Het arrangement Het Romeinse leven is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteurs
- Laatst gewijzigd
- 30-01-2017 06:09:56
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- Sjabloon voor ALPO-studenten voor lessenserie OVL&ICT.
- Leerniveau
- PO groep 6; PO groep 5;
- Leerinhoud en doelen
- Wereldoriëntatie;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld





Tegenwoordig vind je in elke stad een kerk. De Romeinen bouwden vroeger geen kerken maar tempels om hun goden in te vereren. Veel goden hadden een eigen tempel. Bij deze tempels lieten de Romeinen offers voor de goden achter. Een offer was een cadeau voor de god. Wanneer een zeeman bijvoorbeeld een lange reis moest gaan maken, ging hij naar de tempel van Neptunus. Hij bracht daar dan een offer in de hoop door de god beschermd te worden op zijn reis. Offers waren vaak maaltijden, wijn of dieren.

Apollo was een zoon van Jupiter. Hij was de god van het licht, de muziek en de dichtkunst. Hij werd vaak getekend met een lier, dat was een soort muziekinstrument. Ook stonden er vaak een laurierkrans en een zilveren boog bij op de afbeelding.
Jupiter had twee broers. Een van die broers heette Neptunus. Neptunus was de god van de zee. De Romeinen tekenden hem altijd met een drietand. Hij lijkt dat daardoor net op de vader van de kleine zeemeermin. Die had ook altijd een drietand bij zich.



Een van de belangrijkste pleinen in Rome was het Forum Romanum. Dit plein vormde het centrum van de stad. Het Forum Romanum ligt tussen twee van de belangrijkste heuvels: het Capitolijn, waar de tempel van Jupiter stond, en de Palatijn, waar het keizerlijk paleis was gebouwd. In het begin was het Forum een groot marktplein. Om het marktplein lagen tempels, gebouwen waar rechtszaken werden opgelost en regeringsgebouwen. Aan de randen van het plein waren ook winkels. Op het plein stonden marktkramen waar allerlei producten werden verkocht en er werden sportwedstrijden gehouden. Later verdween de marktfunctie. Er waren toen alleen nog winkels langs de randen. Het Forum werd toen voornamelijk een statussymbool. Dat betekent dat de belangrijkste functie van het plein was om te laten zien hoe machtig het Romeinse rijk was geworden.
Een andere vrijetijdsbesteding was een bezoekje aan het badhuis, de Romeinse thermen. De Romeinen die in huurhuizen woonden hadden thuis geen badkamer, dus gingen ze daar naartoe om zich te wassen. De entreeprijs was laag en kinderen mochten vaak zelfs gratis naar binnen. Ook gingen mensen naar het badhuis om te zwemmen, te sporten of te kletsen met vrienden of zakenpartners. Sommige mensen bleven uren in het badhuis, omdat ze het zo gezellig vonden.
De gladiatorengevechten gingen in principe door tot een van de gladiatoren overleed, maar soms kon een gewonde gladiator genade krijgen. Wanneer een gladiator heel goed werd en veel gevechten won, werd hij soms vrijgelaten en kreeg hij een geldprijs. Het grootste amfitheater was het Colosseum. Het Colosseum had vijf tribunes die plaats boden aan zo’n 50.000 toeschouwers. Er waren grote zonneschermen gemaakt van zeildoek om de toeschouwers te beschermen tegen de zon en het theater kon zelfs onder water worden gezet om zeeslagen na te spelen.
Ten slotte konden de Romeinen ook een dag naar de renbaan, het Circus Maximus. Hier werden wedstrijden gehouden met paard en wagen. Als alle plaatsen bezet waren, keken er 380.000 mensen naar de race. Tijdens de races, die strijdwagenrennen werden genoemd, galoppeerden teams van menners en paarden zeven rondjes over een ovale baan. Tijdens de races ging het er hard aan toe. Wagens kiepten nogal eens om waarbij mensen en paarden gewond raakten en soms zelfs overleden. De toeschouwers werden soms zo opgewonden en fanatiek dat ze met elkaar gingen vechten.