Het Romeinse Leven

Het Romeinse leven

Het Romeinse rijk

Uitleg

Het ontstaan van het Romeinse rijk

Het Romeinse Rijk

Het Romeinse rijk ontstond zo’n 3000 jaar geleden. De Latijnen, een stam van vroeger, besloten toen een nieuw rijk te stichten. Zij besloten om dit te doen op de 7 heuvels waarop Rome nu is gebouwd. Dit was een hele goede plek om te gaan wonen, omdat ze vanaf de heuveltoppen hun vijanden vanaf ver konden zien aankomen. Ook was het naast de rivier de Tiber. Deze beschermde hen, omdat het lastig was om zonder een brug over de rivier heen te komen. Ook hadden ze watervoorraad in overvloed. Verder konden ze over de rivier makkelijk naar zee reizen. Al snel groeide de nieuwe stad van de Latijnen en sloten omliggende dorpjes zich bij hen aan.

Er waren natuurlijk ook dorpjes die zich niet bij deze grote, nieuwe stad wilden aansluiten. Zij vochten terug tegen de opkomst van Rome. Het Romeinse leger was sterker en zo bleef de nieuwe stad toch groeien. Het groeide uit tot een rijk. Elke keer dat de Romeinen nieuw land veroverden, bevolen ze de bewoners van dit land in in hun eigen leger.  Van deze bewoners kregen ze snel informatie over het nieuwe land waardoor ze niet verrast werden door gevaarlijke dingen in het land. Het Romeinse rijk bleef maar groeien, tot het op zijn grootst was in 117 na Christus.

Op dat moment strekte het zich uit van Portugal tot aan Perzië, bij de grens van het huidige Turkije, en van Engeland helemaal tot aan Egypte. Om het rijk te beschermen bouwden de Romeinen stevige grenzen. In Nederland lag deze grens bij de rivier de Rijn. Deze grens ten Noorden van het rijk werd de ‘Limes’ genoemd. Ook in Duitsland en Oostenrijk zijn nog resten van deze grens te vinden.


 

De Bataven

Ook een deel van Nederland hoorde bij het Romeinse rijk. Dit was het deel ten zuiden van de Rijn. De Bataven waren een van de volkeren die in Nederland woonden en werden overgenomen door de Romeinen. Zij leefden in vrede met de Romeinen en veel Bataven dienden in het Romeinse leger. In 69 na Christus eindigde deze vrede. Gebruikmakend van de bestaande onvrede onder de Romeinen kwamen de Bataven in opstand. Onder leiding van Julius Civilis leek het er even op dat de opstand een succes zou worden en dat de Bataven zouden winnen. Een paar maanden later werden de Bataven echter alsnog verslagen door het sterke Romeinse leger.


 

Het Romeinse leger

Om de grenzen van het Romeinse rijk te beschermen waren veel soldaten nodig. Het Romeinse rijk had daarom door de jaren heen een groot leger opgebouwd.

Toen het rijk net bestond, was het leger opgebouwd uit een groep ongetrainde mannen. Deze mannen hadden allemaal een andere baan en werden opgeroepen als ze nodig waren. Ze waren dus niet getraind en moesten zelf voor wapens zorgen. Toen het rijk uitbreidde werd het leger steeds beter georganiseerd. Er ontstond een goed geoefende vechtmachine. Soldaat zijn werd nu een fulltime baan, als je niet aan het vechten was, moest je trainen.

De meeste Romeinse soldaten vochten te voet. Met behulp van een kort zwaard moesten ze de vijand verdrijven. Ook had elke soldaat een schild om zichzelf mee te beschermen. Er waren ook Romeinse soldaten die op een paard vochten. Die soldaten te paard noem je de cavalerie.

Een belangrijke tactiek die de Romeinse soldaten gebruikten om zichzelf te beschermen noemde je ‘testudo’. Dit betekende dat alle soldaten heel dichtbij elkaar gingen staan en al hun schilden vlak naast elkaar hielden. Hierdoor ontstond een soort groot schildpaddenschild. De soldaten die onder dit schild stonden konden niet geraakt worden door vijandige projectielen zoals pijlen.

