Opdracht: Spelling - Als-dan en zij-hun vmbo-b34

Opdracht: Spelling - Als-dan en zij-hun vmbo-b34

Spelling - Dan/als en zij/hun

Intro

Wanneer gebruik je dan en wanneer gebruik je als?

Kijk naar deze 'Clipphanger'.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • op de juiste manier 'dan' en 'als' gebruiken in een vergelijking;
  • op de juiste manier 'zij', 'hen' en 'hun' gebruiken.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer de Kennisbankitems, kijk de video en maak de oefeningen over het gebruik van als en dan en zij en hun.
Stap 2 Bekijk de video, bestudeer de theorie en maak de oefeningen.
Stap 3 Lees de uitleg en maak de oefeningen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Wat vind jij? Geef je mening over het veranderen van het taalgebruik rond hun.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee à drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Dan/als en zij/hun

In de Nederlandse (spreek)taal komen een aantal veelgemaakte fouten voor.
Deze opdracht gaat over twee fouten die vaak voorkomen.
De eerste is het foutieve gebruik van dan of als.
De tweede is het foutieve gebruik van zij of hun.

Er zijn vaste spellingsregels voor het gebruik. Bestudeer de theorie in de Kennisbank.

Dan of als?

Zij of hun?

Bekijk de video over 'als of dan'.

Stap 2: Hen of hun?

In deze opdracht ga je oefenen met het juiste gebruik van hen of hun.

Kijk eerst naar de 'Clipphanger'.

Bestudeer de theorie over het gebruik van zij, hen en hun.

Hen of hun

Wanneer gebruik je wat?
Je hoort het voetballers regelmatig zeggen: ‘hun waren gewoon beter’.
Fout: hun gebruik je nooit als onderwerp. Ze zouden in plaats daarvan moeten zeggen: ‘zij waren gewoon beter’.

Dat betekent niet dat je ‘hun’ nooit mag gebruiken. Hun kan bezittelijk gebruikt worden (dat is hun huis), maar ook meewerkend (ik ga het hun vragen). Maar soms gebruik je in plaats van ‘hun’ het woord ‘hen’ of ‘zij’. Wanneer?

Hun

‘Hun’ is in de eerste plaats een bezittelijk voornaamwoord. Het is een woord waarmee je aangeeft dat iets van iemand is.
Voorbeeld:
‘Dat is hun eigen schuld, want zij hebben hun fietsen niet op slot gezet’.

Maar je kunt ‘ hun’ ook gebruiken als meewerkend voorwerp, dus als je kunt vragen: aan wie of voor wie?
Voorbeeld:

  • Ik heb het hun nog niet verteld.
  • Ik ga hun maar eens een stevige borrel schenken.
  • Dat verbaast hun niets.

Hen

In veel situaties waarin ‘hun’ foutief wordt gebruikt, is ‘hen’ het correcte alternatief.
We gebruiken 'hen' in de functie van lijdend voorwerp, dus als je kunt vragen ‘wie?’ of ‘wat?’
Voorbeeld:

  • Waar Bram en Willem zijn? Ik heb hen nog niet op school gezien.
  • Broeden ze weer op een plannetje? Ja, ik ben hen liever kwijt dan rijk.

Na een voorzetsel gebruiken we altijd 'hen'.
Voorbeeld:

  • Ik heb het nog niet aan hen verteld.
  • Ik ga voor hen maar eens een stevige borrel schenken.
  • Ga jij eens naast hen zitten.

Zij

In zinnen waarin ‘hun’ ten onrechte wordt gebruikt als onderwerp (‘hun moeten niet zo zeuren’) is het correcte alternatief ‘zij’.
De juiste manier is dus: ‘zij moeten niet zo zeuren’.


Maak de volgende oefeningen.

Stap 3: Vergelijken

Dan of als?
In deze opdracht ga je oefenen met het juiste gebruik van dan of als.
Lees eerst de uitleg.

Vergelijken in het Nederlands

Het is een van de meest voorkomende taalfouten in het Nederlands: ‘ik ben groter als jij’. Of nog erger: ‘ik ben groter als jou’.
Wat is daar fout aan?

Als je in het Nederlands twee dingen, personen of situaties met elkaar vergelijkt, krijg je zinnen als ‘het is deze zomer warmer dan vorig jaar’ of ‘zij is even goed als ik’.
Met onderstaande richtlijnen is het makkelijk te bepalen of je in zo’n geval ‘dan’ of ‘als’ gebruikt, en ‘ik’ of ‘mij’.

