Thema 5 Mijn en dijn - havo3

Thema 5 Mijn en dijn - havo3

Mijn en dijn

Inleiding

Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens beschrijft eigendom als volgt:
Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft recht op het ongestoord genot van zijn eigendom. Aan niemand zal zijn eigendom worden ontnomen behalve in het algemeen belang en onder de voorwaarden voorzien in de wet en in de algemene beginselen van internationaal recht.

Als over iemand wordt gezegd dat 'hij het verschil tussen mijn en dijn niet kent', wordt er bedoeld dat die persoon een dief is. Criminaliteit gaat bijna altijd over het op een illegale manier in bezit nemen van iets van een ander (eigendom). Eigendom leidt vaak tot conflicten tussen mensen.

Bekijk de volgende video.

Criminaliteit vindt bijna iedereen verkeerd, maar we zijn er ook door geboeid.
Kijk maar naar de kijkcijfers van films en series over misdaad en de aandacht voor criminaliteit op tv en in de krant.

Dit thema gaat dan ook over criminaliteit en de berichtgeving daarover.
Welke rol spelen misdaadverslaggevers en wat vind jij daarvan?

In dit thema maak je vier opdrachten. In iedere opdracht staat een andere vaardigheid centraal.
In de opdrachten wordt waar mogelijk verwezen naar het thema, maar niet overal.

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij het thema Mijn en dijn.

Leerdoel

Opdracht

Ik kan verbanden en verbindingswoorden tussen alinea's herkennen en benoemen.

Lezen: Verbanden en functiewoorden

Ik kan de bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling in een zin herkennen en gebruiken.

Grammatica: Bepalingen

Ik kan woorden en getallen op de juiste manier aan elkaar of los schrijven.

Spelling: Aan elkaar of los?

Ik herken het perspectief in een verhaal en omschrijft de gevolgen voor de lezer en het verhaal.

Fictie: Perspectief

Wat ga ik doen?

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lesuren

Eindproduct

Inleiding

0,5

 

Lezen: Verbanden en functiewoorden

2 à 3

Artikel met verbindingswoorden

Grammatica: Bepalingen

2

Online test

Spelling: Aan elkaar of los?

3

Collage over spatiefouten

Fictie: Perspectief

1

Kort misdaadverhaal

Afsluiting

3

Folder of presentatie over misdaadjournalisten

Totaal:

12 à 13

 

 

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Lezen: Verbanden

Lezen - Verbanden

Intro

In deze leesopdracht staan tekstverbanden centraal.

Wat denk jij dat wordt bedoeld met tekstverbanden? Bespreek het met een klasgenoot.

Kijk daarna samen naar de video. Klopte het?

Wat kan ik straks?


Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • vaak voorkomende verbanden tussen alinea's herkennen en benoemen;
  • verbindingswoorden, die een verband uitdrukken, herkennen en gebruiken.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Verbanden en verbindingswoorden'. Lees de tekst met verbindingswoorden en maak de oefeningen.

Stap 2

Lees een tekst, maak oefeningen over verbindingswoorden en verbanden.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Zoek een artikel en vind de verbindingswoorden. Laat je klasgenoten ook de verbindingswoorden en verbanden zoeken. Bespreek samen de verschillen.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 à 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Verbanden

Verbanden en verbindingswoorden

Begin de opdracht met het bestuderen van het Kennisbankitem.

Lees nu de onderstaande tekst, ingedeeld in alinea's.

Sony onthult snellere, verfijnde PlayStation 4
Elektronicaconcern Sony heeft woensdag (lokale tijd) de PlayStation 4 onthuld in New York. Op de nieuwste spelcomputer kunnen gebruikers videogames streamen vanaf het internet.
Ook kunnen ze al beginnen met spelen voordat het downloaden is voltooid. De bijbehorende controller, de DualShock 4, is voorzien van een touchpad.
'De woonkamer is niet langer het middelpunt, maar de speler zelf', liet Sony-topman Andrew House weten. Wie aan een spel begint, kan het online opslaan en er later op een andere plek mee verdergaan via de draagbare PlayStation Vita.
Ook kunnen gebruikers filmpjes maken van hun mooiste acties om die vervolgens via internet met vrienden te delen.
Sony nam vorig jaar voor 380 miljoen dollar het bedrijf Gaikai over, dat pionierswerk heeft verricht op het gebied van 'cloud gaming'. Daarbij gebruik je geen schijfjes meer om te gamen, maar wordt een spel gestreamd vanaf externe servers. Die technologie zit nu dus ook in de PlayStation 4.
Gamefanaten moesten lange tijd wachten op de nieuwste editie van de Sony-spelcomputer. De voorganger, de PlayStation 3, is inmiddels 7 jaar oud. De drie eerdere versies van de PlayStation gingen gezamenlijk zo'n 332 miljoen keer over de toonbank.
De PlayStation 4 moet rond de feestdagen in de winkels liggen, aldus Sony. Over de exacte datum en de verkoopprijs van het apparaat liet het bedrijf nog niets los. Sony's aankondiging komt midden in een periode van geruchten over concurrent Microsoft, die komende zomer met de langverwachte opvolger van de Xbox 360 zou komen.

Bron: Volkskrant.nl


In bovenstaande tekst  zijn een aantal verbindingswoorden vetgedrukt.
In de volgende oefening lees je de tekst in delen opnieuw. Je moet dan per verbindingswoord aangeven om wat voor soort verband het gaat.

Stap 2: Meer verbanden

Meer verbindingswoorden en verbanden

Lees nu ook de volgende tekst.

Facebook
Een Amerikaanse vrouw is al twee jaar 99 jaar oud op Facebook. Eigenlijk is ze 104, maar die leeftijd is onmogelijk in te voeren op de sociale netwerksite. Volgens Fox News is de 104-jarige Marguerite Joseph uit Michigan een enthousiaste gebruikster van de site.
Hoewel de vrouw blind is en slechthorend, blijft ze op de hoogte van de ontwikkelingen in haar omgeving doordat haar kleindochter Gail de berichten voorleest. De vrouw was 102 jaar oud toen ze een profiel aanmaakte op Facebook.
Het invoeren van de juiste geboortedatum gaat alleen niet. Wanneer ze 1908 proberen in te voeren, verandert Facebook dat naar 1928. Daarom hebben ze het maar op de oudst mogelijke leeftijd gehouden. De kleindochter denkt dat het een foutje is in de systemen van de site.

Facebook heeft nog niet gereageerd op de berichtgeving.

Ook in deze tekst zijn de verbindingswoorden vetgedrukt. In de volgende oefening moet je zelf het verbindingswoord invullen.

Maak daarna nog twee oefeningen over verbanden en verbindingswoorden.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Als afsluiting van deze opdracht zoek je samen met een klasgenoot in een krant, tijdschrift of op internet een tekst ter grootte van van maximaal een half A4-vel.
Jullie mogen zelf bepalen waar de tekst over gaat.
​Sla de tekst digitaal op in je eigen omgeving of print deze uit.

Jullie bestuderen de tekst en zoeken naar acht verbindingswoorden. Stel ook vast welke verbanden worden weergegeven. Schrijf deze verbindingswoorden en verbanden voor jezelf op.

Vervolgens laat je de tekst door twee andere klasgenoten lezen. Vraag hun de verbindingswoorden op te zoeken en de verbanden weer te geven.
Vinden ze dezelfde verbindingswoorden en verbanden in de tekst?
Bespreek eventuele verschillen. Overleg met je docent als jullie er niet uitkomen.

Klaar?

Laat het artikel met de verbindingswoorden en de verbanden beoordelen door jullie docent.

Beoordeling

De tekst wordt beoordeeld door de docent. Bij de beoordeling let de docent op het volgende:

  • Heb je een goede tekst gekozen? Zitten er voldoende verbanden en verbindingswoorden in?
  • Heb je de juiste verbindingswoorden gevonden?
  • Heb je daar het juiste verband bij gekozen?
  • Heb je de tekst besproken met twee andere klasgenoten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Kreeg je na het kijken een beter beeld over verbanden en verbindingswoorden?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aan een verbindingswoord in een zin herkennen welk verband wordt bedoeld?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd voor de oefeningen en voor het zoeken naar een tekst als eindopdracht?
  • Eindopdracht
    Is het je gelukt een tekst te vinden die verbindingswoorden bevatte?
    Hebben jullie klasgenoten de tekst op dezelfde manier beoordeeld of waren er verschillen?

Grammatica: Zinsdeelstukken

Grammatica - Bepalingen

Intro

In eerdere opdrachten heb je al verschillende zinsdelen leren kennen.

In deze opdracht staan twee andere bepalingen in een zin centraal: de bijvoeglijke bepaling en de bijwoordelijke bepaling.

Bekijk de video. Je krijgt dan (nogmaals) uitleg over de verschillende zinsdelen, waaronder de bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling.

 

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven hoe ik de bijvoeglijke bepaling in een zin kan herkennen en gebruiken;
  • omschrijven hoe ik de bijwoordelijke bepaling in een zin kan herkennen en gebruiken.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'bijvoeglijke bepaling'. Bekijk de video en maak de oefeningen.

Stap 2

Bekijk de video en bestudeer het Kennisbankitem 'bijwoordelijke bepaling'. Maak de oefening.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak een online test voor een klasgenoot.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Bijvoeglijke bepaling

Bestudeer in de Kennisbank Nederlands de theorie over de bijvoeglijke bepaling.

Bekijk de video met uitleg over de bijvoeglijke bepaling.
Je krijgt dan alvast enkele voorbeelden te zien.

Maak daarna onderstaande oefeningen.

Stap 2: Bijwoordelijke bepaling

Naast de bijvoeglijke bepaling kennen we ook de bijwoordelijke bepaling als zinsdeelstuk.

Bekijk de video.

Bestudeer ook het Kennisbankitem.

 

Maak de oefening.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Je maakt een online test voor je klasgenoten over de bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling.

Je kunt met het programma Kahoot! online (gratis) een test samenstellen.
Log in als student via deze link en maak een online test.
Kom je er niet helemaal uit hoe het werkt, vraag dan je klasgenoot of docent om hulp.

Je bedenkt online tien zinnen die passen bij het thema 'Mijn en dijn'. In die zinnen zijn bijvoeglijke of bijwoordelijke bepalingen verwerkt.
Je kunt meerkeuzevragen maken of goed/fout-vragen.

Klaar?

Neem de test af bij twee klasgenoten door ze de link naar de test te sturen.
Kijk of zij de vragen goed kunnen beantwoorden.
Natuurlijk maak jij ook de online test die je klasgenoten ontworpen hebben.
Stuur de link van de test ook op aan je docent, die de test zal beoordelen.

Beoordeling

Bij de beoordeling van de test let de docent op het volgende:

  • Heb je in de zinnen bijvoeglijke en bijwoordelijke bepalingen verwerkt?
  • Hebben je klasgenoten de zinsstukken herkend en de vragen goed beantwoord?
  • Hebben je een goede, originele test gemaakt?
  • Bevat de test niet te veel taalfouten?
  • Heb je test ook bij een of twee klasgenoten afgenomen?
  • Heb je zelf ook een test van je klasgenoten met succes beantwoord?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Herkende je de verschillende zinsdelen nog?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Welke vragen kun je jezelf stellen om de bijwoordelijke bepaling in een zin op te zoeken? En wat vraag de om de bijvoeglijke bepaling in een zin te herkennen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Heb je voldoende uitleg gehad in deze opdracht om zelf zinnen te maken waarin bijwoordelijke en bijvoeglijke bepalingen voorkomen, zelfs meerdere bepalingen in één zin?
  • Eindopdracht
    Is het je gelukt om een online test samen te stellen? Heeft je klasgenoot de test goed gemaakt?

Spelling: Aan elkaar of los?

Spelling - Aan elkaar of los

Intro

In de video legt Arnoud Kuijpers uit wanneer je woorden aan elkaar of los schrijft.

Bekijk de video.
Kun je een paar voorbeelden noemen van samengestelde woorden?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • herkennen wat een samenstelling is;
  • woorden en getallen op de juiste manier aan elkaar of los schrijven.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Aan elkaar of los?' en maak de oefeningen.

Stap 2

Ik bekijk afbeeldingen, waarin spelfouten zitten. Samen met een klasgenoot bespreek ik de fouten.

Stap 3

Maak de spatietoets op internet.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak de eindopdracht: een collage over spatiefouten

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Aan elkaar of los?

Wat zijn samenstellingen?
En wanneer schrijf je woorden aan elkaar en wanneer schrijf je ze los?
Bestudeer de theorie in de Kennisbank.

 

Maak de drie oefeningen.

Stap 2: Spatiefouten

Bekijk de vier afbeeldingen. In elke afbeelding zit een spatiefout.
Kun je de fouten vinden? Schrijf op wat er wel zou moeten staan.
Bespreek de antwoorden met je klasgenoot.

 

Stap 3: Spatietoets

Maak de spatietoets op de website: www.spatiegebruik.nl

 

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Eindproduct

Je eindproduct van deze opdracht is een collage over spatiefouten.

Zoek in je omgeving (thuis, op school, in je buurt, in de krant of op internet) voorbeelden van spatiefouten.
Maak een foto van de situatie met spelfouten. Sla de foto op of print deze uit. Gebruik een kniptool als je spatiefouten op internet hebt gevonden in een foto of afbeelding.
Sites om eens naar spatiefouten te zoeken zijn bijvoorbeeld: SOS en Taalvoutjes.

Maak met alle afbeeldingen een collage, waarop de spatiefouten duidelijk zichtbaar zijn. Vaak krijg je door het onjuiste spatiegebruik grappige of ongewilde situaties.
Hoe je een collage maakt, kun je lezen in de gereedschapskist.

Klaar?

Laat de collage beoordelen door je docent.
Stuur de leukste collages op naar de redactie van de schoolkrant of hang ze op in de school.
Misschien willen ze de collages wel plaatsen in het volgende nummer.

Beoordeling

De docent zal bij de beoordeling letten op:

  • heb je afbeeldingen en of teksten gezocht waar duidelijk een spatiefout in zit?
  • is jullie collage origineel en met zorg gemaakt?
  • bevat de collage geen taalfouten buiten de spatiefouten om?

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de regels over het los en vast schrijven van woorden duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een samenstelling van woorden foutloos maken?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Ook in de onderbouw heb je al een spellingopdracht 'aan elkaar of los?' gedaan. Wist je het meeste nog? Schrijf op welke regel je niet herkende.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Was het eenvoudig om voorbeelden te vinden van spatiefouten?
    Heb je prettig samengewerkt met je klasgenoot bij het maken van de collage?

Fictie: Perspectief

Fictie - Perspectief

Intro

Deze opdracht gaat over perspectief of 'Wie is de verteller?'.

Bekijk ter introductie onderstaande video.

In de volgende stappen lees je een aantal fragmenten en bekijkt video's van boeken van bekende Nederlandse schrijvers.
Centraal staat de vraag: Wat is het perspectief?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • in eigen woorden vertellen welke perspectieven een schrijver kan gebruiken;
  • aangeven hoe je het perspectief in een tekst herkent;
  • toelichten wat daarvan de gevolgen voor de lezer en het verhaal kunnen zijn.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem 'Perspectief en verteller' en beantwoord de vragen.

Stap 2

Lees de tekst en bekijk de video van 'Kruistocht in spijkerbroek'. Bepaal wat hier het perspectief is.

Stap 3

Lees de tekst en bekijk de video van 'Kees de jongen'. Bepaal wat hier het perspectief is.

Stap 4

Lees de tekst en bekijk de video van 'De kleine blonde dood'. Bepaal wat hier het perspectief is.

Stap 5

Lees de tekst en bekijk de video van 'Oeroeg'. Bepaal wat hier het perspectief is.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Schrijf alleen of met een klasgenoot een misdaadverhaal. Schrijf het verhaal vanuit een perspectief.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Perspectief en verteller

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderwerp.

Hersenschimmen van J. Bernlef

Heb je het boek Hersenschimmen gelezen?
Nee, lees dan hier het boekverslag Hersenschimmen op de site Scholieren.com.

Bekijk ook de onderstaande videofragmenten.
Daarna beantwoord je vragen over het boekverslag en de video's.

 

 

Stap 2 - Thea Beckman

Lees de tekst en bekijk de video over het boek 'Kruistocht in spijkerbroek' van Thea Beckman.

Thea Beckman - Kruistocht in spijkerbroek
Hij zag hoe de man verwonderd naar zijn trui en spijkerbroek keek. Nu pas drong het tot Dolf door dat de ander nog maar een jongeman was. Hij had lange donkere haren, mooie bruine ogen en een gebruinde huid. Hij was gekleed in een groen overkleed met een leren riem om zijn middel, waaraan een schede met een korte dolk hing. Verder droeg hij bruine laarzen en naast hem lag een hoed - eigenlijk een hoog, groen dopje. Dolf vond dat hij er heel hip uitzag, als een wat vreemd uitgedoste student van de Amsterdamse universiteit.

Ze waren klaar met eten. Ezelman keek Dolf recht aan, wees toen op zijn eigen borst.
‘Leonardo,’ stelde hij zich voor. ‘Leonardo Fibonacci - da Pisa.’
‘Pisa?’ stamelde Dolf verwonderd. Hij was bang dat hij het niet goed had verstaan. Maar de ander knikte. Dolf voelde dat nu van hem ook werd verwacht dat hij zich voorstelde. Je geboorteplaats hoorde daar blijkbaar meteen bij. Dus zei hij, wijzend op zichzelf: ‘Rudolf Wega - van Amstelveen.’

Tegelijkertijd besefte hij dat hij nu wel moeilijkheden met de taal zou krijgen. Hij kende geen Frans, laat staan Frankisch! En in Latijn was hij ook geen licht ...


Bekijk ook het filmfragment.

Stap 3 - Theo Thijssen

Lees de tekst en bekijk het filmfragment van het boek 'Kees de jongen' van Theo Thijssen.

Theo Thijssen - Uit Kees de Jongen
De zwembadpas
Het vriendje bracht van de gymnastiekvereniging een bijzonder rare manier van lopen mee: had-ie van een "voorwerker" geleerd. Als je 's goed opschieten wou; moest je voorover gaan lopen, net of je telkens víel, en dan maar met je armen zwaaien, heen en weer.
Op deze manier van lopen lei Kees zich speciaal toe; d'r hóórden wel gymnastiekpantoffeltjes bij, maar 't voornaamste was toch dat je armen heen en weer gingen.
Hij importeerde deze soort baaivangerij ook op school en had er veel succes mee. Weken lang zag je de jongens van dat school met ernstige gezichten de nieuwe loopmanier beoefenen. Als ze tussen twaalven en tweeën naar 't zwembad gingen, hadden ze altijd haast; en dan kwam het baaivangen goed te pas. De jongens vertelden elkaar tot in halve minuten, hoe kort het maar duurde, van school naar 't zwembad en gingen spreken van de "zwembadpas".

Voor Kees was de zwembadpas een geluk in 't leven. Als-ie soms een verre boodschap moest en als een onbeduidende jongen langs de gracht sukkelde, dan begon-ie inééns aan de zwembadpas; en waarachtig, hij zag zich nagekeken door menigeen.


Bekijk (tot 2:04) het filmfragment.

Stap 4 - Boudewijn Büch

Lees de tekst en bekijk het videofragment van het boek 'De kleine blonde dood' van Boudewijn Büch.

Boudewijn Büch - De kleine blonde dood
Citaat 1: Als ik langs Artis fiets moet ik aan hem denken. (blz. 21)

Citaat 2: Bij de halteplaats Voorschoten/Aerdenhout moest ik denken aan dat huis aan de Voorschotense Voorstraat waar ik voor het eerst met een jongen een bed deelde en, uiteraard, aan mijn woonplaats Wassenaar. (blz. 22)

Citaat 3: ‘Ik heb veel vlaggen zien wapperen. Heel veel en dat waren allemaal vlaggen waaronder vreselijke dingen zijn gebeurd.’ (blz. 33)

Citaat 4: Een paar jaar na Micky’s dood stapte ik voor het eerst rond in het Stille-Zuidzeegebied. Ik moest-alweer-vaak aan hem denken. Hoe zou hij dat gevonden hebben? Ik zag vreemdsoortige dieren en mensen waarvan ik dacht: dit is toch hoogst eigenaardig! (blz. 25)


Bekijk ook het filmfragment.

Stap 5 - Hella Haasse

Lees de citaten en bekijk het videofragment over het boek 'Oeroeg' van Hella Haasse.

Hella Haasse - Oeroeg
Citaat 1: “Oeroeg en ik, spelend en op speurtocht in de wildernis – Oeroeg en ik, gebogen over ons huiswerk, over postzegelverzamelingen en verboden boeken – Oeroeg en ik, onveranderlijk samen, in alle ontwikkelingsstadia van kind tot jonge man.” (blz. 5)

Citaat 2: “(…) maar hoe kon ik in weinig woorden uitleggen wie en wat Oeroeg was? Oeroeg was mijn vriend, vrijwel sinds mijn geboorte het enige levende wezen in mijn omgeving met wie ik iedere fase in mijn bestaan, iedere gedachte, iedere gewaarwording gedeeld had. En dat niet alleen. Oeroeg was meer. Oeroeg betekende – hoewel ik dat toen niet onder woorden kon brengen – het leven op en om Kebon Djati, de bergtochten, het spelen in de tuinen en op de stenen in de rivier, het reizen met de trein, het schoolgaan – het abc van mijn kinderleven.” (blz. 47)


Bekijk ook nu het filmfragment.

 

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Eindproduct

Je schrijft alleen of samen met een klasgenoot een kort misdaadverhaal. Het verhaal is niet langer dan één vel A4. Het verhaal moet vanuit één perspectief verteld worden. De inhoud van het verhaal moet aansluiten bij het thema 'Mijn en dijn'. Let op dat het perspectief door het hele verhaal wordt gebruikt.

Klaar?

Lees je verhaal nog eens kritisch door. Laat het een klasgenoot ook nalezen. Lever het daarna in bij jullie docent.
Overleg met je docent of de beste verhalen in de klas kunnen worden voorgelezen.

Beoordeling

Jullie docent zal het verhaal beoordelen. Hij of zij let daarbij op:

  • Is het een afgerond spannend verhaal geworden?
  • Is duidelijk welk perspectief is gebruikt?
  • Is dat perspectief hier functioneel?
  • Zitten er geen taalfouten in het verhaal?

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de uitleg over perspectief duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je in een tekst of filmfragment herkennen uit welk perspectief het is geschreven of gespeeld?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd om alles te lezen en de video's te bekijken?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Hebben jullie een spannend misdaadverhaal geschreven vanuit een bepaald perspectief?
    Hebben jullie het verhaal nog voorgelezen in de klas?

Afsluiting thema

Kennisbanken

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

Lezen

Verbanden en verbindingswoorden

Grammatica

Bijvoeglijke bepaling

Bijwoordelijke bepaling

Spelling

Aan elkaar of los

Fictie

Perspectief en verteller

Eindopdracht

Eindopdracht

Je sluit dit thema af met het maken van een folder of een presentatie over de opkomst van de misdaadjournalistiek en over de positie van misdaadjournalisten.

In je eindproduct geef je aan of je het wel of niet eens bent de volgende stelling:
'Misdaad kent geen grenzen, maar de journalistiek ook steeds minder.'

In de media is de laatste jaren de aandacht voor misdaad enorm toegenomen. De berichtgeving over misdaden is uitgebreider en je ziet steeds meer zogenaamde misdaadjournalisten.

Hoe gaan jullie te werk?

Kijk eerst samen naar filmfragment over de ontvoering van Freddy Heineken.



Lees daarna onderstaande vragen:

  • Wie zijn op dit moment de bekendste misdaadjournalisten in Nederland?
  • Voor wie ze schrijven ze hun misdaadnieuws?
  • Zijn ze onafhankelijk of hebben ze (te) nauwe banden met de onderwereld?
  • Hoe komen de misdaadjournalisten aan hun informatie?
  • Hoe denkt de politie in het algemeen over misdaadjournalisten? Werken ze ook samen, denk je?
  • Wat vind jij van de misdaadjournalistiek?

Beantwoord samen de vragen en zoek aanvullende informatie over de misdaadjournalistiek op internet.
Met de antwoorden op die vragen maken jullie of een folder of een presentatie.

  • Kies eerst welk eindproduct jullie gaan maken.
    Overleg eventueel met jullie docent.
  • Vraag aan de docent wanneer het eindproduct klaar moet zijn.
  • Maak in de groep een werkverdeling: Wie verzorgt welke informatie?
  • Spreek ook een planning af. Spreek af wanneer jullie overleggen.
  • Vraag elkaar regelmatig of het lukt om zich aan de afgesproken planning te houden. Pas, als dat nodig is, afspraken aan.
  • Kijk regelmatig naar de beoordelingscriteria: voldoet jullie eindproduct aan de beoordelingscriteria?

Klaar?

Kijk of jullie eindproduct voldoet aan de volgende criteria.

Inhoud max. 50 punten

  • goed
    De folder of presentatie bespreekt minstens vier misdaadjournalisten. Je legt duidelijk uit of jij vindt of ze wel of niet onafhankelijk zijn. Je legt met goede argumenten uit of je het wel of niet eens bent met de stelling. De toon, het taalgebruik en de zinsbouw zijn goed afgestemd op je publiek.
  • voldoende
    De folder of presentatie bespreekt drie misdaadjournalisten. Je geeft aan of jij vindt of ze wel of niet onafhankelijk zijn, maar legt dat niet duidelijk uit. Je geeft zonder goede argumenten aan of je het wel of niet eens bent met de stelling. De toon, het taalgebruik en de zinsbouw zijn redelijk afgestemd op je publiek.
  • onvoldoende
    De folder of presentatie bespreekt twee of drie misdaadjournalisten. Je geeft aan of jij vindt of ze wel of niet onafhankelijk zijn, maar legt dat niet duidelijk uit. Je vergeet aan te geven of je het wel of niet eens bent met de stelling. Je reclameboodschap is niet duidelijk. De toon, het taalgebruik en de zinsbouw zijn slecht afgestemd op je publiek.

Vorm max. 50 punten

  • goed
    De folder of presentatie is aantrekkelijk om naar te kijken. Het beeldmateriaal dat is gebruikt past goed bij de inhoud en is afgestemd op de doelgroep.
  • voldoende
    De folder of presentatie is leuk om naar te kijken. Het beeldmateriaal dat is gebruikt past bij de inhoud en is redelijk afgestemd op de doelgroep.
  • onvoldoende
    De folder of presentatie is slordig. Het beeldmateriaal dat is gebruikt past matig bij de inhoud en is slecht afgestemd op de doelgroep.

 

Beoordeling

Lever jullie eindproduct in bij je docent. Wellicht kan de presentatie voor de klas worden gedaan.
De docent zal in ieder geval:

  • kijken of jullie eindproduct conform bovengenoemde criteria is uitgevoerd;
  • of jullie de bovenstaande stelling in jullie eindproduct hebben verwerkt;
  • of het eindproduct met zorg gemaakt is en origineel van uitvoering is;
  • of er weinig of geen taalfouten in de tekst zitten.

Folder maken

Met maken van een folder presenteer je kennis die je hebt opgedaan aan anderen.

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de D-toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Kijk nog eens goed naar de inleiding.
    Kun je uitleggen wat wordt bedoeld met 'mijn en dijn' en wat het te maken heeft met criminaliteit?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je verbanden tussen twee zinnen noemen en aangeven welke verbindingswoorden je kunt gebruiken?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Vond je het lastig om het perspectief in een tekst en/of videofragment te ontdekken en toe te lichten?
  • Eindopdracht
    Hoe hebben jullie de eindopdracht gemaakt? Hadden jullie snel inspiratie?
    Hadden jullie wat aan de tips en vragen? Konden jullie je aan de gegeven tijd en planning houden?
  • Het arrangement Thema 5 Mijn en dijn - havo3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-29 10:58:38
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Mijn en dijn HV' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Voordat je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier opdrachten. De eerste opdracht betreft 'Lezen: Verbanden en functiewoorden'. Daarna zal je aan de slag gaan met 'Grammatica: Bepalingen'. Vervolgens zal je werken aan 'Spelling: Aan elkaar of los?'. Waarna je uiteindelijk de opdrachten zal afsluiten met 'Fictie: Perspectief'.
    Leerniveau
    HAVO 3;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    12 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, fictie: perspectief, grammatica: bepalingen, hv3, lezen: verbanden en functiewoorden, mijn en dijn h3, nederlands, spelling: aan elkaar of los?, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Toetsen. (2021).

    Nederlands hv3 - D-toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/156121/Nederlands_hv3___D_toetsen

    VO-content Nederlands. (2020).

    Fictie - Perspectief h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80826/Fictie___Perspectief_h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Grammatica - Bepalingen h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80824/Grammatica___Bepalingen__h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Lezen - Verbanden h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80823/Lezen___Verbanden__h3

    VO-content Nederlands. (2020).

    Spelling - Aan elkaar of los? h3

    https://maken.wikiwijs.nl/80825/Spelling___Aan_elkaar_of_los__h3

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Mijn en dijn

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.