§2 Afstanden
Uitleg
Bestudeer uit de Kennisbank wiskunde het onderdeel:
Afstanden
In het filmpje wordt ook nog eens uitgelegd hoe je de afstand van een punt tot een lijn bepaalt:
Bij het maken van de opgaven heb je het werkboek/werkblad nodig.
Opgaven
OPGAVEN §2 Afstanden
Bij dit onderdeel zijn er in totaal 9 opgaven
12 Afstanden
Gebruik je geodriehoek.
a Meet de afstand tussen de punten P en A.
b Meet de afstand van punt P tot lijn l.
c Meet de afstand tussen de lijnen l en m.
13 Voorbeeld 1
Op deze kaartjes is elke centimeter gelijk aan 100 m.
a Hoeveel m is (A) Eva’s route naar de (B) Schoolstraat?
b Hoeveel m is het hemelsbreed van Eva’s huis naar de Schoolstraat?
c Hoeveel m verschil is er tussen beide routes?
14 Voorbeeld 2
De afstand naar Harfsen staat op de paddenstoel.
Zo’n paddenstoel is bedoeld voor fietsers.
De afstand die ze moeten afleggen is afgerond op 1 cijfer achter de komma.
a Neem over en vul in: De afstand naar Harfsen is maximaal … km.
b Neem over en vul in: De afstand naar Harfsen is minimaal … km.
15 Kernopgave
a Teken de afstand tussen A en B.
e afstand van A tot B is … cm.
b Teken de afstand tussen C en l.
e afstand van C tot l is … cm.
c Teken de afstand tussen m en n.
De afstand tussen m en n is … cm.
16 Je ziet een plattegrond van een school en de fietsenstalling.
Elke centimeter is in werkelijkheid 10 meter.
De school gaat uit en het regent.
a Miriam heeft haar fiets bij M, dus ze loopt de afstand VM.
Hoeveel centimeter is dit?
b Hoeveel meter is dit in werkelijkheid?
c Jaap heeft zijn fiets bij J en loopt de afstand VJ.
Hoeveel meter is dit?
d Rachid heeft zijn fiets bij R.
Hij loopt eerst naar P en dan pas naar R.
Waarom doet hij dit?
e Hoeveel meter loopt Rachid?
f Wie loopt de grootste afstand?
g Wie loopt de grootste afstand in de regen?
17 De school heeft ook een zijdeur (Z).
Karin heeft haar fiets bij K en komt uit de zijdeur.
a Hoeveel is de afstand van de zijdeur naar haar fiets?
Karin loopt een zo kort mogelijke afstand door de regen.
b Hoeveel meter moet ze dan extra lopen?
18 a Teken lijnstuk CD.
De afstand van C tot D is … cm.
b Teken de afstand tussen C en lijnstuk AB.
De afstand van C tot AB is … cm.
c Teken de afstand tussen D en lijnstuk AB.
De afstand tussen D en AB is … cm.
d Teken de afstand tussen de lijnstukken AB en CD.
De afstand tussen CD en AB is … cm.
19 Deze T bestaat uit twee lijnstukken. Zijn ze even lang?
20 Klassenplan (Alleen als je ook opgave 11 had gemaaakt)
a Hoeveel bedraagt de grootste afstand tussen twee punten
op het tafeltje waaraan je zit te werken? … cm
b Hoeveel is jouw afstand tot het bord? … cm
c Hoeveel is jouw afstand tot de deur? … cm
d Hoeveel moet je lopen om bij de deur te komen? … cm
Uitwerkingen
12 a De afstand tussen de punten P en A is 4,7 cm…
12 b De afstand van punt P tot lijn l is 2,6 cm
12 c De afstand tussen de lijnen l en m is 1,8 cm
13 a Eva’s route naar de Schoolstraat is 7 km
13 b Hemelsbreed van Eva’s huis naar de Schoolstraat is het 5 km
13 c Het verschil is 7 – 5 = 2 km
14 a De afstand naar Harfsen is maximaal 3,04 km.
14 b De afstand naar Harfsen is minimaal 2,95 km.
15 a De afstand van A tot B is 3,5 cm.
15 b De afstand van C tot l is 2,4 cm.
15 c De afstand tussen m en n is 1,2 cm.
16 a VM = 2,5 cm e Rachid loop 35 m
16 b In werkelijkheid is dat 25 m f Rachid
16 c De afstand VJ is 20,6 m. g Miriam
16 d Zo hoeft hij minder lang in de regen te lopen.
17 a 51 m b 1 m
18 a De afstand van C tot D is 7,1 cm.
18 b De afstand van C tot AB is 2,3 cm.
18 c De afstand tussen D en AB is 2,9 cm.
18 d De afstand tussen CD en AB is 2,3 cm.
19 Ja, de lijnstukken zijn even lang
20 a * cm b * cm c * cm d * cm
Test jezelf
Je sluit de paragraaf Afstanden af met een toets.
Na het maken van de vragen krijg je een score en kun je de gegeven antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.
Succes!