Paragraaf 1
Maak opdr 3 uit je werkboek
Gebruik je Chromebook voor onderstaande vragen. Noteer de antwoorden in een nieuw document die je H6 ecologie noemt.
De schuingedrukte woorden zijn begrippen die je in je biologie boek kan opzoeken.
Welke stappen ga je volgen?
Werk in tweetallen met je buurman of buurvrouw. Zoek de informatie op het internet.
- Een dier kiezen (geen huisdier).
- Wat is zijn biotoop?
- Wat is zijn habitat? (paragraaf 2)
- Omschrijf de biotische invloeden die je in die biotoop hebt
- Omschrijf de abiotische invloeden die je in die biotoop hebt.
Volgende lessen gaan we verder met wat theorie over ecologie en we gaan aan de slag in de natuur.
Een vaardigheid die je moet bezitten als we de natuur in gaan is de vaardigheid van determineren. Aan het begin van het jaar hebben we dat al geoefend. Lees op blz 138, wat determineren is en hoe je dat ook alweer doet.
Maak dan vraag 8 t/m 11 om het weer even te oefenen.
klaar?
Maak een voedselketen met jou dier er in.
Paragraaf 2
Maak opdr 4 t/m 7 en 10 t/m 11
Ontwerp daarna in tweetallen je eigen park op een A4tje.
Het doel van het park is om een zo groot mogelijke biodiversiteit te krijgen.
Gebruik 3/4 van het A4 voor een schematische plattegrond van het park en geef met kleuren de verschillende habitats aan.
Maak daarvan een legenda (1/4 van het blad). (zie als voorbeeld bron 1 van par 6.2)
Geef op een extra blaadje aan:
Per habitat welke dieren je daar verwacht. (wees specifiek! dus niet: vogels, maar noem de naam van de vogel bijv. merel) Zie ter inspiratie de planten/dieren bij opdr 3 uit je werkboek.
Maak een voedselketen (blz 146) van een voedselrelatie in jullie park.
Aan het einde van de les lever je park plattegrond en het extra blaadje in bij de docent. Hij hoeft nog niet af te zijn.