Thema: Vakantie vmbo-b34

Thema: Vakantie vmbo-b34

Vakantie

Inleiding

Je gaat aan de slag met het thema Vakantie.

Bespreek met elkaar de volgende vragen:

  • Wat is je favoriete vakantiebestemming?
  • Houd je van kamperen of slaap je liever in een hotel?
  • Houd je van een actieve vakantie of lig je liever de hele dag op het strand?
  • Met wie ga je het liefst op vakantie?
  • Ga je liever in de winter of in de zomer op vakantie?
  • Heb je al grote plannen voor de komende vakantie?

Kortom: hoe ziet jouw ideale vakantie eruit?

In dit thema maak je vijf opdrachten. In iedere opdracht staat een andere vaardigheid centraal.
In de opdrachten wordt waar mogelijk verwezen naar het thema Vakantie, maar lang niet overal.

Je sluit het thema af met een eindopdracht.
Je stuurt een mail naar het tv-programma ‘Red mijn vakantie’ om te vertellen dat je vakantie helemaal in het honderd is gelopen.

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij het thema Vakantie.

Leerdoel Opdracht
Ik kan uitspraaktekens en klemtoontekens op de juiste manier gebruiken. Spelling - Tekens
Ik kan omschrijven wat poëzie is en zelf enkele dichtregels over een onderwerp schrijven. Fictie - Poëzie
Ik kan het belang van lichaamstaal omschrijven en herkennen welke emoties het kan oproepen. Luisteren en kijken - Lichaamstaal
Ik kan in een zin of tekst de regels van zinsontleding toepassen. Grammatica - Zinsontleding
Ik kan een zelfgeschreven tekst controleren en verbeteren met gebruikmaking van de tips die ik geleerd heb. Schrijven - Controleren en verbeteren

 

Wat ga ik doen?

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vijf opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit Aantal lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5  
Spelling: Tekens 2 Dictee maken
Fictie: Poëzie 3 Gedicht schrijven
Luisteren en kijken: Lichaamstaal 2 Emoties bij dieren tekenen
Grammatica: Zinsontleding 2 Toets maken
Schrijven: Controleren en verbeteren 2 Zelfgeschreven tekst controleren en verbeteren
Afsluiting 2 E-mail over vakantie sturen
Totaal: 13 à 14  

 

De tijd is slechts een inschatting en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

 

Opdrachten

Spelling: Uitspraaktekens en klemtoontekens

Uitspraak- en klemtoontekens

Intro

Kijk naar deze video.
Hier wordt op veel woorden de klemtoon (de manier waarop je een woord uitspreekt) verkeerd gelegd.

Is de tekst nog te volgen?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kan ik:

  • omschrijven wanneer ik uitspraaktekens gebruik in een woord;
  • omschrijven waarom ik klemtoontekens gebruik in een zin;
  • uitspraaktekens en klemtoontekens op de juiste manier gebruiken.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest over het gebruik van uitspraaktekens en leert een ezelsbruggetje over klinkers en medeklinkers. Je leest over het gebruik van accenten uit de Franse taal.
Stap 2 Oefen met het gebruik van uitspraaktekens in woorden. Vergelijk je antwoorden met een klasgenoot.
Stap 3 Oefen met het gebruik van klemtoontekens in zinnen. Vergelijk je antwoorden met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Maak een dictee voor een klasgenoot met klemtoontekens en uitspraaktekens. Jij maakt het dictee van je klasgenoot.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Uitspraaktekens

Een uitspraakteken gebruiken we als een klinker in de gegeven context meer dan één uitspraak kan krijgen, met een verschillende betekenis.
Een uitspraakteken is een streepje op een klinker.

Weet jij nog het verschil tussen klinkers en medeklinkers?
Bestudeer het ezelsbruggetje hieronder.

Ezelsbruggetje

Je kunt onderscheid maken tussen klinkers en medeklinkers door de volgende ezelsbruggetjes.
Neem in de volgende zinnen de vetgedrukte hoofdletter in ieder woord, dat zijn de klinkers: aeiou.

  • Ik Eet Alle Uien Op
  • Apen Eten Olienootjes Uit Indie
  • jAn Is gEk Op zUs
  • Alle Eieren In Oostwolde Uitverkocht

Alle andere letters in het alfabet zijn medeklinkers: bcdfghklmnpqrstvwxz.

