Sociaal gedrag
Leven in een groep
Veel dieren leven in groepen. Voorbeelden zijn mussen, bijen, haringen, leeuwen en wolven.
Soms lijken dieren in een groep te leven, maar als je beter kijkt zijn ze alleen maar toevallig op dezelfde plaats.
In andere groepen leven de dieren langer samen, en ze wisselen bijvoorbeeld signalen uit met elkaar. Maar de dieren kennen elkaar niet individueel. Ze worden door hun gedrag bij elkaar gehouden. Denk maar aan een zwerm vogels of een school vissen.
Er komen ook groepen voor waarbij de leden van de groep elkaar herkennen, bijvoorbeeld aan de geur. Dieren die niet bij de groep horen worden verjaagd. Voorbeelden van dit soort groepen zijn muizen, mieren en bijen. Dit heet een anonieme groep.
In sociale groepen herkennen de dieren elkaar, bijvoorbeeld aan de geur. Soms kennen de dieren elkaar ook individueel, bijvoorbeeld apen, kippen en wolven. In dit soort groepen is meestal een rangorde.
Leven in een groep - 2
Het leven in een groep is vaak voordelig. Een groep kan zich bijvoorbeeld beter beschermen tegen vijanden.
Ook kunnen dieren door samenwerken vaak gemakkelijker aan voedsel komen.
Het nadeel is wel dat ze samen moeten delen.
Een wolf alleen is niet in staat een flink hert te doden maar een groep wolven kan dit wel.
Een groepje mussen heeft een roofvogel eerder in de gaten dat een mus die alleen is.
Een sperwer heeft daardoor weinig kans een groepje mussen ongemerkt te benaderen.
Sociaal gedrag
Dieren die meestal alleen leven, noem je solitaire dieren.
Andere dieren leven in een groep, ook als ze eenmaal volwassen zijn. Dat zijn sociale dieren.
Sociale dieren
Wolven verjagen hun jongen niet. Ze blijven in de groep, ook als ze eenmaal volwassen zijn.
Wolven zijn sociale dieren.
Solitaire dieren
Een mannelijke bruine beer heeft alleen met een soortgenoot te maken tijdens de voortplanting.
De berin zorgt een paar jaar voor haar jongen. In die jeugdperiode leren de beertjes spelenderwijs met elkaar om te gaan.
Ze treden op als groep tot de moeder hen verjaagt. Dan moeten ze in hun eentje verder leven.
Prikkels tussen soortgenoten
Je reageert voortdurend op prikkels van soortgenoten. Jouw reactie is voor andere soortgenoten weer een prikkel. Het uitwisselen van prikkels noem je communicatie.
Prikkels die bij communicatie gebruikt worden heten signalen. Overal waar soortgenoten samenleven wordt gebruik gemaakt van signalen.
Gebaren, mimiek, lichaamshouding en taal zijn voorbeelden van signalen.
Rangorde en taakverdeling
Binnen een groep is er vaak een taakverdeling. Er zijn leiders en werkers.
Als leider heb je een andere taak dan als werker.
Er is sprake van een rangorde als er in een groep hoger geplaatste en minder hoog geplaatste dieren zijn.
Bijen worden geboren als werkster, dar of koningin. Bij de geboorte ligt al vast wat ze in hun leven gaan doen.
Volwassen chimpansee mannetjes zijn veel tijd bezig om aan de macht te komen of te blijven. Daarvoor zoeken ze steun bij andere chimpansees. Ook straffen ze lager geplaatste chimpansees. Als een chimpansee de macht heeft, mag hij als eerste eten en paren. Maar hij moet veel aan politiek doen.
Mieren hebben een rangorde die is gebaseerd op geuren. De koningin scheidt geuren af die feromonen heten. Deze feromonen zijn signalen voor de andere mieren.
Een wolf moet strijd leveren met andere wolven om zijn plaats in de groep te veroveren.
Pikorde bij kippen
Bekijk het filmpje over de pikorde bij kippen.
