Rechtspraak vmbo-kgt34

Rechtspraak vmbo-kgt34

Rechtspraak

Intro

Deze opdracht gaat over rechtspraak in de rechtsstaat Nederland. Aan de hand van een voorbeeld zie je hoe rechtspraak werkt, wat rechters wel en niet mogen en moeten en welke rechten je hebt als je met het strafrecht te maken krijgt.

In de volgende video hieronder maak je kennis met het begrip 'Rechtsstaat'.
Bespreek na het kijken met een klasgenoot wat een 'rechtsstaat' is.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de kenmerken van een rechtsstaat beschrijven.
  • omschrijven welke rechten burgers hebben als ze verdacht worden van een strafbaar feit.
  • in grote lijnen omschrijven hoe een strafzaak loopt en kun je de belangrijkste stappen daarin benoemen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest informatie over de rechtsstaat in Nederland en beantwoord vragen met waar of niet waar.
Stap 2 Je lees hoe de rechtspraak in Nederland is geregeld en kijkt een video over regels en wetten.
Stap 3 Grofweg bestaat een rechtszaak uit 5 stappen. Die stappen lees je hier.
Stap 4 Bij een rechtszaak draait het om meer personen dan alleen de verdachte en de rechter. Wie er allemaal bij horen leer je in stap 4.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de begrippenlijst die hoort deze opdracht.
Eindproduct Maak een fictieve rechtszaak.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Rechtsstaat Nederland

Montesquieu (1689-1755)
de bedenker van de scheiding
der machten, de trias politica.

Nederland wordt een rechtsstaat genoemd. Wat hiermee wordt bedoeld, zie je in het filmfragment “Rechtspraak in een rechtsstaat”.

 

Lees voor het kijken eerst de vragen onder de video. De antwoorden op de vragen hoor je in de video.

Stap 2: Rechtspraak

Vrouwe Justitia - symbool  van
rechtvaardigheid

Als er in Nederland een strijd is tussen twee partijen kan het komen tot een rechtszaak.
Zo kan het gebeuren dat je ruzie krijgt met een bedrijf waar je een televisie hebt gekocht. Als deze niet goed of niet op de juiste manier is geleverd en het bedrijf weigert je geld terug te geven, kun je naar de rechter stappen.
Je kunt ook een rechtszaak krijgen al je iets hebt gedaan wat niet mag volgens de wet. Een inbraak bijvoorbeeld, grote hoeveelheden wiet hebt geteeld of erger nog; een moord hebt gepleegd.

Hoe is rechtspraak in NL geregeld?

In Nederland is iedereen voor de rechter gelijk. Het maakt niet uit wat je gedaan hebt, de rechter zal onpartijdig naar jouw zaak kijken en oordelen. Voor iedereen gelden dezelfde regels en dezelfde wetten.

In ons land zijn drie soorten rechtsgebieden: strafrecht, civiel recht en bestuursrecht.

Strafrecht is voor mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd. Bijvoorbeeld een inbraak.
Civiel recht gaat om onenigheid tussen burgers of organisaties. Bijvoorbeeld een uit de hand gelopen ruzie met je buurman over de plek van de schutting.
Bestuursrecht gaat over conflicten tussen burgers en de overheid. Als je bijvoorbeeld bezwaar aantekent tegen een belastingaanslag en dit niet met de belastingdienst samen op kunt lossen. Dan komt de rechter er aan te pas.

Er bestaat ook nog jeugdrecht. Dat is voor jongeren tot 18 jaar. Jeugdrecht kan gaan over strafzaken, maar ook over civiele zaken. Onder het jeugdrecht valt ook uithuisplaatsingen als je ouders niet meer voor je kunnen zorgen.

In de volgende video worden de verschillende soorten nog een keer uitgelegd.
Kijk de video en maak daarna de oefening.

Stap 3: Strafzaak

Als je een strafbaar feit hebt begaan, sta je niet de volgende dag al voor de rechter. Daar gaat een heel proces aan vooraf.
Een strafprocedure voor volwassenen bestaat uit de volgende stappen:

1. Vooronderzoek

Als iemand wordt verdacht van een strafbaar feit wordt deze persoon in de meeste gevallen eerst opgepakt door de politie. De politie doet samen met de officier van justitie onderzoek naar het strafbare feit. Zo moeten ze bewijzen verzamelen dat deze verdachte daadwerkelijk een strafbaar feit heeft begaan. Ook wordt de verdachte verhoord. Voor dit verhoor heeft de verdachte recht op een advocaat.

2. Dagvaarding

Als de politie en de officier van justitie voldoende bewijzen hebben verzameld wordt er besloten of de zaak voor de rechter kan komen. Dat kan alleen als er bewezen kan worden dat de verdachte daadwerkelijk iets te maken heeft met het strafbare feit. De verdachte krijgt dan een dagvaarding. Dat is een brief waarin staat waarvoor de verdachte wordt vervolgd en waar wanneer de zaak voor de rechter komt.
Mochten er getuigen zijn of een eis voor schadevergoeding, dan worden deze ook genoemd in de dagvaarding.

