Lezen - Argumenteren h3

Lezen - Argumenteren h3

Lezen - Argumenteren

Intro

In deze leesopdracht staat argumenteren centraal.

In deze video wordt de basis van 'Argumenteren' voor vak Nederlands uitgelegd.
Goed om daarmee te beginnen.
Wat zijn signaalwoorden?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je

  • uitleggen welke functie signaalwoorden hebben en een voorbeeld noemen;
  • de drie soorten standpunten benoemen;
  • het verschil herkennen tussen feitelijke en niet-feitelijke argumenten;
  • vier argumentatiestructuren herkennen en toepassen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Standpunten' en maak de oefening.

Stap 2

Bestudeer het Kennisbankitem 'Standpunten en argumenten' en maak de twee oefeningen.

Stap 3

Bestudeer het Kennisbankitem 'Argumentatiestructuren'. Bekijk de video en maak de oefening.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak de eindopdracht: schrijf een argumentatie en maak een argumentatieschema.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Argumenten voor en tegen

Bestudeer het Kennisbankitem onder dit onderwerp.

Standpunten en argumenten


Maak de volgende oefening.

Stap 2: Soorten standpunten

Soorten standpunten en argumenten

Bestudeer het Kennisbankitem over drie soorten standpunten.

Standpunten en argumenten

Maak de volgende oefeningen.

Stap 3: Argumentatiestructuren

Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel Argumentatiestructuren.

Argumentatiestructuren

Bekijk ook deze video.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Standpunten en argumenten

Argumentatiestructuren

Eindopdracht

Deze opdracht sluit je af met het schrijven van een redenering met de geleerde argumentatiestructuren. Lees eerst deze tekst.

Ik ben anders dan anderen

Ik denk dat veel mensen zich erin herkennen; het gevoel dat je anders bent. Eigenlijk een logisch gevoel, omdat iedereen uniek is en je dus inderdaad allemaal verschilt. Maar je anders voelen dan anderen kan soms ook lastig zijn. Misschien ervaar je het als een probleem, hoor je voor je gevoel nergens bij en voel je je alleen. Anders zijn dan anderen is niet altijd even leuk.

Als kind al voelde ik mij anders dan anderen. Ik was de vreemde eend in de bijt en soms zelfs het zwarte schaap van de klas. Ik was een indiaan, een buitenlander, een hippie of gewoon raar. Ik was in ieder geval niet doorsnee. Dat klinkt nu leuk, dat je uniek bent of bijzonder, maar als kind en ook tijdens mijn tienerjaren en misschien soms nog steeds, voelde dat niet zo positief.

Kinderen zijn vaak erg onzeker en ook in de puberteit komen er vragen in je op zoals; ‘'Waar hoor ik bij?'' ‘'Wie ben ik?" of ‘'Wat vinden anderen van mij?'' Aan de ene kant probeerde ik mezelf te zijn, door mijn eigen stijl, gekke dingetjes of enthousiaste gedrag. Maar het was dubbel. Wanneer ik mezelf was, hoorde ik nergens bij. Als ik anderen nadeed en mezelf een beetje inhield, mocht ik echter juist wel weer overal aan meedoen.

Soms begrepen mensen mij niet. Ze wisten niet waarom ik veel lawaai maakte als ik iets leuk vond, glittertjes op mijn hoofd plakte of een gele muts met pompons droeg in de winter. Sommige mensen dachten dat ik aandacht wilde, maar dat was het niet. Ik wilde dragen waar ik van hield, doen wat ik leuk vond en eigenlijk alleen maar gewoon mezelf laten zien.

Anders zijn dan anderen kan lastig zijn, zeker wanneer je onzeker bent. Die onzekerheid zorgt ervoor dat je jezelf misschien wel gaat verbergen, inhoudt of jezelf anders voordoet dan je bent. Zonde, want in jou zit juist die bijzondere vrouw, dat unieke meisje.

Ik kan nu zeggen dat je jezelf niet moet verstoppen, dat je jezelf mag zijn en dat je trots moet zijn dat je anders bent, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Neem deze boodschap in ieder geval wel mee, zelfs ook al kun je er niet direct iets mee. Jezelf durven zijn en positief kijken naar jouw ‘'andere'' kanten, is een proces. Iets wat hoort bij het leven en waar je doorheen gaat als je volwassen wordt.