Het uitspraakteken wordt gebruikt om misverstanden te voorkomen in de uitspraak.
Kijk naar de volgende zin:
"Het kan zijn dat je een woord op meer dan één manier kan uitspreken."
In deze zin heeft het woord één uitspraaktekens gekregen.
Je kunt het telwoord één in deze zin foutief te lezen, namelijk als het lidwoord een.

Accenten uit het Frans

Ook bij een aantal woorden die afkomstig zijn uit het Frans, gebruik je een uitspraakteken.
Er zijn drie uitspraaktekens:

  1. Het streepje naar rechts. Dit teken heet accent aigu.
    Voorbeelden: café, rosé
  1. Het streepje naar links. Dit teken heet accent grave.
    Voorbeelden: etagère, carrière, hè, blèren
  1. Het dakje. Dit teken heet accent circonflexe.
    Voorbeelden: enquête, crêpe

Stap 2: Oefenen

Stap 3: Klemtoontekens

Om aan te geven op welke lettergreep de klemtoon valt, kun je een klemtoonteken gebruiken.
Een klemtoonteken wordt ook wel een nadrukteken genoemd.

Een klemtoonteken is een streepje naar rechts op een klinker.
Als de klemtoon ligt op een lettergreep met daarin twee klinkers, dan zet je op beide klinkers een streepje naar rechts (bijvoorbeeld: één).

Afronding

Eindopdracht

Dictee

In deze opdracht ga je een dictee maken voor een klasgenoot.
Het dictee gaat over uitspraaktekens en klemtoontekens.

Bekijk de volgende video.

Hoe ga je te werk?

  • Zoek zes woorden waarbij een uitspraakteken wordt gebruikt.
  • Schrijf deze woorden onder elkaar, zonder uitspraakteken.
  • Bedenk vervolgens vier zinnen, waarin een klemtoon geplaatst kan worden.
  • Schrijf deze zinnen onder elkaar, zonder klemtoonteken.
  • Wissel met een klasgenoot van dictee.
  • Schrijf op het dictee dat je klasgenoot heeft gemaakt alle woorden en zinnen met de juiste tekens.
  • Gebruik eventueel het woordenboek of zoek op internet.
  • Wissel van papier en kijk elkaars werk na. Bespreek de eventuele fouten.

Beoordeling

Lever je ingevulde dictee in bij de docent, die het zal beoordelen.
Hij of zij let daarbij op:

  • Heb je de uitspraaktekens op de juiste plek op het woord gezet?
  • Heb je goede zinnen bedacht, waarin klemtoontekens gebruikt kunnen worden?
  • Heb je geen taalfouten gemaakt in de woorden?

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Kon je wel verstaan wat er werd gezegd? Wel lastig als de klemtoon overal verkeerd wordt gezegd!

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven wanneer uitspraaktekens worden gebruikt? En wanneer klemtoontekens?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je al veel over gebruik van uitspraaktekens en klemtoontekens?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Ben je tevreden over het dictee dat je hebt gemaakt? 
    Heb je  het dictee van je klasgenoot ook goed gemaakt?

Fictie: Poëzie

Fictie - Poëzie

Intro

Poëzie is een taaluiting waarbij een grote nadruk ligt op vorm, klank en beeldspraak.

Bekijk de video.
Wat is een ready-made?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat wordt verstaan onder poëzie;
  • zelf enkele dichtregels schrijven over een onderwerp.  

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bekijk de video over poëzie van het Klokhuis. Schrijf vier dingen op die met poëzie te maken hebben.
Stap 2 Bekijk drie gedichten. Geef aan welk gedicht ik mooi vind. Verzamel informatie over de betreffende dichter en beantwoord de vragen.
Stap 3 Schrijf drie keer twee dichtregels. Bekijk ze samen met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Schrijf zelf een gedicht over 'vakantie'.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Poëzie

Waar denk je aan bij het woord poëzie?
Poëzie is een taaluiting waarbij een grote nadruk ligt op vorm, klank en beeldspraak.

Poëzie is de kunst van het dichten.
Het wordt ook gebruikt als verzamelnaam van gedichten en verzen.

Bekijk de aflevering van het Klokhuis over poëzie. Kijk de video tot 4:00 min.

Het Klokhuis over poëzie.