De Romeinse soldaten moesten natuurlijk ook ergens wonen, waar ze makkelijk konden trainen en het rijk verdedigen. Meestal woonden ze in een fort vlakbij de grens die ze op dat moment moesten verdedigen. Zo’n fort noemden ze bij de Romeinen een castellum.  Na een grote overwinning verschoof de grens en moesten de soldaten verhuizen naar een nieuw fort bij de nieuwe grens. Om de soldaten niet te veel in verwarring te brengen werd elk fort precies hetzelfde gebouwd. Hierdoor wisten de soldaten precies de weg in elk fort waar ze naartoe verhuisden.


 

De samenleving en rangordes

In Rome woonden naast soldaten natuurlijk ook nog andere mensen. In het Romeinse rijk heerste een sterke rangorde. Dat betekende dat niet alle mensen als even belangrijk werden gezien.

De hoogste rang in het Romeinse rijk waren de patriciërs. Dit waren de mensen uit rijke families. Deze mensen hadden het meeste geld en de meeste macht. Oorspronkelijk mochten ook alleen de mensen die tot de patriciërs hoorden in de regering, het senaat.  

De middenklasse waren de plebejers. Deze mensen hadden veel minder geld dan de patriciërs en hadden daardoor ook minder te vertellen. Ze mochten niet meedoen in het senaat. Dat vonden ze niet eerlijk. Na veel protesteren kregen de plebejers uiteindelijk gelijk en mochten ook zij meedenken in het senaat. De patriciërs hadden nog steeds de meeste macht, maar de plebejers mochten nu in ieder geval meedenken en als ze het ergens echt niet mee eens waren, hadden ze het recht tegen stemmen.  

De onderste rang in de Romeinse samenleving waren de slaven. Deze mensen hadden niets te vertellen over hun eigen leven. Ze waren eigendom van de rijke families. De slaven waren vaak gevangen genomen soldaten van vijanden of mensen die zoveel schulden hadden dat de enige oplossing was om zichzelf te verkopen. Dat verkopen van slaven gebeurde op veilingen. Sommige slaven hadden geluk. Zij werden gekocht door aardige families en werden soms zelfs vrijgelaten als ze hard genoeg hadden gewerkt. De meeste slaven hadden het minder goed. Zij moesten hard werken, hadden geen vrije dagen en werden soms zelfs geslagen.


 

De ondergang van het Romeinse Rijk

Het Romeinse rijk was zo groot dat het moeilijk werd om alles goed te regelen. In de 4e eeuw na Christus kreeg het Romeinse rijk het heel moeilijk. Er was veel ziekte en honger, de prijzen stegen, de inwoners waren ontevreden daarbovenop waren er steeds meer aanvallen van vijanden. In 395 na Christus bezweek het rijk onder de druk. Om te proberen het nog een beetje te redden werd het rijk opgesplitst in twee delen, het oosten en het westen. Het westelijke rijk hield het hierna nog maar kort vol. 80 jaar na de splitsing, in 476 na Christus, viel het uiteen. Het oostelijke rijk hield het nog bijna duizend jaar langer vol.

Opdrachten

Afsluiting

Je bent nu klaar met de vragen van deze les. De juf heeft nog een andere opdracht! Vorm een tweetal met iemand anders die ook klaar is en vraag het werkblad aan de juf.

De Romeinse goden

Uitleg

Het Romeinse Geloof

De meeste mensen geloven tegenwoordig in 1 god, maar de Romeinen geloofden in heel veel verschillende goden. De goden werden door de Romeinen gebruikt als verklaring voor natuurverschijnselen die ze niet begrepen. Het verhaal van Persephone geeft bijvoorbeeld een verklaring voor de verschillende seizoenen. De Romeinen wisten nog niet dat dit werd veroorzaakt door het draaien van de aarde, dus zeiden ze dat de goden dit veroorzaakten. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor onweer. De Romeinen wisten niet hoe onweer ontstond, dus vertelden ze verhalen over Jupiter die het liet onweren als hij boos werd. De Romeinen geloofden ook dat de goden hen beschermden. Ze hadden bijvoorbeeld goden die de oogst beschermden en goden die hun huis beschermden. Voor elk natuurverschijnsel en alles dat bescherming nodig had, hadden ze een andere god. Met een mooi woord heet dit het meergodendom.


