Verhaal

Verhaal

Als je een verhaal schrijft, ga je meestal uit van wat je zelf meegemaakt of gezien, gehoord of gelezen hebt. Ook baseer je ideeėn vaak op mensen en plaatsen die je kent.

Je gebruikt bekende gegevens om iets nieuws te maken. Je begint met het bedenken van een paar elementen van je verhaal. Over welke personages ga je schrijven, in welke tijd speelt je verhaal zich af, op welke plaats(en) spelen de gebeurtenissen zich af?

Leef je in situaties in en stel je voor hoe personages eruitzien, hoe ze lopen en lachen, wat ze voelen, hoe het ergens ruikt, hoe iets smaakt of klinkt. Laat je fantasie de vrije loop en schrijf zoveel mogelijk op, ook al weet je nog niet of je er iets mee gaat doen.
Als je straks echt gaat schrijven, gebruik je in je verhaal alleen de meest sprekende details.

Vervolgens denk je na over wat er in het verhaal gebeurt: de plot. Je schrijft de eerste versie. Na een paar dagen herlees je je verhaal en herschrijf je wat je nog niet bevalt.

Zo schrijf je een verhaal.

  • Bepaal een paar elementen van je verhaal, zoals personages, tijd en plaats(en).
  • Leef je in de bedachte situaties in en schrijf ideeën op.
  • Bedenk een plot.
  • Schrijf een eerste versie van je verhaal. Gebruik treffende details.
  • Herlees je verhaal na een paar dagen.
    Verander het zo nodig, tot je tevreden bent.

Stijl
Om lezers van je verhaal te boeien, heb je niet alleen een spannend plot en interessante personages nodig, maar ook een stijl van schrijven die past bij jouw verhaal.

Je schrijfstijl zie je onder andere terug in woordkeus en zinsbouw. Die kunnen kort en zakelijk zijn, of juist langer en beeldend. Door een passende stijl wordt je verhaal interessanter voor de lezer.

Colofon

Het arrangement Verhaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
2017-09-27 11:04:51
Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Toelichting
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
Leerinhoud en doelen
Nederlands;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Trefwoorden
kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare

Downloaden

Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

Metadata

LTI

Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

Arrangement

IMSCC package

Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

Meer informatie voor ontwikkelaars

Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.

close
Colofon
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open