Stap 2: Mooi of niet?

Deze opdracht doe je samen met een klasgenoot.
Bekijk de video's en luister naar de gedichten.

 

Stap 3: Oefenen

Afronding

Eindopdracht

Gedicht schrijven

Als afsluiting van deze opdracht ga je zelf een gedicht schrijven.
Bekijk eerst de video.

Het onderwerp van het gedicht dat je gaat schrijven is: vakantie.
Waar denk je aan als je aan vakantie denkt?

  • Schrijf een aantal steekwoorden op.
  • Schrijf een gedicht van minstens zes regels.
  • Laat de regels rijmen via het aabb schema (dit heet gepaard rijm).
    ​ Kijk naar het voorbeeld van De Jeugd van Tegenwoordig.

Voorbeeld

Je bent een sjembek dat zeurt
Maar je weet niet watskeburt, watskeburt, watskeburt
Je bent een MC dat front
Maar je komt niet tot de grond, tot de grond, tot de grond
Je bent een MC met crown
Maar je weet niet wat is nou, wat is nou, wat is nou
Je bent een sjembek zonder klauw
En je bent niet 'bout it 'bout, 'bout it 'bout, 'bout it 'bout
​Bron: De Jeugd van Tegenwoordig


Kijk ook in de Gereedschapskist hoe je een gedicht kunt schrijven.

Klaar?

Lees je gedicht nog eens hard op voor. Dan kun je kijken of de rijm klopt.
Lever je gedicht in bij de docent die het gedicht zal beoordelen.

Beoordeling

  • Heb je een gedicht gemaakt dat past bij het onderwerp?
  • Heb je het gedicht gemaakt volgens het aabb-schema?
  • Is je gedicht origineel en verzorgd samengesteld?
  • Bevat het geen taalfouten en is het lang genoeg?

 

Gedicht maken

Een gedicht wordt vaak gebruikt om een mening over een onderwerp over te brengen. Dit kan op verschillende manieren en de zinnen hoeven niet altijd precies te rijmen. Een gedicht kun je presenteren op een poster, maar bijvoorbeeld ook op een ansichtkaart.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de uitleg over poëzie duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je in je eigen woorden omschrijven wat poëzie is?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Heb je al eerder gedichten gelezen? Wat vind je ervan?
  • Eindopdracht
    Is het schrijven van een gedicht over 'Vakantie' gelukt?
    Vond het leuk om een gedicht te maken?

Luisteren en kijken: Lichaamstaal

Lichaamstaal

Intro

Als je deze video ziet, weet je meteen wat bedoeld wordt met lichaamstaal...

Herken je een gebaar dat we ook in Nederland gebruiken?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kan ik:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met lichaamstaal;
  • een voordeel noemen van het gebruik van lichaamstaal;
  • een paar emoties opnoemen die ik met gezichtsuitdrukkingen kan oproepen;
  • omschrijven hoe gebarentaal ondersteunend kan werken in de communicatie tussen mensen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer het Kennisbankitem 'Lichaamstaal'. Doe de quiz.
Stap 2 Bekijk hoe ik emoties kan laten zien met gezichtsuitdrukkingen. Verzin er zelf een beschrijving bij. Herkent mijn klasgenoot de emotie?
Stap 3 Lees de tekst over gebarentaal. Beantwoord de vragen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht Ga op zoek naar lichaamstaal bij dieren. Maak tekeningen en laat mijn klasgenoot de emoties raden.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Lichaamstaal

In het thema 'Als ik groot ben' heb je al iets geleerd over lichaamstaal.
Je hebt geleerd hoe je lichaamstaal kunt gebruiken om een ruzie of conflict niet erger te laten worden.
In deze opdracht ga je nog veel meer leren over het gebruik van lichaamstaal.

Bestudeer eerst de theorie uit de Kennisbank.


Hoeveel houdingen herken jij?
Klik op de afbeelding en doe de houdingstest.

 

Stap 2: Emoties

Uitdrukkingen van het gezicht kunnen heel duidelijk emoties laten zien.
Dat kunnen bijvoorbeeld emoties van spanning, verdriet, blijdschap of zijn.

Maak de oefening.

Stap 3: Gebaren

Lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen.

