Thema 8 Gezondheid - havo3

Thema 8 Gezondheid - havo3

Gezondheid

Inleiding

Over gezond leven wordt veel geschreven en gesproken, maar hoe doe je dat? Hoe belangrijk is gezondheid voor jou en wat doe jij om gezond te leven? Wat zijn de belangrijkste richtlijnen om gezond te leven? Waar let jij op en wat vind je moeilijk?

In dit thema staat gezondheid centraal.

Voordat je aan het eindproduct toe bent, maak je eerst vier opdrachten.
Bij de opdracht Lezen maak je een tekst over gezond leven, waarbij je gebruikmaakt van een bepaalde tekststructuur. Bij de opdracht Woordenschat beeld je uitdrukkingen en spraakverwarringen uit, die met gezondheid te maken (kunnen) hebben.

Als eindproduct schrijf je een tekst of houd je een presentatie waarin je de basisregels voor een goede gezondheid op een rijtje zet en geef je adviezen voor een gezond leven.

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij het thema Gezondheid.

Leerdoel

Opdracht

Ik kan de meest voorkomende tekststructuren herkennen.

Lezen: Tekststructuren

Ik kan het foutief gebruik van verwijswoorden in een tekst herkennen.

Grammatica: Slordig taalgebruik

Ik kan het gebruik van verkleinwoorden herkennen en trappen van vergelijking toepassen.

Spelling: Verkleinwoorden

Ik kan uitdrukkingen en spraakverwarringen herkennen en de betekenis uitleggen.

Woordenschat: Uitdrukkingen

Wat ga ik doen?

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Eindproduct

Inleiding

0,5

 

Lezen: Tekststructuren

3 à 4

Artikel schrijven

Grammatica: Slordig taalgebruik

2

Overhoring verwijswoorden

Spelling: Verkleinwoorden

2

Woordpuzzel

Woordenschat: Uitdrukkingen

3

Video

Afsluiting

3

 

Totaal:

16

 

 

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Lezen: Tekststructuren

Lezen - Tekststructuren

Intro

In deze leesopdracht staan tekststructuren centraal.

In de onderbouw heb je al eens gekeken naar de opbouw van teksten. Misschien heb je de video hieronder al eens bekeken. In de video worden de verschillende onderdelen van tekstopbouw besproken.

Bespreek na het kijken met een klasgenoot uit welke delen de tekstopbouw bestaat.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • de meest voorkomende tekststructuren herkennen;
  • van een tekst bepalen welke tekststructuur is gebruikt.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Tekststructuren'. Lees de tekst en beantwoord de vragen over de tekst.

Stap 2

Bepaal aan de hand van drie titels welke structuur en welk onderdeel van de structuur het bijbehorende artikel zou kunnen hebben.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

De eindopdracht is het schrijven van een artikel, waarin een bepaalde tekststructuur is verwerkt.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 à 4 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Tekststructuren

Bestudeer de theorie in de Kennisbank.

Lees de tekst en beantwoord daarna de vragen.

Het duurde even voordat ik doorkreeg dat je nooit moet zeggen dat schrijven je makkelijk af gaat. Weinig lijkt in de literaire wereld meer irritatie te wekken.
Tien jaar geleden zei ik aan de lopende band van dat soort dingen. Niet om op te scheppen over mijn vruchtbaarheid, maar omdat het echt zo voelde. Er is tijd nodig om door te krijgen wat dit werk precies van je vraagt.
Het schrijft zichzelf. Ik hoef alleen maar op te schrijven wat mijn personages denken en doen. Ik heb meer verhalen in me dan ik schrijven kan.

Ik was een kleuter met een kartonnen zwaard die zich opwindt over de minimumleeftijd voor soldaten. Toch kan ik het de beginner niet kwalijk nemen dat hij dit soort dingen zegt. Laat er alsjeblieft een periode in je carrière zijn dat je het zo ervaart. De keerzijde komt toch wel.

De romantiek van het schrijverschap bestaat alleen aan de buitenkant. Vroeger leefden we in harde armoede, tegenwoordig hebben we er drie banen bij om niet in armoede te hoeven leven. Geen erkenning zal ooit genoeg zijn.

We doen het, omdat we ons slecht voelen als we het niet doen. Omdat we ons geweldig voelen als het lukt en een verhaal – voor heel even – zichzelf lijkt te schrijven. Of juist helemaal niet, maar na dagen schaven in de buurt komt van wat we voor ogen hadden.