Leiderschap bij mensen
Net als bij dieren is er in een groep mensen een rangorde.
Soms is de rangorde afgesproken, bijvoorbeeld in een groot bedrijf of in het leger.
Mensen zijn vaak bezig om hun machtspositie in de groep te behouden of te verbeteren.
Gedrag dat erop gericht is om macht en status te krijgen noem je imponeergedrag.
Imponeren kan op veel manieren, bijvoorbeeld door: uniformen met decoraties, stemverheffing of dreiggedrag.
Macht kan goed worden gebruikt voor de groep, maar ook worden misbruikt.
Bij mensen worden ook andere eigenschappen dan macht belangrijk gevonden.
Slimheid, creativiteit, muzikaliteit en sportiviteit zijn bijvoorbeeld eigenschappen die worden gewaardeerd en die een hoge status geven in de groep.
Normen en waarden
In een groep gedragen de meeste mensen zich ongeveer hetzelfde.
Ze hebben allemaal dezelfde normen en waarden. Een waarde is een bepaald kenmerk van de groep waar mensen trots op zijn of dat ze belangrijk vinden, bijvoorbeeld tolerantie of netheid.
Bij waarden passen bepaalde gedragingen: de normen.
Gelijke behandeling is een norm bij de waarde tolerantie, je rommel opruimen is een norm bij de waarde netheid. Mensen verwachten van elkaar dat ze zich houden aan de normen en waarden van hun groep.
Rolpatroon
De normen en waarden die (volgens veel mensen) typisch bij mannen of vrouwen horen, noem je een rolpatroon.
Het traditionele rolpatroon is: de man werkt buitenshuis en verdient het geld,
de vrouw doet het huishouden en verzorgt de kinderen. Tegenwoordig is dit niet meer vanzelfsprekend en zijn de rollen van mannen en vrouwen meer gelijk.
Agressief gedrag
Vechten, bijten, schreeuwen en aanvallen zijn voorbeelden van agressief gedrag. Dit is gedrag om een overwinning te behalen. Vandalisme (iets kapot maken) is ook een vorm van agressief gedrag. Bekijk de afbeeldingen met de tekst voor een aantal oorzaken voor agressief gedrag.
Seksuele agressie
Als twee katers met hetzelfde vrouwtje willen paren, dreigen ze naar elkaar. De bangste kater gaat er vandoor. Een dreigende kat maakt zijn lichaam zo groot mogelijk. Dreigen is gedrag dat over het algemeen de schade beperkt. Als een kater niet meer kan vluchten doordat hij in het nauw gedreven is, zal hij agressief worden en zijn tegenstander aanvallen.
Agressie om de leiding
Dieren vertonen agressief gedrag om hun positie in de groep te verhogen of te behouden.
Voordat een wolf de leiding heeft in een troep, strijdt hij met andere mannetjes. De leider van de groep is dus een krachtig dier. Hij kan de ’orde’ handhaven en de groep beschermen. De leider heeft voorrang bij het paren met vrouwtjes en levert de meeste nakomelingen.
Agressie voor bescherming
Dieren vertonen agressief gedrag om zichzelf, hun gebied en hun jongen te beschermen.
Een mannelijk stekelbaarsje houdt andere stekelbaarsmannetjes van zijn nest weg door te dreigen en te bijten. Agressie wordt ook gebruikt om rovers weg te houden van het nest.
Verzoeningsgedrag
Door verzoeningsgedrag kunnen vechtpartijen vermeden worden.
Verzoeningsgedrag komt bij veel dieren voor.
Ook mensen leggen ruzies op die manier bij. Een sussende opmerking of een onderdanige houding zorgen ervoor dat de tegenstander minder agressief wordt.
Als twee honden met elkaar spelen, zie je vaak dat er een op zijn rug gaat liggen. Hij geeft daarmee zijn buik bloot en maakt zich kwetsbaar. Voor de andere hond is dit een signaal dat zijn tegenstander zich overgeeft. Hij zal daarna meestal de aanval staken.
Dit is een vorm van onderdanig gedrag.