Ondersteunen van woorden

Ben je wel eens op vakantie geweest naar Italië en heb je toen gekeken hoe de mensen daar met elkaar praten?
Misschien is het je opgevallen dat Italianen hun woorden ondersteunen met uitgebreide en, soms ook, heftige gebaren.
Van een afstand kun je al een indruk krijgen van hun emoties door de manier waarop zij gesticuleren.

Wij zijn wat gereserveerder, maar ook voor ons zijn gebaren belangrijke hulpmiddelen in de communicatie. Met gebaren kunnen we onze woorden accentueren.
In sommige gevallen is het zelfs makkelijker om je uit te drukken met behulp van gebaren dan slechts met woorden.
Probeer bijvoorbeeld maar eens aan een kind uit te leggen hoe hij een veter moet strikken, zonder dit met je handen uit te beelden.

Ook wanneer we ons moeilijk verstaanbaar kunnen maken vanwege afstand of lawaai blijken gebaren erg nuttig.
Als je drankjes bestelt in een drukke discotheek werkt het vaak beter om naar de tap te wijzen en een aantal vingers op te steken. Roep maar eens een keer: "twee bier!" en steek daarbij drie vingers op. Ik ben benieuwd hoeveel bier je dan krijgt!

Met heel je lichaam
Gebaren kun je in principe met je hele lichaam maken. Je kunt bijvoorbeeld je schouders ophalen als je iets niet begrijpt of je hoofd schudden als je het ergens niet mee eens bent. Ook met je gezicht kun je gebaren maken, denk maar aan een knipoog of aan het uitsteken van je tong.

Ondersteunende en regulerende gebaren
In gesprek met de ander kunnen we onze armen over elkaar kruisen of in onze zakken te steken. Het gesprek zal echter een stuk levendiger worden als we tijdens het spreken onze woorden met gebaren ondersteunen.
Met onze handen kunnen we bepaalde woorden uit een zin accentueren. Door een hand uit te steken kunnen we aangeven dat we nog niet zijn uitgesproken en door je hand te draaien kunnen we de ander uitnodigen te reageren. De handbewegingen zorgen zo als het ware voor de punten en komma's in de gesproken zin.

Het is bijzonder om te zien hoe gebaren meegaan met de intonatie. Gaat de stem omhoog, dan maken vaak ook de schouders en de handen een opgaande beweging. Met gebaren kun je op deze manier emoties verduidelijken en de aandacht vasthouden.

Extraverte persoonlijkheden, mensen die zich makkelijk naar buiten richten, maken over het algemeen veel ondersteunende gebaren als ze spreken.
Het gebaren zelf vergroot ook de zelfverzekerdheid. Iemand die spreekt in het openbaar kan zich makkelijker uiten als hij zijn woorden met zijn handen ondersteunt dan bijvoorbeeld wanneer hij zijn handen ineen strengelt.

Bron: http://www.lichaamstaal.com/gebaar.html (bewerkt)

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht: Lichaamstaal dieren

Voor mensen is het niet makkelijk de lichaamstaal van een dier te herkennen.
Een voorbeeld hiervan is het verschil tussen een lachende aap en een lachende mens.
Een aap die lacht is boos en een mens die lacht is blij.


In deze eindopdracht maak je soortgelijk plaatjes van een dier.

Hoe ga je te werk?

  1. Kies een dier uit dat jij leuk vindt.
    Je kunt ook je huisdier kiezen, omdat je daarvan misschien beter de emoties herkent.
  2. Verzin minstens drie verschillende emoties. Schrijf deze emoties op.
  3. Pak een leeg vel papier. Teken bij iedere emotie een houding van het dier.
  4. Bij veel dieren weten we niet precies welke houding bij welke emotie hoort.
    Geef de houding weer, waarvan jij vindt dat die bij de emotie past.
    Dit mag je dus zelf invullen.
  5. Wissel met een klasgenoot van tekeningen en raad de emoties die bij de plaatjes horen.

Beoordeling

De docent zal jullie tekeningen en bijbehorende emoties bekijken.

  • Is uit de tekeningen op te maken om welke emoties het gaat?
  • Heb je drie verschillende tekeningen van hetzelfde dier gemaakt?
  • Ziet het er origineel en verzorgd uit?