Dan

Je gebruikt ‘dan’ als je een vergelijking maakt met een vergrotende trap (bij ongelijkheden dus):
  • Ik ben groter dan jij
  • Zij waren er eerder dan wij
  • Zij is anders dan anderen

Als

Je gebruikt ‘als’ wanneer de onderwerpen van je vergelijking gelijk zijn aan elkaar:

  • Danny is even groot als ik
  • Zij waren net zo vroeg als wij
  • Zij is net als iedereen

Alle vergelijkingen met ‘zo’, ‘net zo’ en ‘even’ worden met ‘als’ gecombineerd.

  • Ik ben half zo zwaar als mijn moeder
  • Hij is lang niet zo precies als zijn klasgenoot
  • Een hotel in Londen kost 10 keer zo veel als in Praag

Persoonlijk voornaamwoord

Voorbeeld:
Moeder is groter dan zij (is).

Een vergelijking is pas goed, als je het juiste persoonlijk voornaamwoord gebruikt.
Hoe weet je bijvoorbeeld wat goed is: ‘ik ben groter dan jij’ of ‘ik ben groter dan jou’?
De truc is om de zin in je gedachten te verlengen met het werkwoord dat al eerder gebruikt wordt. Bovenstaande zin wordt dan: ‘ik ben groter dan jij bent’, want ‘ik ben groter dan jou bent’ zou nergens op slaan.

De juiste vergelijking is dus: ‘ik ben groter dan jij’.
Het verlengen van de zin levert dan de volgende vergelijkingen op:

  • Ik ken niemand als hij (is)
  • Sanne is net zo lief als jij (bent)
  • Mijn vrienden vinden een clown als ik (ben) maar raar
  • Kinderen zoals wij (zijn) tellen hier niet mee

Bovenstaande zinnen staan de persoonlijke voornaamwoorden in de onderwerpsvorm (hij, ik).
Maar in vergelijkingen kunnen ook niet-onderwerpsvormen voorkomen (jou, mij). Let op: of je in een vergelijkende zin ‘mij’ of ‘ik’ gebruikt, heeft invloed op de betekenis van de zin.
Beide onderstaande voorbeelden zijn correct, maar betekenen iets anders:

  • Anne vindt jou aardiger dan ik: Anne vindt jou aardiger dan ik jou vind.
  • Anne vindt jou aardiger dan mij: Anne vindt jou aardiger dan dat ze mij vindt.


Maak nu de volgende oefeningen.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Dan of als?

Zij of hun?

Eindopdracht

Wat vind jij?

Steeds meer Nederlanders gebruiken ‘hun’ als persoonsvorm.
Bijvoorbeeld: Hun hebben die theorie nooit gekend.

Je hebt net geleerd dat die zin fout is.
De juiste zin is: Zij hebben die theorie nooit gekend.

Lees het volgende artikel.

Plasterk: Mooi of lelijk maakt niet uit, als taal maar correct is
Minder verandering van de taal is juist beter

Stel dat we tweeduizend jaar geleden leefden, dan was Johan Cruyff natuurlijk ook een topsporter geweest. Dan was hij ook de Arena binnengelopen. En dan had hij zich ook tot de tribune gewend en dan had hij gezegd: ,,Hun wie sterven gaan groeten u.”

Om dat ‘hun’ is wat te doen doordat enkele neerlandici betogen dat het zo fout nog niet is. Gisteren schreef de neerlandicus Julius Althuisius in nrc.next: ,,Er is geen gezag in de taal. Taal ontwikkelt zich.”

Dat tweede is wel waar, het eerste niet. Er is wél gezag. De Nederlandse Taal wordt beheerd door de Nederlandse Taalunie, waarvan ondergetekende voorzitter is. Die Unie bepaalt wat correct Nederlands is. En ‘hun groeten u’ is geen correct Nederlands. Inderdaad, daar hoeft niemand zich iets van aan te trekken; ‘hun groeten’ is niet strafbaar. Maar fout is het wel.