 

De Tempels

   Tegenwoordig vind je in elke stad een kerk. De Romeinen bouwden vroeger geen kerken maar    tempels om hun goden in te vereren. Veel goden hadden een eigen tempel. Bij deze tempels        lieten de Romeinen offers voor de goden achter. Een offer was een cadeau voor de god.                Wanneer een zeeman bijvoorbeeld een lange reis moest gaan maken, ging hij naar de tempel        van Neptunus. Hij bracht daar dan een offer in de hoop door de god beschermd te worden op      zijn reis. Offers waren vaak maaltijden, wijn of dieren.

   Een tempel was vaak mooi versierd. Om de hele tempel heen stonden grote zuilen. De zuilen      aan de voorkant waren vaak prachtig versierd. Op de muren waren schilderingen die verhalen over de god uitbeeldden en binnen in de tempel stond meestal een groot beeld van de god waar de tempel voor was.


 

De belangrijkste goden

De Romeinen geloofden dus in heel veel verschillende goden. Veel van deze goden waren familie van elkaar. Een aantal goden waren het belangrijkst in het Romeinse geloof. De goden Jupiter, Juno, Neptunus, Pluto, Apollo en Venus zijn zes van deze belangrijke goden.

 

 

  • Jupiter was de allerbelangrijkste. Hij was de koning van de goden. De Romeinen zagen hem als de god van de donder, bliksem en stormen. Jupiter werd vaak afgebeeld met een bliksemschicht, omdat de Romeinen dachten dat het zou gaan onweren als deze god boos werd.

 

 

  • De vrouw van Jupiter heette Juno. Zij was de godin van de vrouwen en het huwelijk. Deze godin zie je altijd met een gouden scepter en een kroon.

 

 

  • Apollo was een zoon van Jupiter. Hij was de god van het licht, de muziek en de dichtkunst. Hij werd vaak getekend met een lier, dat was een soort muziekinstrument. Ook stonden er vaak een laurierkrans en een zilveren boog bij op de afbeelding.

 

 

  • Jupiter had twee broers. Een van die broers heette Neptunus. Neptunus was de god van de zee. De Romeinen tekenden hem altijd met een drietand. Hij lijkt dat daardoor net op de vader van de kleine zeemeermin. Die had ook altijd een drietand bij zich.

 

 

  • Jupiter en Neptunus hadden nog een andere broer. Dit was Pluto. Pluto was de god van de onderwereld. De Romeinen tekenden hem met een scepter en soms ook wel eens op een troon van ebbenhout of met een driekoppige hond.

 

 

  • Een andere belangrijke godin was Venus. Zij was de godin van de liefde en de schoonheid. Zij werd altijd getekend met weinig kleding en een schelp.


     

 

De huisgoden

Elke Romeinse familie vereerde ook nog andere beschermgoden, de Lares en de Penaten. Iedere ochtend verzamelde een Romeins gezin bij het altaar van deze huisgoden. Dit altaar had de vorm van een kleine tempel, met de figuren van de beschermheiligen. De Romeinen offerden ze hier wijn, koeken en bloemen.

De Lares waren de huisgoden. Deze beschermden de familie bij geboortes en huwelijken. Daarnaast beschermden ze het huis tegen onheil. De Lares kregen iedere dag een deel van maaltijden, bij het verlaten van het huis werd afscheid van ze genomen en bij binnenkomst werden ze door de familie begroet. Wanneer een familie verhuist, nemen ze de Lares met zich mee naar hun volgende woning.

De Penaten waren de beschermers van het haardvuur. Zij zorgden ervoor dat het vuur in de haard nooit uit zou gaan. Ook zorgden ze ervoor dat de familie altijd genoeg te eten zou hebben. De Penaten werden bij een verhuizing achtergelaten. Deze goden hoorden echt bij het huis en moesten ook de volgende bewoners bescherming bieden.