 

Tekening maken

Met een tekening kun je informatie presenteren. Je kunt je tekening eventueel combineren met stukjes tekst. Door je tekening kun je bijvoorbeeld ook laten zien welk standpunt je inneemt en hoe je over iets denkt.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Past de video goed bij de opdracht? Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom mensen zich soms beter uitdrukken in lichaamstaal dan in gesproken taal?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd, ook voor de eindopdracht?
  • Inhoud
    Wist je al veel over lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en gebarentaal?
    Hoe expressief ben jij? Maak je veel gebruik van lichaamstaal?
  • Eindopdracht
    Vond je het leuk om je in de lichaamstaal van een dier te verdiepen?
    Heeft je klasgenoot alles goed geraden?

Grammatica: Zinsontleding- herhaling

Grammatica - Zinsontleding herhaling

Intro

Zinsontleding is in een van de vorige thema's behandeld.
We gaan het in deze opdracht herhalen met wat extra oefeningen.

Bekijk de volgende video.
Komen de zinsdelen je nog bekend voor?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kan ik:

  • in een zin of tekst de volgende zinsdelen herkennen of benoemen:
    • persoonsvorm
    • onderwerp
    • werkwoordelijk gezegde
    • lijdend voorwerp
    • bijstelling.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer de Kennisbankitems en maak de sleepoefening.
Stap 2 Maak invuloefeningen over de zinsdelen.
Stap 3 Test elkaar: maak zinnen en vraag een klasgenoot om ze te ontleden.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak de toets Zinsontleding.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Zinnen ontleden

In deze opdracht ga je oefenen met zinsontleding.
Het is belangrijk dat je in deze opdracht je eigen tempo bepaalt.
Vind je een opdracht eenvoudig, ga dan door naar de volgende.
Vind je een opdracht lastig, neem er dan meer tijd voor.

Bestudeer de onderstaande Kennisbanken.


Maak de volgende sleepoefening.

Stap 2: Oefenen!

Maak nu stap voor stap de volgende oefeningen.
Heb je de theorie nodig? Kijk dan terug in de Kennisbanken.

Stap 3: Test elkaar

In deze opdracht ga je je voorbereiden op de toets.
Dit doe je door elkaar te testen.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht

Test je kennis. Maak de toets 'Zinsontleding'.

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Was de video voldoende om je geheugen weer op te frissen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je in een zin of tekst de zinsdelen aanwijzen en benoemen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Dit is een herhalingsopdracht. Wist je het meeste nog?
    Schrijf op wat je niet meer wist of waar je nog moeite mee had.
  • Eindopdracht
    Heb je een ruime voldoende voor de toets gehaald?
    Heb je geleerd van je fouten?

Schrijven: Controleren en verbeteren

Controleren en verbeteren

Intro

Het is goed om je eigen tekst met een 'vergrootglas' te bekijken.
Maar je eigen teksten controleren en verbeteren is niet gemakkelijk.

Hoe je dat het beste aan kunt pakken, lees je in deze opdracht.

Bekijk de video.
Waarop beoordeel je je tekst volgens de abc-methode?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kan ik:

  • omschrijven hoe ik het beste mijn zelfgeschreven teksten kan controleren en verbeteren.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer de tips over het controleren en verbeteren van teksten. Bekijk de video.
Stap 2 Lees de tekst. Verbeter de gevonden fouten. Heb ik dezelfde fouten gevonden als een klasgenoot?
Stap 3 Lees samen met een klasgenoot een tekst met fouten. Verbeter de fouten. Maak daarbij gebruik van de tips die ik heb geleerd.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Maak de eindopdracht: controleer een zelfgeschreven tekst op fouten. Controleer ook de tekst van een klasgenoot. Bespreek elkaars fouten.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Controleren en verbeteren

Als je een tekst gaat schrijven, kun je deze het beste in één keer uitwerken.
Na afloop moet je de tekst nog een keer nalezen.
Misschien staan er spellingsfouten en onduidelijkheden in.
Die kun je dan verbeteren.

Lees de tips over hoe je een tekst kan verbeteren:

  • Als het mogelijk is, laat je je tekst nakijken door een ander.
    Die persoon leest je tekst weer anders en kan ook feedback geven op de inhoud.
  • Maar soms moet je het zelf doen. Denk dan aan de volgende tips:
    • Laat de tekst een tijdje liggen, zodat je wat afstand kan nemen.
    • Lees de tekst alsof iemand anders het geschreven heeft.
    • Vraag je af of alles duidelijk is wat je hebt opgeschreven.
    • Controleer als laatste de spelling en de leestekens.