Anders zijn heeft namelijk ook voordelen. Lange tijd keek ik naar anderen en hoe die waren. Ik vergeleek mezelf met mijn omgeving, maar vond weinig gelijkenissen. Ik was anders en dat kon ik als kind maar moeilijk accepteren. Op latere leeftijd leerde ik mijzelf steeds beter kennen. Ik ontdekte wat er leuk aan mezelf was, voelde geen haat meer tegenover mijn ‘'andere'' kanten maar leerde deze te waarderen en zelfs te gebruiken op een positieve manier.

‘'Anders zijn'' kun je veel negatieve namen geven. Je kunt zeggen dat je raar bent, vreemd bent, buiten de boot valt, niet goed genoeg bent, stom bent en misschien vind je jezelf zelfs waardeloos hierdoor. Door positief over jezelf te leren denken en je creatieve, bijzonder of ‘'andere'' kanten te gaan benutten, kun je dat ‘'anders zijn'' ook anders gaan leren bekijken. Ga dingen doen met die ''andere kant'', leef je uit.

Leer jezelf zien als bijzonder, uniek, lekker anders dan de rest, niet doorsnee, origineel of excentriek. Je mag zijn wie je bent. Probeer die zin te onthouden, hoe afgezaagd hij ook klinkt. Maar onthoud het tijdens alles wat je doet. Heb lak aan wat andere denken, je mag zijn wie je bent, hoe je er ook uitziet, wat je ook doet en of je daardoor nou anders bent of niet.

Voel jij je wel eens anders dan de rest?

Bron http://www.proud2bme.nl/Proud2Live/Ik_ben_anders_dan_anderen


Schrijf:

1. Een meervoudige argumentatie met de stelling: Anders zijn dan anderen is niet altijd even leuk.

2. Een onderschikkende argumentatie met de stelling: Anders zijn heeft ook voordelen.

  • Kies eerst over welke stelling je een argumentatie gaat schrijven.
  • Maak gebruik van argumenten uit de tekst. Schrijf deze eerst voor jezelf op.
  • Teken een bijpassend argumentatieschema en vul dat in.
    Je kunt hiervoor ook het lege Werkblad argumentatieschema gebruiken.

Beoordeling

Het eindproduct wordt beoordeeld door je docent. Bij de beoordeling let je docent op:

  • Heb je de juiste argumentatiestructuur gebruikt?
  • Heb je de juiste argumenten uit de tekst gehaald?
  • Is uit het ingevulde schema duidelijk welke argumentatiestructuur je hebt gebruikt?
  • Ziet je ingeleverde tekst en schema er goed uit?
  • Heb je geen taalfouten gemaakt?

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Werd de basis van argumenteren goed uitgelegd?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je in een tekst herkennen welke argumentatiestructuur is gebruikt? 

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Kun je de verschillende soorten argumenten goed herkennen?
    Heb je al eens eerder een argumentatiestructuur gemaakt?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je naar aanleiding van een van de stellingen een goede argumentatiestructuur opgezet?
    Werd deze door je docent goed beoordeeld?
  • Het arrangement Lezen - Argumenteren h3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-14 16:11:39
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Anders', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Je begint deze opdracht met het bestuderen van het Kennisbankitem 'Standpunten' en het maken van de bijhorende oefening. Daarna bestudeer je het Kennisbankitem 'Standpunten en argumenten' en maak je eveneens de twee bijhorende oefeningen. Vervolgens bestudeer je het Kennisbankitem 'Argumentatiestructuren', bekijk je de video en maak je de oefening. Uiteindelijk sluit je de opdracht af met de eindopdracht, waarbij je een argumentatie met argumentatieschema schrijft.
    Leerniveau
    HAVO 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    anders, argumenteren, arrangeerbaar, hv3, lezen, nederlands, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk h3

    https://maken.wikiwijs.nl/148590/Tijdelijk_h3

    VO-content - Kennisbanken. (z.d.).

    Nederlands Kennisbank hv3

    https://maken.wikiwijs.nl/149337/Nederlands_Kennisbank_hv3