Opdrachten

Afsluiting

Je bent nu klaar met de vragen van deze les. De juf heeft nog een andere opdracht! Vorm een tweetal met iemand anders die ook klaar is en vraag het werkblad aan de juf.

De Romeinse stad

Uitleg

Wonen

De patriciërs hadden in Rome een heel makkelijk leven. Ze hadden veel geld en slaven die al hun werk deden en ze woonden in grote huizen. Zo’n mooi groot huis noemde je een domus. In hun domus hadden ze vaak meerdere slaapkamers, een keuken en zelfs een badkamer met stromend water. De huizen van de patriciërs waren vaak versierd met prachtige schilderingen.

 

     De middenklasse van de Romeinen,                de plebejers, woonde in minder mooie huizen. Zij woonden vaak in huurhuizen        van ongeveer 8 verdiepingen hoog. Deze huizen werden insula's genoemd. In          één zo’n huis woonden meerdere families. Deze huizen waren vergelijkbaar              met de flats van nu. In deze huizen waren vaak geen keukens of badkamers en er      was alleen stromend water op de begane grond.  

Nu denk je waarschijnlijk: hoe kan het dat de Romeinen al stromend water hadden? De Romeinen waren hun tijd al ver vooruit. Om ervoor te zorgen dat de stad genoeg water had, bouwden de Romeinen aquaducten. Dit waren een soort bruggen waar het water overheen stroomde. Over deze bruggen kon het water vanaf een meer of rivier helemaal naar de stad worden gebracht. De aquaducten waren soms wel 90 kilometer lang en ze werden soms wel drie verdiepingen hoog gebouwd. De aquaducten eindigden bij de openbare badhuizen, openbare toiletten, fonteinen en bij veel woonhuizen.


 

Werken

Een van de belangrijkste pleinen in Rome was het Forum Romanum. Dit plein vormde   het centrum van de stad. Het Forum Romanum ligt tussen twee van de belangrijkste heuvels: het Capitolijn, waar de tempel van Jupiter stond, en de Palatijn, waar het keizerlijk paleis was gebouwd. In het begin was het Forum een groot marktplein. Om het marktplein lagen tempels, gebouwen waar rechtszaken werden opgelost en regeringsgebouwen. Aan de randen van het plein waren ook winkels. Op het plein stonden marktkramen waar allerlei producten werden verkocht en er werden sportwedstrijden gehouden. Later verdween de marktfunctie. Er waren toen alleen nog winkels langs de randen. Het Forum werd toen voornamelijk een statussymbool. Dat betekent dat de belangrijkste functie van het plein was  om te laten zien hoe machtig het Romeinse rijk was geworden.


 

Vrije tijd

De meeste Romeinse burgers hadden veel vrije tijd. Behalve de slaven, begonnen de meeste mensen ‘s ochtends vroeg met werken en waren dan rond de lunch klaar voor de dag. Daarnaast waren er ongeveer 100 dagen per jaar waarop helemaal niet gewerkt werd. Dit waren feestdagen waarop de Romeinse leiders zorgden voor allerlei vermaak. Soms deden ze dat zelfs gratis zodat ook de arme mensen van het vermaak konden genieten.

Een van de dingen die de Romeinen graag deden in hun vrije tijd was het bezoeken van theater. Ze lachten om komedies en huilden om tragedies. De acteurs in het theater waren alleen mannen. Dit waren vaak slaven of slaven die waren vrijgelaten. Ze droegen fel gekleurde maskers en kleding, zodat het voor iedere toeschouwer duidelijk was wat ze voorstelden; bijvoorbeeld een held, een vrouw of een sukkel. Ook werden de stukken op drie verdiepingen tegelijkertijd gespeeld. De grootste theaters hadden plaats voor 27000 mensen.

     Een andere vrijetijdsbesteding was een bezoekje aan het badhuis, de Romeinse thermen. De        Romeinen die in huurhuizen woonden hadden thuis geen badkamer, dus gingen ze daar                naartoe om zich te wassen. De entreeprijs was laag en kinderen mochten vaak zelfs gratis            naar binnen. Ook gingen mensen naar het badhuis om te zwemmen, te sporten of te                      kletsen met vrienden of zakenpartners. Sommige mensen bleven uren in het badhuis, omdat        ze het zo gezellig vonden.