Bekijk ook de video.
Hierin zie je de tips nog even op een rijtje.

Stap 2: Oefenen

Lees onderstaand artikel. In het artikel zijn zes spellingsfouten aangebracht.
Kun jij de fouten vinden?

Derde zwaare storm van het jaar bereikt hoogtepunt

De zuiderstorm die momenteel langs de westkust woedt, heeft zijn hoogtepunt bereikt. Er staat een volle windkracht 9, soms zelfs even windkracht 10, meldt weerbureau Weerplaza. Weggebruikers moeten vanochtend rekening houden met zware windstoten. Het is de derde zware storm van dit jar.

In de kustprovincies en het IJsselmeergebied komen vandaag windstoten voor tot 100 kilometer per uur. In het binnenland gaat het om windstoten tot 80 kilometer per uur.

Weerplaza verwacht dat de storm na 10.00 uur gaat luwen, maar bij de passage van een buijenlijn rond het middaguur kan de wind nog even uitschieten. Daarna wordt het geleidelijk rustiger.

Code geel
Vanaf windkracht 9 kan er gesproken worden van storm. De hardste windstoot tot nu toe is ook gemeten in IJmuiden; daar haalde de wind tijdens een vlaag 104 kilometer per uur. Het KNMI gaf eerder al code geel in verband met de zware windstoten.

De hevigste storm van dit jaar passeerde op 28 oktober. Toen werdt op Vlieland korte tijd windkracht 12 gemeten. Ook op 5 december stormde het stevig, met op enkele plaatsen windkracht 10.


Vliegverkeer
Ook het vliegverkeer heeft last van de harde wind. Rotterdam The Hague Airport meldt dat drie vliegtuigen zijn uitgeweken naar Schiphol. Het gat om toestelen van Transavia. De passagiers worden per bus alsnog naar Rotterdam gebrachd.


Bespreek de fouten die je hebt gevonden met een klasgenoot.
Kunnen jullie elkaar aanvullen?

Stap 3: Nog meer oefenen

Bekijk samen met een klasgenoot het volgende artikel.
In dit artikel zijn twaalf fouten aangebracht.

Verbeter samen de fouten. Denk aan de tips die je hebt geleerd.

'Vernederende' klusjes voor Amsterdammers in bijstand

De gemeente Amsterdam laat mensen in de bijstand 32 uur per week onbetaald dossierpagina's tellen, planten water geven of schoenen poetsen. Ook moeten zij als onderdeel van hun reïntegratie strijken, afwassen, nietjes uit paperassen halen of takken rapen in het Amsterdamse Bos.

De bijstandsgerechtigden zelf noemen het werk zinloos en vernederend.

De Amsterdamse Dienst Werk en Inkomen (DWI) zegt bijstandsgerechtigden 'werknemersvaardigheden' te willen aanleren, zoals 'op tijd komen, je aan afsprakken houden, gezag aanvaarden, samenwerken, omgang met collega's, etc.'. 'Hierbij is het besef belangrijk dat een toekomstige baan vaak niet voor 100 procent bestaat uit de meest uitdagende werkzaamheden, maar dat het wel een opstap naar zo'n (droom)baan kan zijn', schrijft DWI in een reactie. De dienst zegt verdringing van betaalde banen te willen voorkomen, ook al lijdt dit volgens bijstandsgerechtigden tot nutteloos werk.

Tegenprestatie
'Werken met behoud van uitkering' verplichd mensen in de bijstand verplicht om voor onbepalde tijd onbetaalde arbeid te verrichten om hun uitkering niet te verliezen.

3.100 van de 40 duizend Amsterdammers in de bijstand doen dit inmiddels; over heel Nederland zijn geen cijfers bekend, behalve dat begin dit jaar 207 duizend Nederlanders deelnamen aan een reïntegratietraject. Per 1 juli 2014 wil het kabinet alle beistandsgerechtigden verplichten een tegenprestatie te leveren voor hun uitkering.

In de woorden van staatssecretaris Klijnsma is werken met behoud van uitkering bedoeld om bijstandsgerechtigden 'via de kortste weg weer naar regulier werk te helpen'.