Na verloop van tijd kunnen we niets anders meer. Schrijven maakt je ongeschikt voor werken in teamverband, onder een baas en onder tijdsdruk. Uiteindelijk maakt het je – dat geloof ik echt – ongeschikt voor alles behalve het eigen werk.

Slim is anders. Gezond is ook anders. Er kleeft noodlottigheid aan het schrijven, en dat is onmiskenbaar romantisch.
Bron: Gilles van der Loo, Tirade.nu

Stap 2: Onderdelen

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Eindopdracht

Je sluit deze opdracht af met het schrijven van een tekst, waarbij je een van de besproken tekststructuren gebruikt.
Je kunt een van de onderwerpen uit Stap 2 gebruiken of zelf een onderwerp bedenken, wat te maken heeft met dit thema, gezond leven.

Het artikel hoeft niet groot te zijn: een half A4'tje is voldoende.
Zorg wel dat je je artikel schrijft vanuit een bepaalde tekststructuur.
In de gereedschapskist kun je zien hoe je een artikel schrijft.

Beoordeling

Lever je tekst in bij de docent, die je tekst zal beoordelen op een aantal punten.
Hij of zij let bij voorbeeld op:

  • Is de tekststructuur die je gebruikt hebt te herkennen in de tekst?
  • Heb je een onderwerp gekozen wat met gezondheid te maken heeft?
  • Is je tekst opgebouwd met inleiding, middenstuk en slot?
  • Heb je weinig of geen taalfouten in de tekst?

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Kun je aangeven uit welke drie onderdelen een tekst bestaat?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aan een tekst herkennen welke tekststructuur is gebruikt?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je al veel over tekststructuren? Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Is het je gelukt een tekst te maken waarin een bepaalde tekststructuur voorkomt?

Grammatica: Slordige fouten

Grammatica - Slordig taalgebruik

Intro

Deze opdracht gaat over 'slordig taalgebruik'en 'verwijsfouten'.

Wat is dat?

Kijk maar eens naar deze video.
Kun je een voorbeeld geven van een mannelijk, vrouwelijk of onzijdig woord?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • het gebruik van 'hen' of 'hun' herkennen en toepassen;
  • omschrijven hoe ik verwijswoorden in een tekst kan herkennen;
  • het foutief gebruik van verwijswoorden herkennen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bekijk de video en lees de theorie in de Kennisbank van de onderbouw. Maak de oefeningen.

Stap 2

Bestudeer het Kennisbankitem 'Foutieve verwijswoorden' en maak de oefeningen.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak de eindopdracht: maak zinnen met verwijswoorden naar mannelijke, vrouwelijke of onzijdige (kern)woorden. Laat mijn klasgenoot het verwijswoord invullen. Maak de test die mijn klasgenoot heeft voorbereid en bespreek samen de antwoorden.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Hen of hun?

Veel slordig taalgebruik heeft te maken met het foutief gebruiken van verwijswoorden.

In klas 1 of 2 heb je al kennis gemaakt met verwijswoorden.

Blader nog eens door het Kennisbankitem 'Verwijswoorden'.

 

Bekijk deze video over het gebruik van hun en hen.

Maak de twee oefeningen.

Stap 2: Foutieve verwijswoorden

Bekijk de theorie en voorbeelden in de Kennisbank over (foutieve) verwijswoorden.


Maak de oefeningen.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Eindopdracht

Deze opdracht sluit je af met het maken van zinnen met vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden en een verwijswoord naar die woorden. Het is de bedoeling dat je klasgenoot het juiste verwijswoord invult in de zinnen die jij gemaakt hebt.

Hoe ga je te werk?

  • Maak een Google-document aan dat je opslaat in je eigen omgeving.
    Later kun je dit delen met je klasgenoot of het document uitprinten.
    Uiteraard bewaar je de antwoorden in een ander document.
  • Je schrijft eerst 10 mannelijke, 10 vrouwelijke en 10 onzijdige woorden op.
    Raadpleeg bij twijfel een van deze sites:
    woordenlijst.org
    vandale.nl
  • Maak met ieder woord een zin met in die zin een verwijswoord naar het woord.
    De zinnen hebben zoveel mogelijk te maken met het onderwerp van dit thema: Gezondheid.

