Opdracht: Woordenschat - Uitdrukkingen vmbo-kgt34

Opdracht: Woordenschat - Uitdrukkingen vmbo-kgt34

Woordenschat - Uitdrukkingen

Intro

Deze opdracht gaat over uitdrukkingen (gezegden).

Op internet zijn veel video's te vinden over uitdrukkingen.

Bekijk deze video.
Wanneer spreek je van komkommertijd?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • omschrijven wat een gezegde of zegswijze is en een voorbeeld geven;
  • omschrijven wat een spreekwoord is en een voorbeeld geven;
  • het verschil tussen een gezegde en spreekwoord herkennen;
  • van meerdere uitdrukkingen en gezegdes aangeven wat ze betekenen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1

Bestudeer het Kennisbankitem over gezegden en spreekwoorden. Bekijk de video en noem de uitdrukkingen die je in de video hebt gezien. Bespreek ze met een klasgenoot.

Stap 2 Bekijk de video en maak drie oefeningen over uitdrukkingen.
Stap 3 Bekijk de video over uitdrukkingen die naar het Engels worden vertaald. Noteer de uitdrukkingen die je herkent en vergelijk ze met een klasgenoot.
Stap 4 Zoek vijf uitdrukkingen en maak er zinnen mee. Bespreek ze daarna met een klasgenoot.
Stap 5 Bekijk de video over het verkeerd (of grappig) gebruik van uitdrukkingen en maak de oefening.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak de eindopdracht: een quiz over gezegdes. Speel deze met een klasgenoot.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee à drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Uitdrukkingen

“Ik zou niet graag in jouw schoenen staan. Als ik daar zou wonen, werd ik nooit gelukkig,” zegt Sophie.
“Ach, je went eraan. Soms moet je even boter bij de vis doen,” zegt Joachim, “van al dat verhuizen heb ik even tabak”.

Een uitdrukking is een vaste combinatie van woorden, die iets betekenen.
Het is een vorm van figuurlijk taalgebruik.
Het verschil tussen een uitdrukking (gezegde) en een spreekwoord, vind je hieronder in de Kennisbank.

Gezegden en spreekwoorden

In de volgende video worden ook veel uitdrukkingen gebruikt.

Stap 2: Oefenen!

Bekijk deze video.
Wist je de antwoorden op de gebruikte uitdrukkingen?

Door veel te oefenen, leer je de uitdrukkingen te gebruiken en de betekenis te herkennen.
Een uitdrukking wordt ook wel een gezegde genoemd.

Maak de volgende oefeningen.

Stap 3: Uitdrukkingen in het Engels

Nederlandse uitdrukkingen in het Engels

Deze reisleider doet erg zijn best om Nederlandse spreekwoorden/uitdrukkingen te vertalen naar het Engels.

Bekijk de video en beantwoord de vraag.

Stap 4: Veel uitdrukkingen

Stap 5: Verkeerd gebruik

Bekijk de video.
Als je een uitdrukking op een verkeerde manier gebruikt, kan dat grappige zinnen opleveren.

Maak de volgende oefening. Geef aan welke uitdrukking verkeerd is.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Gezegden en spreekwoorden

Eindopdracht

Quiz

In deze eindopdracht gaan jullie een quiz maken voor elkaar.
De quiz gaat over gezegdes en uitdrukkingen.

1. Kies acht gezegdes die je al kent. Je mag hiervoor Wikiquote gebruiken.
Zoek op internet plaatjes die erbij passen.

Voorbeeld: Je neemt het gezegde ‘dit slaat als een tang op een varken’.
Je kiest daarbij het plaatje dat hieronder staat.
Voor deze stap mag je tien minuten gebruiken.

2. Zet alle plaatjes in een (Google-)document onder elkaar.
Sla het bestand op onder de naam ‘Quiz uitdrukkingen’ in je eigen omgeving.
Deel of stuur het document naar een klasgenoot.
Je klasgenoot stuurt zijn of haar versie naar jou.
Je kunt natuurlijk het document ook gewoon uitprinten.

3. Vul elkaars bestand in. Zet de juiste uitdrukking bij de afbeelding.
Schrijf er in je eigen woorden ook bij wat de uitdrukking betekent.
Hiervoor mag je maximaal vijftien minuten gebruiken.

4. Controleer elkaars antwoorden en verbeter waar nodig.

5. Bespreek samen de antwoorden en de eventuele verbeteringen.

Beoordeling

Jullie docent zal jullie document met uitdrukkingen controleren. Daarbij wordt gelet op:

  • Hebben jullie de juiste uitdrukkingen ingevuld bij de afbeeldingen?
  • Was de omschrijving over de betekenis van de uitdrukking duidelijk?
  • Passen afbeelding en uitdrukking bij elkaar?
  • Zijn jullie creatief te werk gegaan en ziet het geheel er verzorgd uit?
  • Bevat het document geen taalfouten?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de uitleg over de besproken uitdrukkingen nuttig?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aangeven wat het verschil is tussen een spreekwoord en een gezegde?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of had je tijd over?
  • Inhoud
    Heb je in dit thema veel nieuwe uitdrukkingen en gezegdes geleerd?
    Weet je ook wat ze betekenen?
  • Het arrangement Opdracht: Woordenschat - Uitdrukkingen vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-06-30 14:47:00
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Wonen' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je wat een gezegde en spreekwoord is en wat het verschil tussen deze twee is. Verder geef je de betekenis aan van meerdere uitdrukkingen en gezegdes. De eindopdracht van deze opdracht is een quiz over gezegdes en uitdrukkingen. Je kiest acht gezegdes die je al kent en zoekt daar plaatjes bij op internet. Vervolgens zet je alle plaatjes in een document en deel je het met een klasgenoot. Jullie vullen elkaars bestand in door de juiste uitdrukking bij de afbeelding te zetten en de betekenis ervan in eigen woorden te beschrijven. Daarna controleer je elkaars antwoorden en verbeter je waar nodig. Tot slot bespreek je samen de antwoorden en eventuele verbeteringen. Succes!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid; Mondelinge taalvaardigheid; Begrippenlijst en taalverzorging; Spreken; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, gezegde, nederlands, quiz, spreekwoorden, stercollectie, vmbo-kgt34, wonen, woordenschat- uitdrukkingen, zegswijze

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/147811/Tijdelijk_vmbo_kgt34

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/90286/Nederlands_vmbo_kgt34