Een eigen website bouwen is lang niet zo ingewikkeld als het lijkt.
Bekijk deze video. Je kijkt dan mee bij de totstandkoming van een website. Waarover zou jij wel een website willen bouwen?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
omschrijven wat een 'sitestructuur' is;
enkele structuren voor het maken van een website herkennen;
zelf een structuur opzetten voor het bouwen van een website.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Bestudeer verschillende structuren die kunnen worden gebruikt voor het bouwen van een website.
Stap 2
Maak een diagram van een website, die je regelmatig bezoekt. Vergelijk de structuur van de website met de website van school. Bespreek dit samen met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Eindopdracht
Maak samen een structuur voor een website voor een kinderhulpproject aan Gambia.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Structuur
Voordat je een website kunt bouwen, moet je eerst nadenken over de structuur.
De structuur van een website wordt de sitestructuur genoemd.
Een sitestructuur lijkt een beetje op een boomdiagram.
In ieder vakje staat de titel van de pagina. Tussen de vakjes staan pijlen.
Deze pijlen geven aan hoe je van de ene pagina naar de andere pagina kunt klikken.
Hieronder zie je voorbeelden van verschillende sitestructuren.
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Soms staat de sitestructuur op de website, zoals op de website van de Rijksoverheid.
Stap 2: Diagram maken
In deze opdracht ga je de sitestructuur van twee websites in kaart brengen en vergelijken.
De eerste is de sitestructuur van de website van je school en de tweede is de sitestructuur van een website die je zelf mag uitkiezen.
1. Bekijk een website die je vaak bezoekt. Let op de structuur van de website.
Is de indeling overzichtelijk en duidelijk? Is het een diepte- of breedtestructuur?
Hiervoor mag je ongeveer vijf minuten gebruiken.
2. Ga naar de website van je school. Pak een groot vel wit papier en teken de sitestructuur door middel van een boomdiagram.
Voeg ook pijlen toe die aangeven hoe je van de ene pagina naar de andere pagina kunt klikken.
Hiervoor mag je vijf minuten gebruiken.
3. Vergelijk de structuur die jij gemaakt hebt met de structuur die een klasgenoot heeft gemaakt.
Bekijk of er verschillen zijn. Maak in je eigen sitestructuur aanpassingen als dat nodig is.
Tijd: ongeveer vijf minuten.
4. Ga naar de website die jij hebt uitgekozen en teken de sitestructuur. Gebruik hiervoor een nieuw vel papier.
Tijd: ongeveer vijf minuten.
5. Vergelijk de structuur van de schoolwebsite met de structuur van de website die jij hebt gekozen. Vraag: Welke site heeft de meest ingewikkelde structuur?
Gebruik in je antwoord de termen ‘breed’ en ‘diep’.
Je mag hier ongeveer vijf minuten voor gebruiken.
6. Deze stap doe je samen met een klasgenoot.
Jullie gaan het antwoord op de vraag presenteren aan elkaar.
Beiden mogen jullie maximaal twee minuten presenteren.
Laat tijdens de presentatie ook de structuren zien die jij hebt getekend.
Na afloop van de presentaties geven jullie feedback op elkaar. Zeg minstens één positief punt over de presentatie en één verbeterpunt.
Je geeft feedback op:
Inhoud van de presentatie (de manier waarop je klasgenoot de vraag heeft beantwoord).
Vorm van de presentatie (de manier waarop je klasgenoot de presentatie heeft gegeven).
Jullie mogen hier tien minuten voor gebruiken.
Afronding
Eindopdracht
In deze eindopdracht ga je de structuur van een website maken.
Lees de volgende casus.
De klas wil iets doen om arme kinderen in Gambia te helpen.
Jullie hebben inmiddels een plan gemaakt. Jullie willen een klaslokaal bouwen en sturen het plan op naar UNICEF.
UNICEF vindt het een heel goed plan en jullie worden uitgenodigd op het kantoor van UNICEF. Om een goede indruk te maken, besluiten jullie vast een website te maken over de situatie waarin arme kinderen in Gambia leven.
Jullie hebben al geleerd dat, voordat je een site gaat maken, je eerst een sitestructuur moet maken.
Hoe gaan jullie te werk?
1. Ga op zoek naar informatie over het leven van kinderen in Gambia.
Websites over Gambia zijn bijvoorbeeld:
Je kunt natuurlijk ook zelf op zoek naar informatie, bijvoorbeeld met Google.
Bepaal welke informatie je op de site wilt zetten.
2. Maak een structuur van de site die je gaat maken. Bedenk welke titels de verschillende pagina’s krijgen.
De structuur maak je door het tekenen van een boomdiagram.
Je kunt een boomdiagram op papier tekenen, maar je kunt het ook digitaal doen.
Klik op deze link en je ziet stap voor stap hoe je dit kunt maken in Word.
3. Wissel van diagram met een klasgenoot. Bekijk elkaars diagram.
Kijk of je tips hebt voor elkaar over de opbouw van de structuur. Bedenk minstens twee tips voor elkaar.
4. Verwerk de tips die je klasgenoot je heeft gegeven.
Laat de websitestructuur die jij hebt ontworpen beoordelen door je docent.
Beoordeling
Je docent zal de structuur beoordelen. Hij of zij let daarbij op:
Heb je de structuur in de vorm van een boomdiagram gemaakt?
Is duidelijk om hoeveel en om welke pagina's het gaat?
Is aan de naamgeving van de structuur af te lezen dat het over kinderhulp in Gambia gaat?
Is het geheel duidelijk en creatief vormgegeven?
Heb je geen taalfouten gemaakt bij de opzet van de structuur?
Terugkijken
Intro
Heb je de introductievideo bekeken?
Lijkt het je moeilijk om zelf een website te bouwen?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je aan een website herkennen welke structuur is gebruikt voor de bouw ervan?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je voldoende tijd, ook voor het maken van de eindopdracht?
Eindopdracht
Is het gelukt een goede structuur voor de website te maken?
Vond je het leuk of moeilijk om te doen?
Hebben je klasgenoot en jij elkaar nuttige tips kunnen geven?
Het arrangement Opdracht: Vaardigheden - Website vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Arm en rijk' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je wat een 'sitestructuur' is bij het maken van een website. Je leert hoe je een sitestructuur kunt omschrijven, en hoe je enkele structuren voor het maken van een website kunt herkennen. Daarnaast ga je zelf aan de slag met het opzetten van een structuur voor het bouwen van een website.
In de eindopdracht ga je de structuur van een website maken. Je hebt een plan gemaakt om arme kinderen in Gambia te helpen, en je wilt hierover een website maken. Om een goede indruk te maken, besluit je om eerst een sitestructuur op te zetten. Je doet dit aan de hand van een boomdiagram en vraagt feedback aan je klasgenoten.
Succes!
Deze opdracht hoort bij het thema 'Arm en rijk' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je wat een 'sitestructuur' is bij het maken van een website. Je leert hoe je een sitestructuur kunt omschrijven, en hoe je enkele structuren voor het maken van een website kunt herkennen. Daarnaast ga je zelf aan de slag met het opzetten van een structuur voor het bouwen van een website.
In de eindopdracht ga je de structuur van een website maken. Je hebt een plan gemaakt om arme kinderen in Gambia te helpen, en je wilt hierover een website maken. Om een goede indruk te maken, besluit je om eerst een sitestructuur op te zetten. Je doet dit aan de hand van een boomdiagram en vraagt feedback aan je klasgenoten.
Succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.