Je laat een klasgenoot de oefening met 30 zinnen maken. Uiteraard maak jij oefening die je klasgenoot voor jou heeft voorbereid.
Daarna bespreken jullie elkaars antwoorden.
Hebben jullie nog moeite met het invullen van het juiste verwijswoord? Lees de Kennisbanken dan nog even door.

TIP! Een ander idee is om een kleine tekst zelf te maken, waarin je bewust slordig taalgebruik toepast. Het is dan de bedoeling dat je klasgenoot de foutief gebruikte verwijswoorden opspoort en ze markeert. Zo'n tekst is ongeveer een half A4'tje lang.

Overleg eventueel met je docent welke test de voorkeur heeft.

Beoordeling

Jullie docent zal jullie zinnen beoordelen. Hij of zij let daarbij op:

  • Zijn het zinnen met mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden? Hebben jullie het juiste verwijswoord gebruikt?
  • Hadden de zinnen (de tekst) te maken met het onderwerp van het thema?
  • Bevatten de zinnen (de tekst) geen taal- of spelfouten?

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Kun je aan een woord herkennen of het mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je het gebruik van 'hen' en hun' goed uit elkaar houden?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd om alles over verwijswoorden te lezen en de oefeningen te maken?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om een test samen te stellen met zinnen waarin het verwijswoord moet worden ingevuld?
    Of heb je gekozen voor een tekst met slordig taalgebruik? Hebben je klasgenoot en jij de antwoorden besproken?

Spelling: Verkleinwoorden en trappen van vergelijking

Spelling - Verkleinwoorden en trappen van vergelijking

Intro

In deze opdracht staan de volgende twee onderwerpen centraal:

  • verkleinwoorden
  • trappen van vergelijking

Begin met het kijken naar de volgende video.

Kun je zelf ook een voorbeeld geven van een woord in de stellende, vergrotende of overtreffende trap?

Wat kan ik straks?


Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • het gebruik van verkleinwoorden van een zelfstandig naamwoord herkennen en toepassen;
  • de trappen van vergelijking herkennen en gebruiken.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Verkleinwoorden' en maak de oefeningen.

Stap 2

Bestudeer het Kennisbankitem 'Trappen van vergelijking' en maak de oefening.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak de eindopdracht: maak een woordpuzzel over deze opdracht en laat een klasgenoot deze oplossen. Ik los de woordzoeker van een klasgenoot op.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Verkleinwoorden

Bestudeer het Kennisbankitem over verkleinwoorden.

 

Maak de twee oefeningen.

Stap 2: Trappen van vergelijking

Bestudeer de Kennisbank over de trappen van vergelijking.

 

 

Maak de oefening.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Eindproduct

Deze opdracht over verkleinwoorden en trappen van vergelijking sluit je af met het maken van een woordzoeker.

Je maakt een woordzoeker OF met verkleinwoorden OF met woorden in de vergrotende of overtreffende trap.
Het is de bedoeling, als je de woordzoeker klaar hebt, dat je deze door je klasgenoot laat maken. Jij maakt dan weer de woordzoeker die je klasgenoot voor je heeft voorbereid.

Tip! Jullie kunnen er ook het oorspronkelijke woord zonder verkleinwoord bijschrijven.
Maak je een woordpuzzel met woorden in vergrotende of overtreffende trap? Schrijf dan de stellende trap van het woord erachter.

Hoe ga je te werk?

  • Je bedenkt 10-15 woorden.
  • Je opent de link op woordzoekermaker.nl
  • Je klikt op 'Maak mijn puzzel'.
  • Je geeft je puzzel een titel en vult de woorden in die je hebt bedacht.
  • Deel de puzzel met je klasgenoot of print de woordzoeker uit. Je ziet dan het resultaat van je puzzel.

Uiteraard maak jij de woordzoeker die je klasgenoot voor je heeft klaargezet.
Hebben jullie alle woorden gevonden? Vergelijk elkaars antwoorden.

Beoordeling

Jullie docent zal de woordzoeker beoordelen. Hij of zij zal letten op:

  • Heb je de juiste verkleinwoorden toegepast?
  • Heb je de juiste vergrotende of overtreffende trap gebruikt van woorden?
  • Heb je alle woorden kunnen vinden?
  • Is de woordpuzzel origineel en met zorg gemaakt?
  • Bevat de woordpuzzel geen taalfouten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de uitleg over de trappen van vergelijking duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je ook woorden met een klinker aan het eind verkleinen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    De opdracht was waarschijnlijk grotendeels een herhaling. Wist je nog veel over de verkleining van zelfstandige naamwoorden? Wist je ook de onregelmatige trappen van vergelijking nog?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Had je een moeilijke woordzoeker gemaakt, die je klasgenoot moest oplossen?
    Heb jij de woordzoeker van je klasgenoot opgelost?