Mar volgens de Amsterdamse bijstandsgerechtigden komt daar niets van terecht. Zij voelen zich tegengewerkd in hun zoektocht naar een baan en gekleineerd door het DWI-personeel, vertellen ze in gesprekken met de Volkskrant.

Uit gemeentelijke documenten blijkt dat het werken met behoud van uitkering vaak bedoeld is als straf of 'disciplinering'.

Wie volgens DWI onvoldoende meewerkt, krijgt een strafkorting.

Zo dreigde de gemeente deze maand een alleenstaande moeder 30 procent (282 euro) te korten omdat zij tijdens haar pauze als schoonmaker liever alleen luncht en niet aan een tafel met haar twintig collega's. 'U wil zich niet aan een van de huisregels houden, namelijk het gezamenlijk eten in uw lunchpauze', schreef DWI in een brief.

Zulke dreigementen zijn schering en inslag, vertellen bijstandsgerechtigden.

De eerste negen maanden van 2013 legde DWI 1.274 strafkortingen op, tegen 914 in dezelfde periode vorig jaar, aldus de dienst.

Afronding

Eindopdracht

Schrijven

In deze opdracht ga je een zelfgeschreven tekst controleren en verbeteren.

1. Schrijf een kort verhaaltje over jouw ideale vakantie.
Het is belangrijk dat je het verhaal in één keer opschrijft.
Het is niet erg als het nog niet helemaal klopt, dat komt in de volgende stap!
Het verhaaltje hoeft niet langer te zijn dan een half A4'tje.

2. Ga vijf minuten iets anders doen.
Kijk bijvoorbeeld naar een filmpje op YouTube of bestudeer de voorgaande stappen nog eens.

3. Lees je tekst nog een keer rustig door.
Markeer plekken waar onduidelijkheden voorkomen.
Verbeter de spelfouten. Schrijf je verbeterde verhaal nog een keer op.

4. Wissel met een klasgenoot van verhaal. Kijk elkaars verhaal na.
Bespreek samen de eventuele fouten die je bent tegengekomen.

Geef aan wat volgens jou fout is. Geef aan wat onduidelijk is en waarom.

Beoordeling

Jullie docent zal de verhaaltjes beoordelen.
Daarbij wordt gelet op:

  • Heeft je tekst te maken met het onderwerp vakantie?
  • Heb je later onduidelijkheden gemarkeerd en fouten verbeterd?
    Is dat terug te zien in je tekst?
  • Hebben je klasgenoot en jij elkaar goede feedback gegeven?
    Heb je daarna je tekst nog aangepast?
  • Ziet de tekst er verzorgd en origineel uit?

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de uitleg in de video duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de tips opnoemen die je gebruikt bij het controleren en verbeteren van je eigen teksten?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Heb je al eens eerder op deze manier een zelfgeschreven tekst gecontroleerd en verbeterd?
    Vond je de tips nuttig?
  • Eindopdracht
    Merk je dat je meer fouten maakt als je je verhaaltje in één keer schrijft en het dan pas later terugleest?
    Werd je verhaaltje goed beoordeeld door de docent?

Afsluiting thema

Kennisbanken

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

Luisteren en kijken

Grammatica

Eindopdracht

Red mijn vakantie!

Als afsluiting van het thema Vakantie ga je een e-mail schrijven.

Stel je de volgende situatie voor:

Je vakantie in Spanje loopt niet zoals je had gepland.
In het hotel zit veel ongedierte en het eten is erg slecht.
Je dient je klachten in bij de receptie, maar er verandert niets.
Ten einde raad besluit je om een e-mail te sturen naar het programma ‘Red mijn vakantie’.
Je hoopt dat zij je kunnen helpen.

 

Kijk eerst naar een aflevering van het televisieprogramma 'Red mijn vakantie'.
Daar doet zich een soortgelijke situatie voor.

Je gaat nu een e-mail schrijven naar de organisatie 'Red mijn vakantie'.
Kijk hieronder hoe je dat aanpakt.

Opzet e-mail

Inleiding
Begin je e-mail met de aanleiding om over de situatie te schrijven.

  • Ik schrijf deze mail, omdat onze vakantie heel erg tegenvalt.
  • In deze mail zal ik opnoemen wat de problemen zijn.
  • Ik zou heel graag willen dat het tv-programma 'Red mijn vakantie' bij ons op bezoek komt.