Hoe belangrijk is het of iets goed Nederlands is? Dat bepaalt niet de Nederlandse Taalunie, dat bepalen de gebruikers van de taal. Die blijken in groten getale er zeer aan te hechten dat ze zoveel mogelijk correct Nederlands gebruiken. ,,De huidige grammatica is een rommeltje, zeker voor de mensen die Nederlands als tweede taal moeten leren”, weet Althuisius. Moeilijk is het vast, zoals elke vreemde taal moeilijk is. Maar dat is geen reden om de taal te veranderen; bovendien slaagt dat soort veranderingen nooit. Elke paar jaar zijn er weer goedbedoelende taalkundigen die via ‘vereenvoudigingen’ de taal logischer willen maken, en altijd met het argument dat ze daardoor geschikter zou worden voor immigranten en mensen uit lage sociale milieus. En door dat soort strapatsen weet je als Nederlandse taalgebruiker nu niet meer of het pannenkoek of pannekoek is. De taal is niet honderd procent logisch, maar ze is zoals ze is, en ze valt te leren. En naarmate er minder aan veranderd wordt gaat dat beter.

“Vroeger vonden we ‘u loopt’ lelijk” zegt de neerlandicus, ter illustratie dat taal evolueert. Het gaat mij niet om mooi of lelijk, het gaat erom of het correct is. Mensen die ‘hun’ gebruiken voor de eerste persoon weten ook wel dat ze op school hebben geleerd dat het eigenlijk ‘zij’ is, maar ze negeren dat. Die vrijheid is ook een waarde van de taal. Er is een correcte taal, en het staat mensen vrij om daarvan af te wijken. Die verschillen zijn vaak regionaal of sociaal bepaald. Daar is niets mis mee.

Taal evolueert. Zo zijn leenwoorden van alle tijden. Ik download, hij downloadt, wij hebben gedownload. Dan moet je bedenken hoe je dat spelt, en daarom actualiseert de Taalunie elke paar jaar de spelling. Maar zo lang ik er zit zal elke poging van neerlandici om de taal te ‘vereenvoudigen’ of ‘logischer’ te maken door mij worden tegengehouden. En die mensen voor wie Nederlands een tweede taal is? Die hebben er recht op te kunnen leren wat goed Nederlands is, en ze willen zelf graag dat ook hun kinderen het goed leren. Die willen juist gezag in de taal. Dat gaat niet vanzelf, dat vraagt om voortdurende zorg en aandacht, vooral in het onderwijs. Ik ben daarom blij met die duizenden leerkrachten die elke dag weer uitleggen wat goed en niet goed Nederlands is. “De man wie de bal hept”, ik hoop dat onze cultuurfilosoof Johan Cruyff het altijd zo blijft zeggen, maar goed Nederlands is het niet.

(Bron: nrc.nl)


Vind jij dat het gebruik van 'hun' als persoonsvorm moet worden goedgekeurd?
Bijvoorbeeld: Hun lopen naar school.
Praat samen met een klasgenoot over deze vraag: Waarom vind je het wel of niet goed?

Schrijf na het gesprek je eigen mening op in minimaal tien en maximaal vijftien zinnen.
Laat dit door je docent nakijken.

Beoordeling

Je docent zal kijken naar hetgeen je hebt opgeschreven over het gebruik van 'hun' als persoonsvorm.
Hij of zij zal daarbij letten op:

  • Heb je je eigen mening over het gebruik van 'hun' als persoonsvorm goed verwoord?
  • Heb je duidelijk aangegeven waarom je het wel of niet goed vindt?
  • Heb je geen taalfouten gemaakt in je betoog?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de clipphanger bekeken?
    Was de uitleg over het gebruik van 'als' en 'dan' duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wanneer je 'als' en 'dan' gebruikt in een vergelijking?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Heb je moeite met het goed gebruiken van 'dat' of 'als' of met 'zij' of 'hun'?
    Heeft deze opdracht geholpen om het beter te gaan doen?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je goed kunnen verwoorden wat je van het gebruik van 'hun' als persoonsvorm vindt?
  • Het arrangement Opdracht: Spelling - Als-dan en zij-hun vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-06-30 14:31:15
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Leven in Nederland', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-b34. In deze opdracht staat het gebruik van 'dan', 'als', 'zij', 'hen' en 'hun' centraal. De theorie achter deze woordjes wordt in de subopdrachten behandeld. Daarnaast is er veel ruimte om te oefenen met het gebruik van de woordjes. Om de opdracht af te sluiten vorm je een mening over het gebruik van 'hun' als persoonsvorm in de Nederlandse taal. Veel succes!
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid; Mondelinge taalvaardigheid; Spreken; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    als/dan, arrangeerbaar, fouten in de nederlandse taal, hun/hen, leven in nederland, nederlands, spelling- als-dan en zij-hun, stercollectie, vmbo-b34, zij/hun

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/147820/Tijdelijk_vmbo_b34

    VO-content - Kennisbanken. (z.d.).

    Nederlands vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/147834/Nederlands_vmbo_b34