Woordenschat: Uitdrukkingen

Woordenschat - Uitdrukkingen

Intro

Deze opdracht gaat over uitdrukkingen en spraakverwarringen.

Niets leuker dan zo'n opdracht te beginnen met een stukje van een optreden van Hans Teeuwen.
Het stukje over uitdrukkingen begint in de video na ongeveer vier minuten.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met een uitdrukking of gezegde;
  • van enkele uitdrukkingen de betekenis herkennen;
  • herkennen wat een Babylonische spraakverwarring is;
  • van zowel de uitdrukking als de spraakverwarring voorbeelden geven.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Uitdrukkingen' en maak de oefeningen.

Stap 2

Bekijk de video over Babylonische spraakverwarring en maak de oefening.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak de eindopdracht: samen met klasgenoten vijf uitdrukkingen uitbeelden en die op video vastleggen. Andere klasgenoten moeten raden om welke uitdrukkingen het gaat.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 à 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Uitdrukkingen

Bestudeer de theorie over uitdrukkingen in de Kennisbank.


Maak de oefeningen en kijk welke uitdrukkingen je (al) kent.

Stap 2: Babylonische spraakverwarring

Toren van Babel

Als er sprake is van een Babylonische spraakverwarring, is er onbegrip tussen mensen en snappen ze niet waar de ander het over heeft. De boodschap die wordt overgedragen is niet altijd duidelijk en kan soms tot hilarische situaties leiden.

Bekijk nu deze video.

Maak nu de oefening.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Eindopdracht

Als eindopdracht ga je aan de slag met uitdrukkingen.
Bekijk eerst de video. Daarin worden enkele uitdrukkingen uitgebeeld.

Jullie gaan letterlijk een aantal uitdrukkingen uitbeelden. Dat kan je letterlijk doen door ze uit te beelden voor de klas, maar je kunt er ook een video van maken en andere klasgenoten laten raden.

Hoe gaan jullie te werk?

  • Bedenk eerst vijf uitdrukkingen die jullie kunnen gaan uitbeelden. Zijn er uitdrukkingen over het onderwerp van dit thema (gezond leven) te vinden? Uiteraard moet je wel weten wat die uitdrukkingen betekenen.
  • Bereid de presentatie voor. Wie speelt welke rol en wat voor attributen heb je erbij nodig?
  • Oefen een paar keer om te kijken of jullie de uitdrukkingen goed kunnen uitbeelden.

Uitvoering

Presenteren jullie het voor de klas? Overleg dan met je docent hoe jullie dat gaan doen.
Nemen jullie de uitdrukkingen op video op? Leg dan de uitbeelding vast op video. Dit kan een van jullie doen met een mobieltje met camera.
Hoe je dat doet, kun je nalezen in de gereedschapskist.

Andere leerlingen bekijken daarna de video en moeten raden welke uitdrukkingen worden uitgebeeld.
Laat ze de uitdrukkingen noteren, zodat jullie kunnen controleren of ze het goed geraden hebben.
Daarna gaan andere groepjes leerlingen uitdrukkingen uitbeelden, die jullie dan moeten raden.

Beoordeling

De docent zal beoordelen aan de hand van jullie presentatie en/of video of jullie deze opdracht goed hebben uitgevoerd. Hij of zij let daarbij op de rubrics uit de gereedschapskist en let verder op de volgende punten:

  • Hebben jullie de uitdrukkingen goed uitgebeeld?
  • Hebben jullie goed samengewerkt om de uitdrukkingen uit te beelden?
  • Was jullie optreden/video origineel en met zorg gemaakt?
  • Werden er geen (taal-)fouten gemaakt?

Video maken

Video kan voor veel dingen gebruikt worden bijvoorbeeld om iets uit te leggen, een project te evalueren of mensen te interviewen.        