Middenstuk
Na de inleiding geef je in het middenstuk een toelichting over de situatie.

  • Ten eerste zijn de kamers ontzettend vies.
  • Overal in de kamer zit ongedierte en er zit schimmel op de muren.
  • Het is hierdoor niet mogelijk om lekker te slapen.
  • Er is nauwelijks ventilatie aanwezig.

Afsluiting
In de afsluiting schrijf je een passende, leuke of enthousiaste tekst.
Je doel is dat de ontvanger tot actie wordt aangezet.

  • Ik hoop dat het tv-programma onze vakantie komt redden, want wij zijn ten einde raad.
  • Ik hoop dat de beroemde Rob de Geus met zijn koffer langskomt om onze klachten te testen.
  • Ik hoop dat jullie ons komen redden, zodat we nog een beetje van onze vakantie kunnen genieten.

Klaar?

Als je de e-mail af hebt, lees je deze in alle rust nog een keer door.
Denk aan de tips die je hebt geleerd over het controleren en verbeteren van eigengeschreven tekst!

Laat de e-mail ook aan een klasgenoot lezen en vraag om commentaar.
Lees de e-mail van je klasgenoot en geef elkaar feedback.
Pas je tekst eventueel nog iets aan.

Beoordeling

Lever je e-mail in bij de docent. Bij de beoordeling wordt gelet op:

  • Inhoud:
    • De mail bevat sterkte argumenten om de organisatie over te halen jullie te helpen.
    • Je hebt de situatie en de klachten duidelijk omschreven.
    • Je hebt aangegeven wat je van de organisatie verwacht.
  • Vorm:
    • Je mail is duidelijk en goed leesbaar.
    • Je mail is origineel en met zorg samengesteld.
    • Je mail bevat geen of weinig taalfouten.

Examentraining

Examenvragen
Als toets krijg je een opdracht met examenvragen.
Om de opdracht te kunnen maken heb je een Entree-account nodig.

Schrijfopdracht: Enig idee wat die frappuccino's kosten?

 

Meer oefenen?
Als je school deelneemt aan VO-content kun je verder oefenen met ExamenKracht
Oefen daar ook met hele examens.

 

 

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je uitleggen welke invloed het gebruik van lichaamstaal heeft in de communicatie tussen mensen? 

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor dit thema is 13 à 14 uur berekend. Klopte dat een beetje of had je meer tijd nodig?
  • Eindopdracht
    Vond je het lastig om de situatie over je vakantie goed te omschrijven in een e-mail?
    Heb je de tips over het controleren en verbeteren van tekst hierbij gebruikt?
  • Het arrangement Thema: Vakantie vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-29 10:17:35
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Vakantie B' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-b34. In dit thema vind je vijf opdrachten en in elke opdracht staat een andere taalvaardigheid centraal. In dit thema wordt het gebruik van klemtoontekens, poëzie, lichaamstaal, zinsontleding en schrijfvaardigheid aan bod gesteld. Dit thema zal worden afgesloten door het schrijven van een e-mail naar het programma 'Red mijn vakantie'. In deze eindopdracht komen de geleerde vaardigheden goed van pas. Ook is er examentraining en een diagnostische toets beschikbaar. Veel succes!
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid; Mondelinge taalvaardigheid; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Gesprekken voeren (Nederlands); Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    13 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, e-mail schrijven, klemtoontekens, lichaamstaal, nederlands, poëzie, stercollectie, vakantie, vmbo-b34, zinsontleding

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Nederlands. (2023).

    Opdracht: Fictie - Poëzie vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74534/Opdracht__Fictie___Po_zie__vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2020).

    Opdracht: Grammatica - Zinsontleding herhaling vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74495/Opdracht__Grammatica___Zinsontleding_herhaling__vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2020).

    Opdracht: Luisteren en kijken - Lichaamstaal vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74535/Opdracht__Luisteren_en_kijken___Lichaamstaal__vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2020).

    Opdracht: Schrijven - Controleren en verbeteren vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74536/Opdracht__Schrijven___Controleren_en_verbeteren__vmbo_b34

    VO-content Nederlands. (2020).

    Opdracht: Spelling - Tekens vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/74533/Opdracht__Spelling___Tekens__vmbo_b34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Vakantie

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.