Module Verhaalanalyse - v456

Module Verhaalanalyse - v456

Module Verhaalanalyse

Inleiding

Om goede leesverslagen te kunnen schrijven en literaire teksten te kunnen analyseren wordt er van je verwacht dat je een aantal literaire begrippen kent.
In deze module behandelen we verschillende onderdelen van de verhaalanalyse en je zal bij het lezen van een aantal gedichten/verhalen/verhaalfragmenten moeten laten zien dat je ze kan toepassen. Het is bij dit alles belangrijk dat je een eigen smaak ontwikkelt.

Voor het examen Nederlands moet je in de klassen 4, 5 en 6 vwo beargumenteerd verslag doen van je leeservaringen met een aantal door jezelf geselecteerde literaire werken. Je moet minimaal 12 boeken lezen die oorspronkelijk geschreven zijn in de Nederlandse taal (zie Examenblad). Op het vwo moet je bovendien minimaal drie werken van vóór 1880 lezen.
Daarnaast moet je de hoofdlijnen van de Nederlandse literatuurgeschiedenis kennen. Zie hiervoor de module Literatuur.

Kortom genoeg te doen. Succes met het doorwerken van deze module.

 

Wat kan ik straks?

De leerdoelen van de module Verhaalanalyse zijn:

Literatuur

Je kunt:

  • het verschil omschrijven tussen fictie en non-fictie.
  • twee voorbeelden noemen van boeken of werken die onder fictie en onder non-fictie vallen.
  • vijf verschillende punten noemen om het verschil tussen literatuur en lectuur aan te geven.
  • vijf stijlkenmerken noemen om de schrijfstijl van een schrijver te kunnen beoordelen.

Poëzie

Je kunt:

  • verschillende vormen van poëzie herkennen.
  • aangeven wat wordt verstaan onder rijm en vijf rijmvormen noemen.
  • de meest voorkomende rijmschema's herkennen.
  • aangeven welk rijmschema hoort bij gepaard rijm, gekruist rijm en bij omarmend rijm.
  • uitleggen wat wordt bedoeld met metrum.
  • in een versregel zwak of sterk beklemtoonde lettergrepen onderscheiden.
  • omschrijven hoe typografie een belangrijke rol kan spelen in de poëzie.
  • uitleggen waarom stijlfiguren in de poëzie gebruikt worden en een paar voorbeelden noemen van stijlfiguren.
  • omschrijven wat strofen in een gedicht zijn.
  • enkele versvormen herkennen en opnoemen.

Spanning - Tijd - Ruimte

Je kunt:

  • omschrijven wat het doel is van open plekken in een verhaal of boek.
  • minimaal drie manipulatietechnieken omschrijven waarmee een schrijver de lezer kan manipuleren of spanning in het verhaal kan brengen.
  • het verschil tussen een fabel en sujet omschrijven.
  • de rol van een flashback en een flashforward omschrijven.
  • het verschil tussen de vertelde tijd en de verteltijd uitleggen.
  • (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken dat de ruimte (en handeling) voor spanning en sfeer in een verhaal kan zorgen.

Personages - perspectief

Je kunt:

  • aangeven welke rol personages in een roman of verhaal kunnen spelen.
  • omschrijven waarom identificatie (kunnen inleven in de hoofdfiguur) belangrijk is voor het verhaal.
  • omschrijven wat een antiheld is en wat wordt bedoeld met een 'speaking name'.
  • uitleggen wat wordt bedoeld met het perspectief van een verhaal.
  • vier verschillende vertelperspectieven herkennen.

Thematiek

Je kunt:

  • omschrijven welke informatie je nodig hebt om het thema van een verhaal vast te stellen.
  • drie soorten motieven omschrijven.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met het motto van het boek.

Wat ga ik doen?

De module Verhaalanalyse bestaat uit de volgende opdrachten:

Onderdeel

Tijd in SLU

Inleiding

0,5

Opdracht: Literatuur

3 à 4

Opdracht: Poëzie

4 à 5

Opdracht: Spanning - Tijd - Ruimte

4

Opdracht: Personages - Perspectief

3

Opdracht: Thematiek

2

Afsluiting

4

Totaal

22 à 23 SLU

 

De tijd is een indicatie en mede afhankelijk van de duur van de eindopdracht.

