Deze opdracht gaat over argumenten en tegenargumenten bij een stelling.
Bekijk deze video.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
een argument en een tegenargument bedenken bij een stelling;
herkennen wanneer een argument objectief of subjectief is;
argumenten herkennen in een betoog.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Bestudeer het Kennisbankitem 'Argumenteren'. Geef je eigen definitie van de term 'argument'. Maak de sleepoefening over argumenten.
Stap 2
Lees een betoog uit de krant. Zoek argumenten en tegenargumenten in de tekst. Bedenk zelf ook een argument. Vergelijk je antwoorden met een klasgenoot.
Stap 3
Je klasgenoot en jij lezen twee teksten. Vertel elkaar in grote lijnen na afloop waar je verhaal over ging. Dit doen jullie in drie stappen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht
Maak de eindopdracht: Lees eerst een artikel. Bedenk argumenten en tegenargumenten bij een stelling. Vergelijk samen jullie uitkomsten.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee à drie lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Argumenteren
Deze opdracht gaat over argumenten.
Wat zijn argumenten?
Schrijf de definitie van ‘argument’ op in jouw eigen woorden.
Bespreek deze definitie met een klasgenoot.
Hier mag je ongeveer vijf minuten voor gebruiken.
Je gebruikt argumenten in een betoog. Het doel van een betoog is om de lezer te overtuigen van een bepaalde mening.
Maak de volgende sleepoefening.
Stap 2: Betoog
In deze opdracht ga je een betoog lezen uit de krant.
Daarna ga je vragen beantwoorden over de argumenten die in het stuk worden gebruikt.
Lees het onderstaande krantenartikel. Het artikel is afkomstig uit de Volkskrant.
In het artikel worden argumenten gegeven waarom een ‘boerkaverbod’ in Nederland niet geldig is.
Beantwoord de volgende vragen. Hiervoor mag je ongeveer tienminuten gebruiken.
Uiteraard mag je het betoog nog een keer doorlezen om de vragen te kunnen beantwoorden.
Stap 3: Navertellen
Als je een tekst hebt gelezen, is het belangrijk dat je deze tekst in grote lijnen kunt navertellen.
Als je de tekst kunt navertellen, heb je er namelijk ook iets van onthouden.
De volgende opdracht doe je samen met een klasgenoot in drie stappen.
Afronding
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
In de eindopdracht ga je argumenten bedenken bij een stelling.
Lees het onderstaande artikel. Het gaat over tbs’ers die met verlof gaan.
"Tbs'ers die met verlof mochten, hebben zich vorig jaar 56 keer niet aan de regels gehouden.
Dat is een stijging in vergelijking met 2011, toen dat 37 keer was.
Het gaat onder meer om tbs'ers die niet op tijd terug zijn van hun verlof.
Dat schrijft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Vier keer werden regels overtreden bij begeleid verlof, bij onbegeleid verlof was dat twintig keer het geval.
In 2011 ging dat nog over respectievelijk zeven en tien keer.
Bij zogeheten transmuraal verlof, waarbij er nog wel toezicht is van de kliniek, werden de regels 26 keer overtreden. Bij proefverlof ging dit om vijf keer.
Eén keer werd verlof verleend, terwijl er geen machtiging was afgegeven.
Alle tbs'ers wel weer aangehouden
Alle tbs'ers met ongeoorloofd verlof werden wel weer aangehouden, schrijft de staatssecretaris.
In 43 gevallen binnen een etmaal. Jaarlijks vinden er zo'n 70.000 verloven van tbs'ers plaats.
De stijging komt volgens Teeven door een scherpere registratie.
De gegevens uit verlofaanvragen zouden onder meer strenger zijn gecontroleerd."
Bron: Novum
De stelling luidt: Tbs’ers mogen niet meer met verlof.
Bedenk samen met een klasgenoot drie argumenten waarbij je voor de volgende stelling bent.
Meer informatie over verlof tijdens een tbs-periode vind je hier: www.rijksoverheid.nl
Bedenk samen met een klasgenoot drie argumenten waarbij je tegen de stelling bent.
Deze stap doe je alleen. Inmiddels heb je argumenten verzonnen voor en tegen de stelling.
Wat is eigenlijk jouw mening over de stelling?
Probeer je mening in maximaal twintig zinnen te verwoorden.
Gebruik hiervoor de argumenten die je eerder met een klasgenoot hebt bedacht.
Je mag hier maximaal vijftien minuten voor gebruiken.
Beoordeling
Je docent zal de argumenten en de zinnen die je/jullie hebben opgeschreven, beoordelen.
Daarbij wordt gelet op:
Hebben jullie je argumenten en tegenargumenten goed onder woorden gebracht?
Is duidelijk en helder dat de argumenten te maken hebben met het onderwerp van de stelling?
Zijn jullie creatief en origineel geweest in het bedenken van argumenten?
Bevatten de argumenten geen of weinig taalfouten?
Terugkijken
Intro
Heb je de video bekeken?
Heb je bij beide stellingen zelf een argument en tegenargument bedacht?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je in een betoog argumenten en tegenargumenten herkennen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je voldoende tijd, ook voor het maken van de eindopdracht?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Heb je ook je eigen mening over de argumenten duidelijk onder woorden gebracht?
Het arrangement Opdracht: Lezen - Argumenten vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Leven in Nederland', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je een argument en een tegenargument bedenken bij een stelling. Je leert ook wanneer een argument objectief of subjectief is, en hoe je argumenten kunt herkennen in een betoog. Met een argument geef je aan waarom je iets vindt, en een tegenargument is een argument dat men tegen iets inbrengt.
Voor de eindopdracht ga je argumenten bedenken bij de stelling: "Tbs'ers mogen niet meer met verlof." Je gaat samen met een klasgenoot drie argumenten bedenken waarbij je vóór de stelling bent, en drie argumenten waarbij je tegen de stelling bent. Na het bedenken van de argumenten ga je alleen verder. Je hebt nu argumenten verzonnen voor en tegen de stelling. Daarnaast wordt gevraagd naar jouw mening over de stelling. Probeer je mening in maximaal twintig zinnen te verwoorden en gebruik daarbij de argumenten die je eerder met een klasgenoot hebt bedacht.
Succes met de opdracht!
Deze opdracht hoort bij het thema 'Leven in Nederland', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je een argument en een tegenargument bedenken bij een stelling. Je leert ook wanneer een argument objectief of subjectief is, en hoe je argumenten kunt herkennen in een betoog. Met een argument geef je aan waarom je iets vindt, en een tegenargument is een argument dat men tegen iets inbrengt.
Voor de eindopdracht ga je argumenten bedenken bij de stelling: "Tbs'ers mogen niet meer met verlof." Je gaat samen met een klasgenoot drie argumenten bedenken waarbij je vóór de stelling bent, en drie argumenten waarbij je tegen de stelling bent. Na het bedenken van de argumenten ga je alleen verder. Je hebt nu argumenten verzonnen voor en tegen de stelling. Daarnaast wordt gevraagd naar jouw mening over de stelling. Probeer je mening in maximaal twintig zinnen te verwoorden en gebruik daarbij de argumenten die je eerder met een klasgenoot hebt bedacht.
Succes met de opdracht!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.