Aftrekken met negatieve getallen

Aftrekken met negatieve getallen

Je kunt aftrekken met negatieve getallen.

\(8--3\) is hetzelfde als \(8+3\).

Dus \(8--3=8+3=11\).

Voorbeelden:

  • \(5--3=5+3=8\)
     
  • \(4--7=4+7=11\)
     
  • \(-9--4=-9+4=-5\)

 

Aftrekken met negatieve getallen - Voorbeeld

Irma doet mee aan een danswedstrijd.
Na haar optreden krijg zij van de jury de volgende puntenaantallen.

De totaalscore voor Irma bereken je met de volgende som:

  • \(5+-1+2+-4=2\)


De totaalscore voor Irma is dus \(2\).

Irma mag de slechtste score laten vervallen.
De laagste score is \(-4\).
De score wordt dan \(2--4=6\). Ga na of dit klopt!

  • Het arrangement Aftrekken met negatieve getallen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2016-11-18 16:22:24
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Rekenen/wiskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare