De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 8 vragen over het gebruik van werkwoordsvormen.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 8 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van de tegenwoordige tijd.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van het voltooid deelwoord en het onvoltooid deelwoord.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je hebt gezien hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd moet schrijven en je hebt ook geoefend met het schrijven van de persoonsvorm.
Stap 3: Deelwoorden en Engelse ww
Bestudeer uit de Kennisbank de volgende onderwerpen.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van Engelse werkwoorden.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van werkwoordspelling.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Kijk op een van deze sites hoe je een kruiswoordpuzzel kunt maken.
Maak nu zelf een kruiswoordpuzzel over werkwoordspelling. Laat de kruiswoordpuzzel oplossen door een van je klasgenoten. Jij probeert daarna zijn of haar puzzel op te lossen.
Klaar?
Laat de kruiswoordpuzzel beoordelen door je docent.
Beoordeling
Het eindproduct wordt beoordeeld door de docent en door medeleerlingen.
Bij de beoordeling wordt erop gelet of:
alle werkwoordsvormen terugkomen in de opdracht;
de juiste antwoorden zijn gegeven;
de zinnen voldoende niveau hebben;
de moeilijkheidsgraad en originaliteit goed is.
er geen taalfouten in de puzzel zijn geslopen.
Terugkijken
Intro
Heb je de introductievideo bekeken?
Snapte je de uitleg in twee minuten over de werkwoordspelling?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je zelf onderscheid maken tussen persoonsvorm enkelvoud en meervoud, tegenwoordige tijd en verleden tijd? Kun je ook voorbeelden geven?
Hoe ging het?
Inhoud
Wist je al veel over werkwoordspelling? Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Is het je gelukt een kruiswoordpuzzel te maken?
Heb je je puzzel laten oplossen door een of meerdere klasgenoten? Ging het goed?
Het arrangement Spelling - Werkwoordspelling h3 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Heelal', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Je begint deze opdracht met het bestuderen van drie Kennisbankitems die te maken hebben met werkwoordspelling. Daarna maak je de drie bijhorende oefeningen. Vervolgens bestudeer je de theorie over deelwoorden en Engelse werkwoorden en maak je wederom de bijhorende oefeningen.
Leerniveau
HAVO 3;
Leerinhoud en doelen
Schrijven;
Spelling, interpunctie en grammatica;
Nederlands;
Schrijfvaardigheid;
Deze opdracht hoort bij het thema 'Heelal', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv3. Je begint deze opdracht met het bestuderen van drie Kennisbankitems die te maken hebben met werkwoordspelling. Daarna maak je de drie bijhorende oefeningen. Vervolgens bestudeer je de theorie over deelwoorden en Engelse werkwoorden en maak je wederom de bijhorende oefeningen.