Ruiken en proeven

Ruiken en proeven

Smakelijk eten

Intro

Intro
Lekker eten, dat doen we allemaal graag.
Bekijk de vier kommen soep. Welke zou jij kiezen?

Heb je gekozen voor kom 1 of kom 4, dan heb je de soep gekozen die de meeste mensen kiezen. Blauwe of paarse soep lusten we niet, want dat zijn we niet gewend en krijgen we niet door de keel.

Vooraf

Leerdoelen

Na deze opdracht:

  • Weet je hoe de neus is opgebouwd en werkt.
  • Weet je hoe de tong is opgebouwd en werkt.
  • Weet je welke smaken je proeft en welke je ruikt.
  • Weet je dat je al je zintuigen gebruikt bij het herkennen van voedsel.

Eindproduct

Je sluit deze opdracht af met het practicum 'Proeven van een vaste stof'. Van het practicum maak je een onderzoeksverslag.

Groepsgrootte
Je werkt de meeste stappen alleen door.
Bij het practicum (stap 5) werk je samen met een klasgenoot.

Tijd
Voor het doorwerken van de oefeningen, het doen van het practicum en het schrijven van het verslag heb je in het totaal ongeveer 1,5 lesuur nodig.

Stap1

Ruiken en proeven

Ga naar de kennisbank en bestudeer het item 'Ruiken en proeven'.
Ruiken en proeven
Kijk of je na het bestuderen van het item, samen met een klasgenoot, deze vijf vragen kunt beantwoorden.

  1. Waar of niet waar?
    Proeven doe je alleen met je tong.
    1. Waar
    2. Niet waar
  2. Hoe heet het vlies van slijm dat de neusholten bedekt en waarin de geurstoffen oplossen die via het neusgat de neusholten binnenkomen?
    1. reukslijmvlies
    2. neusslijmvlies
    3. holteslijmvlies
  3. Hoeveel verschillende smaakstoffen kun je met je tong waarnemen?
    1. 2
    2. 5
    3. 12
  4. Als je eet en drinkt lossen de smaakstoffen op in het speeksel.
    Waarom is dat belangrijk?
    1. Doordat ze zijn opgelost kunnen de smaakstoffen in contact komen met de smaakknopjes.
    2. Doordat ze zijn opgelost kunnen de smaakstoffen makkelijker doorgeslikt worden.
    3. Doordat ze zijn opgelost kunnen ze via de buis van Eustachius in de neusholte komen.
  5. Welke zintuigen gebruik je allemaal bij het herkennen van verschillende smaken?
    1. Je gehoor-, reuk- en smaakzintuigen.
    2. Je gehoor-, gevoels-, smaak- en gezichtszintuigen.
    3. Je gevoels-, reuk-, smaak-, gehoor- en gezichtszintuigen.

 

Stap2

Watertanden

Heb jij dat nou ook? Zie je of ruik je iets lekkers.. en je gaat watertanden.
En bij iets wat je niet lekker vindt? Loop je er ook voor weg?

Op grote stations maakt men gebruik van dit watertanden om de eetlust bij hongerige reizigers op te wekken: geurende croissants, reclameborden met grote aantrekkelijke broodjes hamburger en ga zo maar door.

Test jezelf
Test eens of je er ook gevoelig voor bent:


Bekijk het filmpje watertanden. Elke afbeelding blijft 10 seconden lang in beeld. Onthoud tijdens het kijken bij welke afbeeldingen je een hongergevoel krijgt of bij welke afbeeldingen er speeksel door je mond begint te lopen.

Heb jij het bij dezelfde producten als je buurman of buurvrouw?

Stap3

Gevaarlijke stoffen

In het keukenkastje staan flessen met allerlei stoffen om schoon te maken. Wat er in zit kun je herkennen aan de geur? Doe dit nooit met je neus vlak boven de fles!
Sommige stoffen zoals ammoniak kunnen iemand een soort astmatische aanval bezorgen. De concentratie van die stof vlak boven de fles is veel te hoog om in te ademen. Lees dus liever even wat er op het etiket staat.

Beantwoord de volgende vraag:

Stel het etiket is onleesbaar geworden en je wilt toch weten wat er in de fles zit.
Welke manier is veilig om dit te weten te komen?
  1. De fles open schroeven en een klein druppeltje op je vinger doen en dan ruiken.
  2. De fles open schroeven en de lucht uit de fles naar je toewuiven.
  3. De fles open schroeven en een klein druppeltje op je vinger doen en dan proeven.

Stap4

Functies van proeven en ruiken

Bij proeven en ruiken gaat het om het kunnen waarnemen van stoffen.
Dit dient verschillende functies. Bijvoorbeeld:

  • Waarschuwing bij gevaar.
  • Vinden van een partner.
  • Vinden van voedsel.
  • Herkennen van familieleden en/of soortgenoten.
  • Herkennen van vijanden.
  • Communiceren met soortgenoten.

Ook bij de mens spelen deze functies een rol, soms onder de oppervlakte.


 

Maak de volgende opdracht

Combineer nu de volgende zes situaties met de juiste functie.

Situatie functie
1 Jonge katjes snuffelen in de eerste weken van hun leven heel veel aan hun broertjes en zusjes en moeder. a Vinden van een partner.
2 Bij het ruiken van rook worden veel mensen wakker. b Herkennen van soortgenoten.
3 Naar een feest gaan, gebruiken veel mensen parfum. c Vinden van voedsel.
4 Bij naderend gevaar scheiden bijen een alarmgeur uit. Alle bijen die ten strijde trekken verzamelen zich. d Waarschuwing tegen gevaar.
5 Hazen hebben een klein kuiltje als nest. Gewoonlijk liggen ze met hun neus tegen de windrichting in. e Communiceren met soortgenoten.
6 Haaien ruiken bloed. f Waarschuwing bij gevaar.


1 = .....   2 = .....   3 = .....   4 = .....   5 = .....   en   6 = .....

Stap5

Proeven van een vaste stof

Met dit proefje willen we erachter komen of het mogelijk is om een vaste stof als een suikerklontje ook te proeven.

  • Stel voor deze proef een onderzoeksvraag op, en noteer deze in een document.
  • Stel voor deze proef een hypothese op, en noteer deze in een document.

     

Benodigdheden

      een suikerklont (beter een halve)

      tissue (papieren zakdoek).


Werkwijze

  • Werk met z’n tweeën.
  • Schrijf het antwoord op de volgende vraag op:

2. Wat is de beste plaats om het klontje te proeven?

  • Droog de tong van de proefpersoon.
  • Leg het klontje op die plaats.
  • Let goed op wat er met het stukje gebeurt.
  • Laat de proefpersoon een teken geven, zodra hij de suiker proeft.
  • Schrijf het antwoord op de volgende vragen op:

2. Wanneer proeft hij het suikerklontje?

3. Wat is hierbij de functie van het speeksel?

4. Wat is de conclusie op de onderzoeksvraag?

  • Het arrangement Ruiken en proeven is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Joris Rutgers
    Laatst gewijzigd
    2016-05-24 13:22:35
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1;
    Leerinhoud en doelen
    Biologische eenheid; Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; Instandhouding; Opbouw van leven;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.