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de video passen bij het onderwerp van deze opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitdrukkingen herkennen en de betekenis uitleggen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je die tijd ook nodig, vooral voor het maken van de video in de eindopdracht?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Hebben jullie een leuk filmpje gemaakt?
    Hoe verliep de samenwerking? Hebben jullie elkaar op een goede manier feedback gegeven?

Afsluiting thema

Kennisbanken

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

Lezen

Tekststructuren

Grammatica

Taal en woordenschat: Verwijswoorden

Foutieve verwijswoorden

Spelling

Verkleinwoorden

Trappen van vergelijking

Woordenschat

Uitdrukkingen

Eindopdracht

Eindopdracht

Als eindproduct schrijf je een tekst waarin je de basisregels voor een goede gezondheid op een rijtje zet Je geeft daarin ook adviezen over hoe je gezond kunt leven. Bij het schrijven van de tekst maak je gebruik van een van de behandelde tekststructuren uit de opdracht Lezen.
In overleg met je docent ga je deze tekst daarna presenteren voor de klas.

Hoe ga je te werk?

Je krijgt voor deze opdracht zo'n drie uur de tijd. Je doet deze opdracht samen met een klasgenoot.

  • Bepaal over welk onderwerp of probleem jullie het willen gaan hebben. Het moet wel met gezondheid en gezond leven te maken hebben.
  • Welke tekststructuur past het beste bij het door jullie gekozen onderwerp?
  • Schrijf wat basisregels op en adviezen voor een gezonde levensstijl.
  • Verzamel informatie en ook afbeeldingen over het onderwerp.
  • Zorg dat jullie de taken goed verdelen.
  • Maak samen een opzet voor de presentatie en werk deze uit.

Hoe jullie te werk kunnen gaan is ook te lezen in de gereedschapskist.

In overleg met jullie docent houden jullie de presentatie voor de klas.

Beoordeling

Bij de beoordeling let de docent op het volgende:

  • Hebben jullie je onderwerp afgestemd op het onderwerp van dit thema: gezondheid en gezond leven?
  • Is het een leuke en informatieve presentatie geworden?
  • Heeft de presentatie een logische volgorde, was deze goed te volgen?
  • Zijn er ook vragen gesteld na afloop, waarop jullie een goed antwoord konden geven?
  • Hebben jullie geen taalfouten gemaakt in de voorbereidende tekst?
  • Is duidelijk welke tekststructuur jullie hebben gebruikt?

Verslag schrijven

Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd.        

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de D-toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Kijk nog eens goed naar de inleiding.
    Kreeg je bij het lezen al een indruk over het onderwerp van dit thema?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je de trappen van vergelijking al goed toepassen, ook de uitzonderingen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 14 uur met dit thema bezig zou zijn. 
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
    Welke opdracht heeft het meeste tijd in beslag genomen? 
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Hadden jullie nuttige tips en adviezen over een gezonde levensstijl?
    Was het lastig om de tekst volgens een bepaalde tekststructuur te schrijven?
    Is de presentatie goed verlopen? Hadden jullie een goede beoordeling?
     

 

  • Het arrangement Thema 8 Gezondheid - havo3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    29-11-2025 11:01:49
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Gezondheid HV' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Voordat je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten. De eerste opdracht betreft 'Lezen: Tekststructuren'. Daarna zal je aan de slag gaan met 'Grammatica: Slordig taalgebruik'. Vervolgens zal je werken aan 'Spelling: Verkleinwoorden'. Waarna je uiteindelijk de opdrachten zal afsluiten met 'Woorden: Uitdrukkingen'.
    Leerniveau
    HAVO 3;
    Leerinhoud en doelen
    Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Begrippenlijst en taalverzorging; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    16 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, gezondheid h3, grammatica: slordig taalgebruik, hv3, lezen: tekststructuren, nederlands, spelling: verkleinwoorden, stercollectie, woordenschat: uitdrukkingen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Toetsen. (2021).

    Nederlands hv3 - D-toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/156121/Nederlands_hv3___D_toetsen

    VO-content Nederlands. (2020).

    Grammatica - Slordig taalgebruik h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80839/Grammatica___Slordig_taalgebruik_h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Lezen - Tekststructuren h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80838/Lezen___Tekststructuren_h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Spelling - Verkleinwoorden en trappen van vergelijking h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80840/Spelling___Verkleinwoorden_en_trappen_van_vergelijking_h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Woordenschat - Uitdrukkingen h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80841/Woordenschat___Uitdrukkingen__h3

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Gezondheid

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.