Om goede leesverslagen te kunnen schrijven en literaire teksten te kunnen analyseren wordt er van je verwacht dat je een aantal literaire begrippen kent.
In deze module behandelen we verschillende onderdelen van de verhaalanalyse en je zal bij het lezen van een aantal gedichten/verhalen/verhaalfragmenten moeten laten zien dat je ze kan toepassen. Het is bij dit alles belangrijk dat je een eigen smaak ontwikkelt.
Voor het examen Nederlands moet je in de klassen 4, 5 en 6 vwo beargumenteerd verslag doen van je leeservaringen met een aantal door jezelf geselecteerde literaire werken. Je moet minimaal 12 boeken lezen die oorspronkelijk geschreven zijn in de Nederlandse taal (zie Examenblad). Op het vwo moet je bovendien minimaal drie werken van vóór 1880 lezen.
Daarnaast moet je de hoofdlijnen van de Nederlandse literatuurgeschiedenis kennen. Zie hiervoor de module Literatuur.
Kortom genoeg te doen. Succes met het doorwerken van deze module.
Wat kan ik straks?
De leerdoelen van de module Verhaalanalyse zijn:
Literatuur
Je kunt:
het verschil omschrijven tussen fictie en non-fictie.
twee voorbeelden noemen van boeken of werken die onder fictie en onder non-fictie vallen.
vijf verschillende punten noemen om het verschil tussen literatuur en lectuur aan te geven.
vijf stijlkenmerken noemen om de schrijfstijl van een schrijver te kunnen beoordelen.
Poëzie
Je kunt:
verschillende vormen van poëzie herkennen.
aangeven wat wordt verstaan onder rijm en vijf rijmvormen noemen.
de meest voorkomende rijmschema's herkennen.
aangeven welk rijmschema hoort bij gepaard rijm, gekruist rijm en bij omarmend rijm.
uitleggen wat wordt bedoeld met metrum.
in een versregel zwak of sterk beklemtoonde lettergrepen onderscheiden.
omschrijven hoe typografie een belangrijke rol kan spelen in de poëzie.
uitleggen waarom stijlfiguren in de poëzie gebruikt worden en een paar voorbeelden noemen van stijlfiguren.
omschrijven wat strofen in een gedicht zijn.
enkele versvormen herkennen en opnoemen.
Spanning - Tijd - Ruimte
Je kunt:
omschrijven wat het doel is van open plekken in een verhaal of boek.
minimaal drie manipulatietechnieken omschrijven waarmee een schrijver de lezer kan manipuleren of spanning in het verhaal kan brengen.
het verschil tussen een fabel en sujet omschrijven.
de rol van een flashback en een flashforward omschrijven.
het verschil tussen de vertelde tijd en de verteltijd uitleggen.
(met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken dat de ruimte (en handeling) voor spanning en sfeer in een verhaal kan zorgen.
Personages - perspectief
Je kunt:
aangeven welke rol personages in een roman of verhaal kunnen spelen.
omschrijven waarom identificatie (kunnen inleven in de hoofdfiguur) belangrijk is voor het verhaal.
omschrijven wat een antiheld is en wat wordt bedoeld met een 'speaking name'.
uitleggen wat wordt bedoeld met het perspectief van een verhaal.
vier verschillende vertelperspectieven herkennen.
Thematiek
Je kunt:
omschrijven welke informatie je nodig hebt om het thema van een verhaal vast te stellen.
drie soorten motieven omschrijven.
omschrijven wat wordt bedoeld met het motto van het boek.
Wat ga ik doen?
De module Verhaalanalyse bestaat uit de volgende opdrachten:
Onderdeel
Tijd in SLU
Inleiding
0,5
Opdracht: Literatuur
3 à 4
Opdracht: Poëzie
4 à 5
Opdracht: Spanning - Tijd - Ruimte
4
Opdracht: Personages - Perspectief
3
Opdracht: Thematiek
2
Afsluiting
4
Totaal
22 à 23 SLU
De tijd is een indicatie en mede afhankelijk van de duur van de eindopdracht.
Opdrachten
Hier vind je de vijf opdrachten die samen de module Verhaalanalyse vormen.
Maak je keuze.
In de leesautobiografie beschrijf je je leeservaringen tot nu toe.
Hieronder vind je aantal vragen die je jezelf kunt stellen bij het verzamelen van informatie voor je biografie.
Wat voor boeken las je op de basisschool?
Welke schrijvers en titels kun je je nog herinneren? Weet je ook nog wat je er leuk aan vond?
Wat voor soort boeken vond je niet leuk?
Zijn er zaken die je toen belangrijk vond en nu niet meer? Ben je bepaalde eigenschappen belangrijker gaan vinden?
Welke boeken heb je in de onderbouw gelezen? Weet je nog waarom je die gekozen hebt? Ben je tevreden over je keuze? Noteer namen en titels.
Kun je beschrijven wat er in je voorkeuren is veranderd? Zijn er omstandigheden of mensen die jou hebben beïnvloed?
Heb je een idee welke boeken je de komende twee jaar gaat lezen? Aan welke eisen moeten die boeken voldoen?
Opdracht
Schrijf nu je eigen leesautobiografie. Schrijf daartoe een verslag van 1 à 2 A4'tjes.
Laat je biografie beoordelen door twee klasgenoten en je docent.
Als jullie werken met een leesdossier zorg je dat het daarin terug te vinden is.
Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd.
Terugkijken
Inleiding
Kreeg je bij het lezen van de Inleiding een goed overzicht van wat er in deze module behandeld wordt?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen per opdracht nog eens door.
Kun je na het lezen van een boekfragment of het bekijken van een videofragment het perspectief herkennen of aangeven of er open plekken in het verhaal zitten?
Hoe ging het?
Tijd
Voor deze module staat een studiebelasting van 22 à 23 SLU.
Had je voldoende tijd voor het maken van alle opdrachten?
Eindopdracht
Is het je gelukt een eigen leesautobiografie te maken? Kreeg je goede reacties van je klasgenoten of docent?
Heb je gebruikgemaakt van de voorbeelddocumenten?
Het arrangement Module Verhaalanalyse - v456 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
De module Literatuur: Verhaalanalyse 1 VWO is ontwikkeld door Fred Marsman (CambiumNed) en medewerkers van StudioVO.
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
Meer informatie: Fair use .
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content .
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze module valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor v456. Deze module bestaat uit vijf opdrachten. De eerste opdracht betreft 'Literatuur'. Daarna zal je aan de slag gaan met 'Poëzie'. Vervolgens zal je werken aan 'Spanning - Tijd - Ruimte'. In het vierde onderdeel ga je aan de slag met 'Personages - Perspectief'. Uiteindelijk zal je de opdrachten afsluiten met 'Thematiek'.
Leerniveau
VWO 6;
VWO 4;
VWO 5;
Leerinhoud en doelen
Lezen van zakelijke teksten (Nederlands);
Nederlands;
Begrippenlijst en taalverzorging;
Literatuur;
Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands);
Leesvaardigheid;
Deze module valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor v456. Deze module bestaat uit vijf opdrachten. De eerste opdracht betreft 'Literatuur'. Daarna zal je aan de slag gaan met 'Poëzie'. Vervolgens zal je werken aan 'Spanning - Tijd - Ruimte'. In het vierde onderdeel ga je aan de slag met 'Personages - Perspectief'. Uiteindelijk zal je de opdrachten afsluiten met 'Thematiek'.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.