De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Deze opdracht sluit je af met het schrijven van een redenering met de geleerde argumentatiestructuren. Lees eerst deze tekst.
Ik ben anders dan anderen
Ik denk dat veel mensen zich erin herkennen; het gevoel dat je anders bent. Eigenlijk een logisch gevoel, omdat iedereen uniek is en je dus inderdaad allemaal verschilt. Maar je anders voelen dan anderen kan soms ook lastig zijn. Misschien ervaar je het als een probleem, hoor je voor je gevoel nergens bij en voel je je alleen. Anders zijn dan anderen is niet altijd even leuk.
Als kind al voelde ik mij anders dan anderen. Ik was de vreemde eend in de bijt en soms zelfs het zwarte schaap van de klas. Ik was een indiaan, een buitenlander, een hippie of gewoon raar. Ik was in ieder geval niet doorsnee. Dat klinkt nu leuk, dat je uniek bent of bijzonder, maar als kind en ook tijdens mijn tienerjaren en misschien soms nog steeds, voelde dat niet zo positief.
Kinderen zijn vaak erg onzeker en ook in de puberteit komen er vragen in je op zoals; ‘'Waar hoor ik bij?'' ‘'Wie ben ik?" of ‘'Wat vinden anderen van mij?'' Aan de ene kant probeerde ik mezelf te zijn, door mijn eigen stijl, gekke dingetjes of enthousiaste gedrag. Maar het was dubbel. Wanneer ik mezelf was, hoorde ik nergens bij. Als ik anderen nadeed en mezelf een beetje inhield, mocht ik echter juist wel weer overal aan meedoen.
Soms begrepen mensen mij niet. Ze wisten niet waarom ik veel lawaai maakte als ik iets leuk vond, glittertjes op mijn hoofd plakte of een gele muts met pompons droeg in de winter. Sommige mensen dachten dat ik aandacht wilde, maar dat was het niet. Ik wilde dragen waar ik van hield, doen wat ik leuk vond en eigenlijk alleen maar gewoon mezelf laten zien.
Anders zijn dan anderen kan lastig zijn, zeker wanneer je onzeker bent. Die onzekerheid zorgt ervoor dat je jezelf misschien wel gaat verbergen, inhoudt of jezelf anders voordoet dan je bent. Zonde, want in jou zit juist die bijzondere vrouw, dat unieke meisje.
Ik kan nu zeggen dat je jezelf niet moet verstoppen, dat je jezelf mag zijn en dat je trots moet zijn dat je anders bent, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Neem deze boodschap in ieder geval wel mee, zelfs ook al kun je er niet direct iets mee. Jezelf durven zijn en positief kijken naar jouw ‘'andere'' kanten, is een proces. Iets wat hoort bij het leven en waar je doorheen gaat als je volwassen wordt.
Anders zijn heeft namelijk ook voordelen. Lange tijd keek ik naar anderen en hoe die waren. Ik vergeleek mezelf met mijn omgeving, maar vond weinig gelijkenissen. Ik was anders en dat kon ik als kind maar moeilijk accepteren. Op latere leeftijd leerde ik mijzelf steeds beter kennen. Ik ontdekte wat er leuk aan mezelf was, voelde geen haat meer tegenover mijn ‘'andere'' kanten maar leerde deze te waarderen en zelfs te gebruiken op een positieve manier.
‘'Anders zijn'' kun je veel negatieve namen geven. Je kunt zeggen dat je raar bent, vreemd bent, buiten de boot valt, niet goed genoeg bent, stom bent en misschien vind je jezelf zelfs waardeloos hierdoor. Door positief over jezelf te leren denken en je creatieve, bijzonder of ‘'andere'' kanten te gaan benutten, kun je dat ‘'anders zijn'' ook anders gaan leren bekijken. Ga dingen doen met die ''andere kant'', leef je uit.
Leer jezelf zien als bijzonder, uniek, lekker anders dan de rest, niet doorsnee, origineel of excentriek. Je mag zijn wie je bent. Probeer die zin te onthouden, hoe afgezaagd hij ook klinkt. Maar onthoud het tijdens alles wat je doet. Heb lak aan wat andere denken, je mag zijn wie je bent, hoe je er ook uitziet, wat je ook doet en of je daardoor nou anders bent of niet.
1. Een meervoudige argumentatie met de stelling: Anders zijn dan anderen is niet altijd even leuk.
2. Een onderschikkende argumentatie met de stelling: Anders zijn heeft ook voordelen.
Kies eerst over welke stelling je een argumentatie gaat schrijven.
Maak gebruik van argumenten uit de tekst. Schrijf deze eerst voor jezelf op.
Teken een bijpassend argumentatieschema en vul dat in.
Je kunt hiervoor ook het lege Werkblad argumentatieschema gebruiken.
Beoordeling
Het eindproduct wordt beoordeeld door je docent. Bij de beoordeling let je docent op:
Heb je de juiste argumentatiestructuur gebruikt?
Heb je de juiste argumenten uit de tekst gehaald?
Is uit het ingevulde schema duidelijk welke argumentatiestructuur je hebt gebruikt?
Ziet je ingeleverde tekst en schema er goed uit?
Heb je geen taalfouten gemaakt?
Terugkijken
Intro
Heb je de introductievideo bekeken?
Werd de basis van argumenteren goed uitgelegd?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je in een tekst herkennen welke argumentatiestructuur is gebruikt?
Hoe ging het?
Inhoud
Kun je de verschillende soorten argumenten goed herkennen?
Heb je al eens eerder een argumentatiestructuur gemaakt?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Heb je naar aanleiding van een van de stellingen een goede argumentatiestructuur opgezet?
Werd deze door je docent goed beoordeeld?
Het arrangement Lezen - Argumenteren h3 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Anders', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Je begint deze opdracht met het bestuderen van het Kennisbankitem 'Standpunten' en het maken van de bijhorende oefening. Daarna bestudeer je het Kennisbankitem 'Standpunten en argumenten' en maak je eveneens de twee bijhorende oefeningen. Vervolgens bestudeer je het Kennisbankitem 'Argumentatiestructuren', bekijk je de video en maak je de oefening. Uiteindelijk sluit je de opdracht af met de eindopdracht, waarbij je een argumentatie met argumentatieschema schrijft.
Deze opdracht hoort bij het thema 'Anders', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Je begint deze opdracht met het bestuderen van het Kennisbankitem 'Standpunten' en het maken van de bijhorende oefening. Daarna bestudeer je het Kennisbankitem 'Standpunten en argumenten' en maak je eveneens de twee bijhorende oefeningen. Vervolgens bestudeer je het Kennisbankitem 'Argumentatiestructuren', bekijk je de video en maak je de oefening. Uiteindelijk sluit je de opdracht af met de eindopdracht, waarbij je een argumentatie met argumentatieschema schrijft.