Opdrachten

Hier vind je de vijf opdrachten die samen de module Verhaalanalyse vormen.
Maak je keuze.

Opdracht 1

Literatuur

Opdracht 2

Poëzie

Opdracht 3

Spanning - Tijd - Ruimte

Opdracht 4

Personages - Perspectief

Opdracht 5

Thematiek

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je een overzicht van de Kennisbanken die in deze module besproken zijn.

Wat is fictie?

Poëzie: vormen

Poëzie: rijm, rijmschema's en metrum

Poëzie: typografie

Stijlfiguren

Poëzie: strofebouw en versvormen

Literatuur: Manipulatietechnieken

Literatuur: Tijd

Literatuur: Ruimte en handeling

Literatuur: Personages

Literatuur: Thematiek

Literatuur: Perspectieven

Eindopdracht: Leesautobiografie

In de leesautobiografie beschrijf je je leeservaringen tot nu toe.
Hieronder vind je aantal vragen die je jezelf kunt stellen bij het verzamelen van informatie voor je biografie.

  1. Wat voor boeken las je op de basisschool?
    Welke schrijvers en titels kun je je nog herinneren? Weet je ook nog wat je er leuk aan vond?
  2. Wat voor soort boeken vond je niet leuk?
  3. Zijn er zaken die je toen belangrijk vond en nu niet meer? Ben je bepaalde eigenschappen belangrijker gaan vinden?
  4. Welke boeken heb je in de onderbouw gelezen? Weet je nog waarom je die gekozen hebt? Ben je tevreden over je keuze? Noteer namen en titels.
  5. Kun je beschrijven wat er in je voorkeuren is veranderd? Zijn er omstandigheden of mensen die jou hebben beïnvloed?
  6. Heb je een idee welke boeken je de komende twee jaar gaat lezen? Aan welke eisen moeten die boeken voldoen?

Opdracht

Schrijf nu je eigen leesautobiografie. Schrijf daartoe een verslag van 1 à 2 A4'tjes.
Laat je biografie beoordelen door twee klasgenoten en je docent.
Als jullie werken met een leesdossier zorg je dat het daarin terug te vinden is.


Download hier een voorbeeld van een leesdossier.

Zie ook de pagina's:

Nog een handige link: Boekentaal.

Verslag schrijven

Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd.        

 

Terugkijken

Inleiding

  • Kreeg je bij het lezen van de Inleiding een goed overzicht van wat er in deze module behandeld wordt?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen per opdracht nog eens door.
    Kun je na het lezen van een boekfragment of het bekijken van een videofragment het perspectief herkennen of aangeven of er open plekken in het verhaal zitten?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor deze module staat een studiebelasting van 22 à 23 SLU.
    Had je voldoende tijd voor het maken van alle opdrachten?
  • Eindopdracht
    Is het je gelukt een eigen leesautobiografie te maken? Kreeg je goede reacties van je klasgenoten of docent?
    Heb je gebruikgemaakt van de voorbeelddocumenten?
  • Het arrangement Module Verhaalanalyse - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-07-05 11:44:54
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    De module Literatuur: Verhaalanalyse 1 VWO is ontwikkeld door Fred Marsman (CambiumNed) en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
    Meer informatie: Fair use .

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de
    helpdesk VO-content .

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze module valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor v456. Deze module bestaat uit vijf opdrachten. De eerste opdracht betreft 'Literatuur'. Daarna zal je aan de slag gaan met 'Poëzie'. Vervolgens zal je werken aan 'Spanning - Tijd - Ruimte'. In het vierde onderdeel ga je aan de slag met 'Personages - Perspectief'. Uiteindelijk zal je de opdrachten afsluiten met 'Thematiek'.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Lezen van zakelijke teksten (Nederlands); Nederlands; Begrippenlijst en taalverzorging; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    22 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, module verhaalanalyse - v456, nederlands, opdracht: literatuur, opdracht: personages - perspectief, opdracht: poëzie, opdracht: spanning - tijd - ruimte, opdracht: thematiek, stercollecties, v456

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content Nederlands. (2020).

    Module Verhaalanalyse - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/80939/Module_Verhaalanalyse___h45