In de video wordt over enkele woordsoorten gezongen.
Over welke drie woordsoorten gaat het in deze video?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
de woordsoorten: werkwoorden, lidwoordenen zelfstandig naamwoorden herkennen en gebruiken in zinnen;
de woordsoorten: persoonlijke, aanwijzende en vragende voornaamwoorden herkennen en gebruiken in zinnen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
en
Je vult een schema in over werkwoord, lidwoord en zelfstandig naamwoord. Daarna bekijk je de Kennisbankitems en vergelijk je antwoorden met een klasgenoot. Daarna maak je de oefeningen.
Stap 2
Je gaat video's kijken over woordsoorten en maakt aantekeningen. Bestudeer dit nog in de Kennisbank. Geef per woordsoort een voorbeeld.
Stap 3
Je bestudeert Kennisbankitems en bekijkt een video over voornaamwoorden. Maak drie oefeningen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht
Maak de eindopdracht: de toets Woordsoorten. Zorg dat je een goede score hebt.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbanken
Deze opdracht gaat over woordsoorten.
Met sommige woordsoorten heb je al eerder geoefend.
Nieuw voor je zijn het vragend en aanwijzend voornaamwoord.
Ook met deze woordsoorten ga je in de volgende stappen oefenen.
Vul uit je hoofd het onderstaande schema uit de oefening in.
Bestudeer de theorie uit de Kennisbank over wat je in het schema hebt ingevuld.
Verbeter je schema waar dat nodig is.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Heb je de introductievideo bekeken?
Heb je de drie woordsoorten herkend?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je persoonlijke, aanwijzende en vragende voornaamwoorden in een zin herkennen?
Hoe ging het?
Inhoud
Een deel van deze opdracht was herhaling en een deel was nieuw. Kun je de woordsoorten nu zonder moeite herkennen? Lees anders de Kennisbanken nog eens door.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Had je een goede score voor de toets?
Het arrangement Opdracht: Grammatica - Woordsoorten vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema "Vervoer" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je verschillende woordsoorten herkennen en gebruiken in zinnen. Je leert werkwoorden, lidwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen en toepassen. Daarnaast leer je ook de woordsoorten persoonlijke, aanwijzende en vragende voornaamwoorden herkennen en gebruiken in zinnen.
Als eindopdracht van deze opdracht is er een toets waarin je kunt laten zien dat je de geleerde woordsoorten kunt herkennen en gebruiken.
Veel succes met de toets!
Deze opdracht hoort bij het thema "Vervoer" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je verschillende woordsoorten herkennen en gebruiken in zinnen. Je leert werkwoorden, lidwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen en toepassen. Daarnaast leer je ook de woordsoorten persoonlijke, aanwijzende en vragende voornaamwoorden herkennen en gebruiken in zinnen.
Als eindopdracht van deze opdracht is er een toets waarin je kunt laten zien dat je de geleerde woordsoorten kunt herkennen en gebruiken.
Veel succes met de toets!