een score en kun je de gegeven antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.
Succes!