Een dag in de thermen zag er vaak als volgt uit:

  • Wanneer je binnenkwam kleedde je je eerst uit in de kleedruimtes.
  • Daarna deed je meestal een paar sportoefeningen.
  • Sommige mensen sloegen de sportoefeningen over en gingen meteen door naar het warm water bad.
  • Als je voldoende bent opgewarmd ging je door naar het heet water bad.  
  • Tot slot kon je afkoelen in het koude bad en nog even zwemmen in het zwembad.

De Romeinen hielden ook van de shows die werden gehouden in amfitheaters. ‘s Ochtends werden gevechten gehouden tussen wilde dieren en in de middag waren er gevechten tussen gladiatoren. Gladiatoren waren dieven die tot de dood waren veroordeeld of slaven. Deze mannen werden in vechtscholen opgeleid tot gladiator. Ze leerden om te gaan met allerlei verschillende wapens. De gladiatorengevechten gingen in principe door tot een van de gladiatoren overleed, maar soms kon een gewonde gladiator genade krijgen. Wanneer een gladiator heel goed werd en veel gevechten won, werd hij soms vrijgelaten en kreeg hij een geldprijs. Het grootste amfitheater was het Colosseum. Het Colosseum had vijf tribunes die plaats boden aan zo’n 50.000 toeschouwers. Er waren grote zonneschermen gemaakt van zeildoek om de toeschouwers te beschermen tegen de zon en het theater kon zelfs onder water worden gezet om zeeslagen na  te spelen.  


     Ten slotte konden de Romeinen ook een dag naar de renbaan, het Circus Maximus. Hier        werden wedstrijden gehouden met paard en wagen. Als alle plaatsen bezet waren, keken        er 380.000 mensen naar de race. Tijdens de races, die strijdwagenrennen werden                      genoemd, galoppeerden teams van menners en paarden zeven rondjes over een ovale              baan. Tijdens de races ging het er hard aan toe. Wagens kiepten nogal eens om waarbij            mensen en paarden gewond raakten en soms zelfs overleden. De toeschouwers werden            soms zo opgewonden en fanatiek dat ze met elkaar gingen vechten.

Opdrachten

Afsluiting

Je bent nu klaar met de vragen van deze les. De juf heeft nog een andere opdracht! Vorm een tweetal met iemand anders die ook klaar is en vraag het werkblad aan de juf.

Docentenhandleiding

Beste docent,

Deze methode is ontworpen naar aanleiding van een gebrek aan kennis over het leven van de Romeinen. De lessenserie bestaat uit vier lessen van 60 minuten waarvan één practicumles. In de lessen wordt gebruik gemaakt van Prowise. Om dit te kunnen te gebruiken, heeft u een account nodig. Het account registreren is geheel gratis.

Doelgroep

Het lessenpakket is ontworpen voor groep 6 van basisschool de Opstap in IJsselstijn. Deze leerlingen hebben weinig tot geen kennis over de Romeinen en hier sluit het lessenpakket op aan.

Leerdoelen

In de docentenhandleiding vindt u alle leerdoelen per les die worden nagestreefd met dit lessenpakket.

Prowise les 1
Dit is de prowise presentatie die hoort bij de instructie voor les 1. Als u op de link geklikt heeft, kan u kiezen tussen 'Presenter app' en 'Browser'. Selecteer 'Browser'. Als u nog niet ingelogd bent, verschijnt hier het inlogscherm. Vervolgens selecteert u 'Start presenter'. Hieronder ziet u ook de links voor de andere lessen. Deze werken op dezelfde manier.

