Werkstuk
Als je een werkstuk gaat maken, kies je eerst een onderwerp. Over dit onderwerp bedenk je een hoofdvraag, die je uitsplitst in deelvragen.
Daarna verzamel je bronnen waarin je informatie over je deelvragen markeert.
De gemarkeerde informatie verwerk je per deelvraag door er een samenhangende tekst over te schrijven.
Elke deelvraag behandel je in een apart hoofdstuk. Met behulp van de antwoorden op de deelvragen kun je de hoofdvraag beantwoorden. Geef je hoofdstukken en paragrafen titels en nummers.
Schrijf vervolgens de inleiding. Daarin beargumenteer je de keuze voor het onderwerp, je stelt hoofd- en deelvragen en je licht je werkwijze toe.
In het slot geef je daarna het antwoord op je hoofdvraag. Ook geef je je eigen mening en eventueel aanbevelingen of een samenvatting van de hoofdpunten. Als je klaar bent met schrijven voeg je illustraties in. Controleer tot slot je hele tekst op duidelijkheid, samenhang, verzorgdheid en op spel- en typefouten.
Zo maak je een werkstuk.
- Kies een onderwerp en bedenk hoofd- en deelvragen.
- Verzamel bronnen en selecteer de informatie per deelvraag.
- Verzamel per deelvraag alle gevonden informatie.
- Verwerk de informatie per deelvraag tot een samenhangende tekst per hoofdstuk
- Stel in de inleiding de hoofdvraag en beantwoord die in het slot.
- Voeg illustraties in.
- Controleer de tekst op duidelijkheid, samenhang, verzorgdheid en spel- en typefouten.
Opmaak van een werkstuk
Opmaak van een werkstuk
Nadat hoofdstukken, inleiding en slot geschreven zijn, volgt de opmaak van het werkstuk. Zet de teksten eerst in één document.
Ga naar het begin van het document en kies Invoegen > Paginanummers om de bladzijden te nummeren.
Ga vervolgens naar Opmaak > Stijlen en Opmaak. Selecteer de hoofdstuktitels en geef ze Kop 1. Selecteer daarna de paragraaftitels en geef ze Kop 2.
Ga het hele document door en zorg dat de paragrafen op een logische manier op de pagina’s staan.
Maak tot slot een bronnenlijst aan het eind en geef het woord bronnenlijst ook Kop 1. Loop dan de lay-out van de pagina’s na.
De inhoudsopgave maak je via Invoegen > Verwijzing > Inhoudsopgave. Kies een opmaak, bijvoorbeeld Decoratief.
Tot slot maak je een titelpagina en een omslag. Daarna bind je het werkstuk, bijvoorbeeld met een ringbandje.
Zo verzorg je de opmaak van een werkstuk.
- Voeg de hoofdstukken samen tot een document.
- Voeg paginanummering in: Invoegen > Paginanummers.
- Verzorg de opmaak van de titels: Opmaak > Stijlen en Opmaak > Kop1 en Kop 2.
- Leg de laatste hand aan de lay-out van de pagina’s.
- Maak een bronnenlijst en zet de titel in Kop 1.
- Maak een inhoudsopgave: Invoegen > Verwijzing > Inhoudsopgave.
- Maak een titelpagina met daarop je naam, de titel, je klas, het vak en de datum.
- Kijk de geprinte eindversie nog een keer goed na en herstel de laatste fouten.
- Maak een mooie en stevige omslag.