3. Zitting

Tijdens de zitting is de verdachte niet verplicht om aanwezig te zijn. De advocaat van de verdachte kan dan namens de verdachte het woord doen. De rechter controleert tijdens de zitting eerst of alles tijdens het vooronderzoek en de dagvaarding volgens de regels is verlopen. Daarna vertellen de officier van justitie en de advocaat van de verdachte ieder hun kant van het verhaal. Ze laten bewijzen zien en komen eventueel met getuigen. Soms komen er deskundigen aan het woord. Bijvoorbeeld een arts. Op die manier probeert de rechter erachter te komen of het strafbare feit echt wel strafbaar is en of er genoeg bewijsmaterialen zijn verzameld.
Daarna geeft de rechter aan wanneer de uitspraak verwacht kan worden.

Slachtoffers (of hun nabestaanden) hebben in sommige strafzaken recht op spreekrecht. Zij mogen dan in de rechtszaal vertellen hoe zij het misdrijf hebben ervaren.
Zittingen zijn meestal openbaar. Dat betekent dat de verdachten ook vrienden of familie mee mag nemen. Ook kan het zijn dat er pers aanwezig is.

4. Uitspraak

Bij zaken waar slechts één rechter is, wordt vaak gelijk mondeling een uitspraak gedaan. Bij zaken waar meerdere rechters zitten moet eerst overlegd worden. De uitspraak krijgt de verdachte dan binnen twee weken te horen.

De rechter kan meerdere uitspraken doen.

Hij kan de verdachte

  • vrijspreken. De rechter zegt dan eigenlijk dat de verdachte het niet heeft gedaan of dat hij een gebrek aan bewijs heeft.
  • een straf opleggen. Bijvoorbeeld een boete, taakstraf of gevangenisstraf.
  • ontslaan van rechtsvervolging. Dit betekent dat de verdachten niet vervolgd wordt ook al is er wel voldoende bewijs.

5. Hoger beroep

Als de verdachte het niet eens is met de uitspraak van de rechtbank kan hij/zij in hoger beroep gaan. Dat kan een officier van justitie ook doen als hij bijvoorbeeld vindt dat de straf die de rechter heeft opgelegd te laag is of als hij het er niet mee eens is dat de verdachte is vrijgesproken.
In het hoger beroep kijkt een andere rechter dan nogmaals naar de zaak en bepaalt of de opgelegde straf wel klopt.

Stap 4: Wie zie je in een strafzaak?

Als er je in Nederland een kijkje zou nemen in een rechtszaak zou je de volgende personen zien.

Rechter(s)

Rechters zijn in een rechtszaal eigenlijk de belangrijkste personen. De rechter bepaalt wie schuldig of onschuldig is. Ook bepaalt de rechter wat de eventuele straf is. Een rechter kan een gevangenisstraf opleggen en bepaalt hoe lang deze straf dan is, maar ook een boete of een taakstraf. Bij een taakstraf moet je werken zonder betaald te worden. Een rechter bepaalt ook hoe lang de straf is.

Bij kleine en eenvoudige rechtszaken is één rechter aanwezig. Bij grote zaken zijn er drie rechters.

Bij het opleggen van een straf houdt de rechter zich aan regels. Daardoor kan hij niet zijn eigen gevoel mee laten spelen. Hij geeft straffen volgens bepaalde regels. Of hij het daar nou zelf mee eens is of niet.

Verdachte

Een verdachte is iemand waarvan men denkt dat hij een iets heeft gedaan wat niet kan volgens de wet. Dat kan een inbraak zijn, een diefstal, een beroving of iets anders heeft gepleegd.
Nadat de verdachte is gearresteerd wordt hij voorgeleid voor de Officier van Justitie. Dan pas wordt de verdachte officieel beschuldigd. Daarna mag de verdachte pas verhoord worden door de politie.
Je hoeft als verdachte geen antwoord te geven. Je mag je beroepen op je zwijgrecht. Ook heb je altijd recht op een advocaat.

Officier van Justitie

De officier van justitie is een ambtenaar in dienst bij de koning en werkt bij de rechtbank. Hij heeft de leiding over als het werk van de politie. De officier van Justitie is verantwoordelijk voor het vervolgen van een verdachte. Ook geeft hij toestemming voor bijvoorbeeld een huiszoeking of het langer gevangen houden van een verdachte.

Ook in de rechtszaal heeft de officier van justitie een grote rol. De officier van justitie klaagt de verdachte aan. Ook geeft hij aan welke straf dat hij vindt dat de verdachte moet krijgen. De rechter hoeft het hier niet mee eens te zijn en ook niet akkoord te gaan met de eis van de officier van justitie.