Prowise Les 2

Prowise Les 3

Prowise Les 4

Het verhaal van Persephone

De mythe van Persephone en de verklaring van de seizoenen

Pluto, de heerser van de onderwereld was verliefd op Persephone, de lieve dochter van de oogstgodin Ceres. Hij vroeg aan Jupiter om met het meisje te mogen trouwen. Jupiter aarzelde, hij wilde zijn broer niet afwijzen, maar hij begreep ook wel dat Ceres nooit zou instemmen in een huwelijk tussen haar dochter en de heerser van het grauwe schimmige dodenrijk. Jupiter zei tegen Pluto dat hij er over na wilde denken; Pluto moest later maar eens terugkomen. Zoveel geduld had Pluto niet.

Op een zonnige zomerdag, terwijl Persephone bloemen plukte in een wei, kwam Pluto plotseling uit de onderwereld tevoorschijn. Hij greep haar en nam haar mee. Net zo snel als hij gekomen was verdween hij weer met het gillende en tegenspartellende meisje in een spleet in de aarde.

Ceres werd ongerust toen haar dochter die avond niet thuis kwam. Ze ging op zoek naar haar, maar vond haar nergens. Niemand kon haar vertellen waar haar het meisje kon zijn. Ceres werd wanhopig. Ze dronk niet en at niet. Haar laatste hoop was Helios, god van de zon, en hem vragen of hij iets had gezien. Helios, die alles zag, vertelde wat hij wist: Pluto had Persephone meegenomen naar de onderwereld.

Ceres had toen echt alle hoop verloren. Nooit zou ze haar dochter terugzien. Ze was razend op Jupiter, die had alles toegelaten door te doen alsof hij het niet zag. Ceres vertoonde zich daarom vanaf dat moment niet meer op de Olympus. Ze vermomde zich als een oude vrouw en zwierf diepbedroefd over de wereld. Ze zorgde niet meer voor het graan en de andere gewassen. Het kon haar niet schelen dat de aarde verdroogde en verdorde en de mensheid van honger dreigden om te komen, zo diep was haar verdriet om haar verloren dochter.

Ondertussen maakte Jupiter zich zorgen. Hij wilde de mensheid niet laten uitsterven. Bovendien had hij medelijden met Ceres en kon hij haar verdriet niet langer aanzien. Jupiter stuurde een bericht naar zijn broer en vroeg hem om Persephone aan haar moeder terug te geven. Pluto stemde toe, maar onder één voorwaarde: Persephone moest een laatste avondmaal eten, tijdens dit maal at ze zes granaatappelpitten. Wanneer er eenmaal iets in de onderwereld gegeten was, kon men niet meer voor altijd terug. Voor elke pit die Persephone gegeten had moest ze een maand naar de onderwereld terug. En zo gebeurde het dat zij elk jaar zes maanden bij haar moeder was, die in al haar vreugde de gewassen en bloemen liet groeien, de lente en de zomer. Daarna ging ze weer terug naar de onderwereld, naar Pluto, waardoor het weer dor werd op de aarde: de herfst en de winter.

 

  • Het arrangement Het Romeinse leven is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Ilva Golbach
    Laatst gewijzigd
    30-01-2017 06:09:56
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Sjabloon voor ALPO-studenten voor lessenserie OVL&ICT.
    Leerniveau
    PO groep 6; PO groep 5;
    Leerinhoud en doelen
    Wereldoriëntatie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Prowise les 1
    https://presenter.prowise.com/share_BDrOo70zUvDEpHpu1f5SFFLAwiN8NGWYTOxIU8Hz3VDrm3lniqGx6b93JV0hlfFF
    Link
    Prowise Les 2
    https://presenter.prowise.com/share_pfzrTYBwPTzFuPvKAL2mMPABfTiVyIUoyTfR2rORLNgFmcZxxbjK1uWgNEBMXgAW
    Link
    Prowise Les 3
    https://presenter.prowise.com/share_FBmoB7DgmUsi8HFANHoVLlwHRvfmffDur1j47wktRccYtriG0XmUJjmkfSWK9jF1
    Link
    Prowise Les 4
    http://https://presenter.prowise.com/share_i7GvYCFmPpgYVEDGNLSD4IX98hJ0kcgTiwOH0d5ZTk8yyLFMhhZl18u8pDHaqx4Z
    Link

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Dummer, Gerard. (2016).

    Lessenserie

    https://maken.wikiwijs.nl/93775/Lessenserie

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.