Advocaat

Iedere verdachte heeft recht op een advocaat. Als je geen advocaat kunt betalen krijg je er eentje die betaald wordt door de overheid. Dat noem je pro deo. Je betaalt dan alleen een kleine eigen bijdrage.  
Een advocaat verdedigd je in de rechtszaal, maar ook tijdens de verhoren van de politie.
Een advocaat heeft als belangrijkste taak de verdachte vrij te krijgen of voor een zo laag mogelijke straf te zorgen.

Getuige

Soms worden er in rechtszaken getuigen opgeroepen. Een getuige heeft gezien wat er is gebeurd en kan dat dan vertellen aan de rechter(s) en de officier van justitie. Als de rechtbank aangeeft dat je moet getuigen in een rechtszaak, ben je verplicht om te komen. Doe je dat niet, dan kan het zijn dat de politie je komt ophalen of dat je een boete krijgt.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Rechtsstaat
In een rechtsstaat moet iedereen, burgers, maar ook de overheid, zich houden aan de wetten en regels.
Scheiding der machten
De scheiding der machten wordt ook wel trias politica genoemd en is bedacht door de Franse filosoof Charles de Montesquieu (1689-1775). Dat betekent dat de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht in een land bij verschillende instellingen moeten liggen.
Onafhankelijke rechtspraak
Bij onafhankelijke rechtspraak komen rechters op een onafhankelijke en onpartijdige manier tot hun oordeel.
Gelijkstelling voor de wet
Gelijkgerechtigdheid, zelfstandigheid of de formele toekenning van gelijke rechten.
Wetboek van Strafrecht
Verzameling wetten die met het Wetboek van Strafvordering de basis legt van het Nederlandse strafrecht.
Rechtsgang
Verloop van een proces op civiel of strafrechtelijk gebied.

Eindproduct

In deze opdracht heb je kennis gemaakt met het rechtsysteem in Nederland.
Als eindproduct ga je een fictieve rechtszaak schrijven. Dat betekent dat je zelf een rechtszaak verzint en alle stappen beschrijft zoals die in stap 4 zijn beschreven.

In de volgende video zie je een voorbeeld van zo'n verzonnen situatie. Kijk tot 5.20 min.

Nu ga je zelf aan de slag.

  • Werk samen met een klasgenoot
  • Verzin samen een strafbaar feit. Dit kan van alles zijn, maar houd het wel netjes en realistisch!
  • Omschrijf de vijf stappen van het strafproces zoals deze in stap 4 beschreven staan. Omschrijf hierbij duidelijk wat er gebeurt.

Noteer alles in een (Google-)document en deel dit met jullie docent.

Beoordeling
Bij de beoordeling van jullie document let jullie docent op het volgende:

  • De inhoud: heeft het document een logisch verhaal? Zijn alle stappen van het strafproces doorlopen?
  • De vorm: is het document met zorg geschreven?
  • Taalfouten: bevat het document niet te veel taalfouten?

 

Terugkijken

Intro:

  • Lees de intro nog eens door. Past de intro goed bij de opdracht.
    Gaf de video een goed beeld van wat je in deze opdracht ging doen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al veel over dit onderwerp?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Ging het goed? Is het gelukt om een strafzaak te verzinnen die geloofwaardig is en deze dan ook nog duidelijk in stappen te beschrijven? Hoe verliep de samenwerking? Waren jullie het eens over de stappen en het onderwerp? Zo nee, hoe hebben jullie dit dan opgelost?
  • Het arrangement Rechtspraak vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 11:05:59
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO-KGT. leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Staatsinrichting. Het onderwerp van deze les is Rechtspraak. Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor VMBO-KGT. leerjaar 3 en 4. Deze les valt onder het thema Staatsinrichting. Het onderwerp van deze les is Rechtspraak. Een rechtstaat is een staat waarin burger zo veel mogelijk worden beschermd tegen de overheid en er zijn onafhankelijke rechters bepalen vanuit de wet of iemand schuldig wordt bevonden en dan welke straf het best passend is. Als verdachte heb je vele rechten, zoals het recht op rechtsbijstand, recht om te zwijgen en dat mensen schuldig zijn tot dat het tegendeel is bewegen. In Nederland heb je het strafrecht (strafbare feiten), het civielrecht (onenigheid tussen burgers/bedrijven) en bestuursrecht (tussen burgers en de overheid). Jeugdrecht is voor jeugd tot 18 jaar. De strafprocedure bestaat uit de volgende stappen: vooronderzoek, dagvaarding, zitting, uitspraak en eventueel hoger beroep. De mensen die deelnemen aan een strafzaak zijn: rechter(s), de verdachte, officier van Justitie, advocaat en getuige. Begrippen die verder nog aan bod komen zijn: scheiding der machten, onafhankelijke rechtspraak, gelijkstelling voor de wet, Wetboek van Strafrecht en rechtsgang.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van burgers en stoommachines (1800 - 1900); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, geschiedenis, onafhankelijke rechtspraak, rechtsgang, rechtspraak, rechtstaat, scheiding der machten, stercollectie, vmbo-kgt34, wetboek van strafrecht

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo34

    https://maken.wikiwijs.nl/148851/Tijdelijk_vmbo34